maandag 19 oktober 2009

Jef Geeraerts in shock na bezoek aan Bayreuth

Je zou haast schrik krijgen om een jaartje ouder te worden. Moest ik mij vorige week weer eens ergeren aan de lichtjes seniele uitlatingen van Franco Zeffirelli, gisteren kon de Klara-luisteraar met een zekere verbazing getuige zijn van Jef Geeraerts’ bespottelijke commentaren in het programma De Sporen waarin Kurt van Eeghem zijn studiogasten ondervraagt over de muzikale scharniermomenten in hun leven. Toen het gesprek bij Wagner aanbelandde volgde het relaas van zijn eerste bezoek aan Bayreuth in 1985, op uitnodiging van Gerard Mortier. Daar stond de Tristan und Isolde van Jean-Pierre Ponnelle op de affiche, een voorstelling die hij in andere publicaties al geroemd heeft als één van de muzikale hoogtepunten in zijn leven. Maar daarover kwam je in het interview niks te weten. In plaats daarvan beschreef hij hoe hij en zijn vrouw het gevoel hadden in een tempel van het nationaalsocialisme terecht gekomen te zijn. Later op de avond mocht hij ook de hand schudden van Wolfgang Wagner, iets waarvan hij de horror pas later besefte toen hij hem op een foto zag als knaap, gezeten op de schoot van ene A. Hitler. Van een literaire paus verwacht je een grotere luciditeit als van een kleuter. Op zijn minst verwacht je een opmerking over de oneigenlijke toeëigening van Bayreuth door het nationaalsocialisme. Het was niet eens het enige moment dat Kurt van Eeghem zat te draaien op zijn stoel. Even daarvoor was Thomas Bernhard nog over de tong gegaan als de enige fatsoenlijke Oostenrijker. Hopelijk heeft hij zijn nieuwe boekje Muziek & Emotie met de gave des onderscheids geschreven. Wat een sof van een titel, overigens!
Hoedanook, bedankt voor deze opsteker, Jef!

Geen opmerkingen: