vrijdag 15 januari 2010

Wagner en Adolf Stoecker

Af en toe mag ik mij verwarmen aan een leuke rechtzetting. De volgende staat te lezen in de meest recente editie van Wagnerspectrum. Het is een bijdrage van ene Jonas Karlsson. De onzorgvuldigheid waarmee academici soms te werk durven gaan is hemeltergend. Ik erger mij daar te pletter aan omdat van een academicus een zekere autoriteit uitgaat die in principe het gevolg is van ernstig wetenschappelijk werk. En dus is het weer eens lachen geblazen wanneer zo’n onzorgvuldig academicus in zijn hemd wordt gezet. Ditmaal is het Jens Malte Fischer die de boter mag eten. Fischer doceert theaterwetenschappen aan de Universiteit van München. In zijn essay over Wagners Das Judentum in der Musik drukt hij een karikatuur af uit de Frankfurter Latern van 22 maart 1884. Daarop is hofpredikant Adolf Stoecker te zien, naast Wilhelm Marr, Ludwig von Treitschke, Eugen Dühring en August Rohling, één van de kopstukken van de antisemitische beweging in Duitsland die ontstond einde jaren 1870. Stoecker staat op een mesthoop en gooit ballen mest naar een vluchtende (joodse?) menigte. Voor hem staat een man gebogen met zijn rug naar de toeschouwer die de ballen mest aanreikt op een riek. Op zijn jas zien we de naam Wagner. Het stuitende is dat Fischer op basis van deze karikatuur meent te mogen concluderen dat Richard Wagner met zijn pamflet “Das Judenthum in der Musik” de aanstichter is geweest van de beweging. Het is wetenschappelijk onverantwoord, zegt Karlsson, om tot zulke conclusies te komen op basis van één enkele karikatuur, verschenen in een obscuur blad, zonder na te gaan welke tegenstemmen er waren en hoe representatief dergelijke karikatuur wel was voor de algemene opvatting. Nou, zo hoor ik het graag. Maar het wordt nog mooier! Karlsson toont vervolgens aan dat de Wagner in de karikatuur niet Richard Wagner is maar de ondertussen vergeten Adolph Wagner, een econoom aan de Berlijnse universiteit, een goede vriend van Stoecker en de nummer twee in diens Christlich-Soziale Partei.
Fischer gaat nog verder uit de bocht wanneer hij Wagner in één adem noemt met Stoecker. En waar is dan het bewijs, vraagt Karlsson zich af, dat Stoecker zich op Wagner beroept? Fischer kan er geen voorleggen.

De geschiedenis van de invloed die Wagners pamflet op de antisemitische beweging heeft gehad is nog steeds niet geschreven. De eerste poging daartoe, die van Fischer, is gezien de bovenstaande correctie, een kwakkel van formaat gebleken. Wat we wel weten is dat Wagners pamflet een heel beperkte verspreiding heeft gekend, vele malen kleiner dan die van de “klassiekers” van het antisemitisme. Wilhelm Marrs pamflet Sieg des Judenthums über das Germananthum uit 1879 kende 4 herdrukken. Van Stoeckers eerste Judenrede werden op enkele weken tijd 14.000 exemplaren verkocht en ze verscheen in verscheidene kranten. De verspreiding van August Rohlings Talmudjude wordt geschat op enkele honderdduizenden exemplaren. Dat zijn cijfers van een heel andere orde.

Sla je vandaag een encyclopedie open dan zal je uitgebreid worden geïnformeerd over Wagners antisemitisme. Wat ik mij al geruime tijd afvraag is of encyclopedieën geschreven voor de tweede wereldoorlog Wagner ook als antisemiet afschilderen. Ik heb daar ernstige twijfels over. Wie daar gegevens rond heeft mag ze mij altijd overmaken. Volgende gegevens duiden in die richting: in Erich Lehnhardts Geschichte über die antisemitische Bewegung in Deutschland (1884) komt de naam Richard Wagner niet eens voor. Evenmin in de latere studie van Paul Massing “Rehearsal for destruction: A study of Political Antisemitism in Imperial Germany (1949)

Jonas Karlsson is PH.D aan Yale University en promoveert in mei 2010 met een dissertatie over Wagner en het antisemitisme. Het zou mij benieuwen om die eens in te kijken.

Bron: Jonas Karlsson, Wagner-Stoecker-Wagner. Eine Korrektur. Wagnerspectrum, Heft 2/2009

Geen opmerkingen: