maandag 2 november 2009

Het Parsifalverbod tijdens WO II. Deel 2


Met John Deathridge ben ik nog niet klaar. Ik heb (voorlopig) geen bewijs gevonden voor een Parsifalverbod in het Derde Rijk vanaf 1939. Deathridge zou dus gelijk kunnen hebben met zijn bewering dat er helemaal geen was. Maar dat de partijtop ideologisch geen bezwaren zou hebben gehad tegen Parsifal wordt door het getuigenis van Wieland Wagner en Gertrud Strobel sterk tegengesproken. Deathridge maakt gewag van de bezwaren van Rosenberg tegen Parsifal maar noemt Rosenberg een zwakke figuur binnen de hiërarchie van nazi-Duitsland. En daarmee is voor hem de kous af.

Wat volgt kan worden gecheckt bij de Duitse historica Brigitte Hamann in Winifred Wagner oder Hitlers Bayreuth. In april 1942 heeft Wieland Wagner een gesprek met Hitler in Berlijn. Ter sprake komt Parsifal. Dit “Bühnenweihfestspiel”, zegt Hamann, werd door de ideologen van de NSDAP afgewezen op grond van het feit dat het niet paste binnen het cliché van de sterke Germaanse held en strijder. In Wieland Wagner Denkschrift staat te lezen: Den Parsifal glaubten die Nationalsozialisten als weltanschaulich untragbar ablehnen zu müssen. Rosenberg, Himmler en Goebbels waren gekant tegen opvoeringen van Parsifal. In zijn dagboek schrijft Goebbels: “Mir zu fromm. Und zu pathetisch. Nichts für einen alten Heiden…Ich habe lieber, wenn die alten Götter sich zanken und hintergehen. Das ist doch Leben. Natur. Kampf.” En verder meende hij ook: “dass man die Ausstattung des Parsifal modernisieren sollte. Entweder müssen wir aus diesem christlich-mystischen Stil heraus, oder der Parsifal wird auf die Dauer nicht mehr für den modernen Spielplan zu halten sein”
Volgens Wieland zou Hitler in de discussie asgrauw geworden zijn, en hem toevertrouwd hebben dat hij Parsifal graag nog eens zou horen. Waarop Wieland dan een voorstel deed van Verena om voor het Derde Rijk, gezien de oppositie van Rosenberg, enkel het tweede bedrijf op te voeren, het heidense, seculiere bedrijf met Klingsors Tovertuin en de bloemenmeisjes. Daarop zou Hitler hard gelachen hebben. Hitler zou overwogen hebben om voor Parsifal een eenheidsdecor te maken dat voor heel Duitsland zou gelden. Hij zocht naar een “unsere Zeit vertretbaren Deutung des Parsifal, während der Himmler ein Aufführungsverbot für das Werk erzwingen wil!!!” Hetgeen aan Wieland de reactie ontlokte dat er dan ook talrijke werken van Bach zouden moeten worden verboden. Kenschetsend voor de grote tegenstelling tussen de Führer en de overige leden van de nazi-top is Wielands uitspraak: ”Wenn dem Führer etwas passiert, ist es sowieso aus!”
Bij een volgende ontmoeting zou Hitler Wieland de opdracht gegeven hebben om een tijdloze Graalstempel te ontwerpen. Wieland over Hitler: “Er will den Parsifal sozusagen gegen seine eigene partei aufgeführt haben!!!! Jetzt und in den nächsten 20 Jahren wären noch gewisse Rücksichten nötig, später würde das Werk wie die Matthäuspassion zeitlos dastehen!”
De bronnen voor al deze uitspraken zijn de dagboekaantekeningen van Gertrud Strobel, een koorzangeres van de Bayreuther Festspiele. Er is geen enkele reden om aan de authenticiteit hiervan te twijfelen.
Wat blijkt hieruit: dat Rosenberg wel degelijk invloed had, dat Himmler zeer tegen Wagner was gekant, dat Hitler in staat was zijn ideologische bezwaren tegen Parsifal opzij te zetten om de muziek maar te kunnen horen (tenslotte was hij de enige wagneriaan binnen de nazi-top). Wieland Wagner heeft ook nooit gewag gemaakt van enige racistische interpretatie van Parsifal door Hitler en Wieland heeft ongetwijfeld veel vaker en langer met Hitler over kunstzaken gepraat als Hermann Rauschning.

Geen opmerkingen: