vrijdag 25 september 2009

Richard Evans en Het Derde Rijk

Van de hand van Richard Evans, hoogleraar moderne geschiedenis aan Cambridge University verscheen onlangs bij Spectrum de Nederlandse vertaling van Het Derde Rijk, een lijvige studie in 3 delen die zich niet zozeer inlaat met Adolf Hitler dan wel met de geschiedenis van hoe het was om in het Derde Rijk te leven. Deze zeer gecompliceerde periode zo objectief mogelijk te boek te stellen, is op zich een gigantische onderneming. Ik haastte mij om te zien wat hij over Wagner te melden had in “Deel I : Opkomst”. Niet bijzonder veel, zo blijkt, maar hetgeen er staat dient wel een beetje te worden bijgesteld. Zo staat er te lezen :

Wagner zelf was al een culturele anti-semiet in de vroege jaren vijftig toen hij in zijn beruchte boek Das Judentum in der Musik naar voren bracht dat de “jüdische Geist” schadelijk was voor muzikale diepgang. Zijn oplossing hiervoor was een complete assimilatie van joden in de Duitse cultuur en het vervangen van de joodse godsdienst, zelfs alle godsdiensten, door niet-godsdienstige esthetische impulsen van het soort waarmee hij zijn eigen muziekdrama’s doordrenkte. Maar tegen het eind van zijn leven kregen zijn denkbeelden steeds meer een racistische ondertoon onder invloed van zijn tweede vrouw, Cosima, dochter van de componist Franz Liszt. Aan het einde van de jaren zeventig schreef zij in haar dagboek dat Wagner, wiens kijk op de beschaving tegen die tijd uitgesproken pessimistisch was, Wilhelm Marrs anti-semitische traktaat uit 1873 had gelezen en het er over het geheel genomen mee eens was. Als gevolg van deze verschuiving in zijn standpunt, wenste Wagner niet langer de assimilatie van de joden in de Duitse maatschappij, maar de uitsluiting ervan.

Hoe Wagners houding tegen de joden mettertijd een meer racistische ondertoon kreeg, wordt hier wel geponeerd maar niet bewezen. Er valt geen enkele voetnoot te bespeuren waaruit de bronnen zouden blijken voor deze stelling. Overigens vermeldt de literatuurlijst (67 blz voor dit eerste deel alleen!) geen enkele Wagneronderzoeker als bron. Wagners antisemitische uitlatingen worden mettertijd scherper maar tegelijkertijd ook verzoenender. Die contradictie blijft bestaan tot op het einde van zijn leven. Ik verwijs hiervoor naar de studie van Dieter-David Scholz “Richard Wagners Antisemitismus” met de relevante dagboekcitaten als bewijs. Evans lijkt zijn stelling dan te staven door Wagner te laten aanschurken bij Wilhelm Marr, de uitvinder van het woord anti-semitisme en auteur van het zeer sucesvolle pamflet Der Sieg des Judentums über das Germanentum waarin hij als eerste de joden niet langer als een religieuze maar als een raciale minderheid opvoert en op basis daarvan de assimilatie verwerpt. Marr als invloed en boezemvriend van Wagner opvoeren, zoals Evans doet, is grotesk. In het meest kwaadwillige boek van de laatste decennia, Joachim Köhlers Wagners Hitler wordt Marr niet eens vermeld. Ook niet in Der letzte der Titanen, de Wagnerbiografie van dezelfde auteur. Andere biografen evenmin. Wellicht heeft de auteur dit ideetje gehaald bij Paul Lawrence Rose, de enige auteur die Wagners antisemitisme duidt vanuit de revolutionaire beweging van 1848 waar ook Marr deel van uitmaakte.

Nu, wat zijn de feiten waarover we beschikken? Er bestaan 4 dagboeknotities van Cosima in verband met Wilhelm Marr :
1. 27 februari 1879: Ankunft einer Broschüre von Hernn Marr, ‘Der Sieg des Judentums, welche Ansichten enthällt, die ach! R.’s Meinung sehr nahe stehen”
2. 03 maart 1879: In W. Marr’s Broschüre haben ihm die Zeilen über Lessing gut gefallen; er spricht dann von Lessing’s reise nach Italien und meint, es müsse ihm da zu Mute gewesen sein wie ihm (R.) selbst, melancholisch, vereinsamt, fremd!
3. 14 juli 1879. Abends lesen wir ein weinig in einer neuerdings zugesendeten Flugschrift von Marr. Sie ist etwas sehr seicht.
4. 21 juli 1879. Auch sind die Bücher, mit welchen sich R. beschäftigt, nicht für ihn erheiternd, eine neue Judenbroschüre von Marr, “Des Reiches Not” von Glagau – schier möchten wir gar nichts mehr von der politik hören!

Cosima doet neerbuigend over de brochure (ach!), vindt ze oppervlakkig en laat ons weten dat ze er inzichten in aantreft die Wagner zelf al eens geformuleerd heeft. Dat is wel het omgekeerde van wat bij Evans te lezen staat, die hiermee suggereert dat Wagner het biologische racisme is gaan omarmen. Wij weten dat Wagner het biologisch racisme 3 jaar later zal verwerpen door zijn discussies met Gobineau. Enkele bladzijden voordien schrijft Evans overigens dat Marr de modieuze theorieën van de Franse racist graaf Arthur de Gobineau overnam. Je hoeft niet verder te zoeken dan Wikipedia om te beseffen dat dit zeer onwaarschijnlijk is aangezien Gobineau’s boekje Een essay over de ongelijkheid van menselijke rassen , pas in 1898 in het Duits werd vertaald, een kwart eeuw na zijn eigen pennevrucht.

Nog mooier wordt het als Evans de passage over Wagner afrondt met de klassieker onder de dagboeknotities van Cosima, die over Nathan der Weise:
“In 1881 beschreef Cosima een gesprek dat ging over Lessings klassieke toneelstuk Nathan der Weise en over een rampzalige brand in het Wiener Burgtheater, en zij schreef dat haar echtgenoot ‘in een felle uitval zei dat alle joden verbrand moesten worden tijdens een uitvoering van “Nathan””

Het zal wellicht niet de laatste maal zijn dat ik moet herhalen dat het zopas geciteerde dagboekfragment als volgt luidt: “Er sagt im heftigen Scherz, es sollten alle Juden in einer Aufführung des »Nathan« verbrennen. “

Het zou een fout van de vertaler kunnen zijn (de Engelse versie heb ik niet bij de hand) maar “im heftigen Scherz" is heel wat onschuldiger dan “een felle uitval”. Voor mij maakt het een wereld van verschil. Want als Wagner dit al lachend heeft gezegd, impliceert dat ook dat hij het onmogelijk ernstig kan hebben bedoeld.

Onzorgvuldigheden van dit soort tref ik niet graag aan in studies die zich met de aura van academische degelijkheid omhullen. Ze krijgen ten onrechte een grote autoriteit, worden elders geciteerd en gaan dan een eigen leven leiden. Dat stoort mij geweldig. Niet omdat het over Wagner gaat, maar omdat het historisch onjuist is en wetenschappelijk onverantwoord.
Overigens is bovenstaande kritiek geen reden om het boek niet te lezen: niet alleen leest het als een trein, u zal, al lezende, ook iets over uzelf vernemen.

Geen opmerkingen: