donderdag 2 december 2010

Hebzucht in de opera : Part 4


Die Abendzeitung publiceerde onlangs een voorzichtige schatting van het salaris van de best betaalde ambtenaar van München : de heer Christian Thielemann. Als muziekdirecteur van de Münchner Philharmoniker zou hij zich jaarlijks 800.000 euro laten betalen en dat terwijl het hier niet eens om een full-time job gaat want Thielemann gasteert ook nog bij de Wiener Philharmoniker en vindt, zoals u weet, ook nog de tijd om zijn zomers op te leuken in Bayreuth. Ter vergelijking: de burgemeester van München verdient 154.000 euro.

Wat ik mij dan altijd afvraag is hoe zo'n duurbetaalde maestro zich voelt telkens als hij een Wozzeck moet dirigeren of een ander werk dat de condition humaine even schrijnend voor het voetlicht brengt? Hoe hypocriet ben je dan op zo'n moment, wetende dat de gebraden kippen je zo maar in de mond vliegen met het geld van de belastingbetaler?

En wat te denken van de nuchtere vaststelling dat de componist op wiens scheppend oeuvre de maestro zijn reputatie heeft gebouwd zo goed als nooit één frank overhield aan alle concerten die hij noodgedwongen moest houden om wat bij te klussen? En Wagner was minstens zo'n goede dirigent als Thielemann.

Als er, zoals we vandaag kunnen vaststellen, niets meer van betekenis wordt gecreëerd binnen de kunstvorm opera en er alleen wordt geprofiteerd van het zweet van scheppende kunstenaars uit het verleden dan weet ik één ding heel zeker: dat het einde van opera als kunstvorm in zicht is.

Geen opmerkingen: