woensdag 23 maart 2011

De volksverlakkerij van links (2)



De afgelopen weken waren schermutselingen tussen linkse actoren uit de cultuursector en de Vlaams-nationalisten weer niet van de lucht. De frietgeur rond het wereldrecord regeringsvorming was nog maar net opgetrokken aan het Gentse Sint-Jacobsplein of NVA-opperhoofd Bart De Wever beet de spits af met “Erfgenamen van Uilenspiegel” (De Standaard 22/02). Daarin verweet hij links te reageren als kleinburgers. Dat had hij niet moeten doen zonder ook maar een begin van argument te formuleren. En dreigen met opschorting van subsidie was ook al geen al te slimme zet van NVA. De culturele wereld moet zich tenslotte op alle maatschappelijke thema’s in volledige onafhankelijkheid kunnen uitdrukken. Maar over de kern van de zaak had hij natuurlijk overschot van gelijk : “De mantra van de Vlaamse geborneerdheid wordt in die middens steevast afgespeeld tegenover iedere uiting van Vlaams zelfbewustzijn. Toen het Vlaams-nationalisme politiek gedomineerd werd door radicaal rechts kon dat probleemloos volstaan. De holle frasen over wereldburgerschap, multiculturele verrijking en solidariteit klinken echter minder overtuigend tegenover een pleidooi voor een inclusieve Vlaamse identiteitsbeleving die complexloos naar de wereld kijkt en die ideologisch gegrondvest is op het streven naar democratisch en doeltreffend bestuur ”

Geert Van Istendael reageerde prompt met “ De Belgische kleinburger slaat andermaal toe” (De Standaard, 25/2). Geert schaarde zich achter Ovidius, Bach, Baudelaire, Garcia Lorca om aan te tonen hoe subversief kunstenaars wel kunnen zijn en hoe hij samen met zijn wapenbroeders die avond in de KVS een traditie had weten hoog te houden. Van Istendael heeft een punt maar vergist zich zoals zo vaak van vijand. Komt de rol van subversieve kracht in deze niet toe aan de Vlaams-nationalisten? Wie anders legt er het vuur aan de schenen van een Belgisch establishment dat al sinds 1830 de Vlaming misgunt waar hij recht op heeft? Je moet al een Amadees zijn om met zo’n kromme redenering naar buiten te durven komen.

Jan Goossens, baas van de KVS, klopte zich in “Ons complexloze Vlaanderen” (De Standaard, 26/02) op de borst door aan te tonen hoe zijn KVS, als bastion van Vlaams zelfbewustzijn, werkt aan haar emancipatorische missie. Alsof we dat nog niet wisten. Hoe hij het achterwerk van Arno daarin kan plaatsen is mij vooralsnog een raadsel. Het punt is : Fabre in Avignon, Cassiers en Lanoye in de Olympia, Luc Tuymans in MoMA, dat zijn evenzoveel manifestaties van complexloze Vlaamse identiteit in het buitenland. Daarin tonen kunstenaars zich absoluut als fantastische Vlamingen. Een slechte Vlaming word je niet door kleurige kevers te plakken aan het plafond van één van de paleizen van onze monarch. Een slechte Vlaming word je door het emancipatiedenken van het eigen volk in woord en daad te bestrijden en dan nog wel op een cruciaal moment als dit.

Nochtans was het ooit anders : “Niet zo lang geleden vonden kunstenaars en intellectuelen de voorhoede van de Vlaamse Beweging een vanzelfsprekende biotoop. Van Conscience tot Vermeylen, van Van Ostajen tot Van de Woestijne: hoe divers hun opvattingen ook, ze waren doordrongen van de gedachte dat hun talent hoorde bij te dragen tot de vorming van een Vlaamse of Nederlandstalig-Belgische natie. “ zegt Kevin Absillis in “Koddig Vlaanderen” (De Standaard, 28/2)”

Daarna ging het fout. Absillis: “ Na 1945 gingen almaar meer auteurs hechten aan ideologische onafhankelijkheid. Deze kunstenaarsopvatting manifesteerde zich internationaal, maar het morele failliet dat een groepje collaborateurs tijdens de oorlog over het flamingantisme had afgeroepen, speelde in Vlaanderen een katalyserende rol. Schrijvers gingen zich voortaan verzettten tegen het idealisme van hun voorgangers, dat ze naïef en gevaarlijk vonden”

Daarmee zijn we weer maar eens bij het nationaal-socialisme aanbeland, dat eeuwige breekijzer van links waarmee zij rechts, zo vaak als zij maar kan, in een moreel inferieure positie tracht te maneuvreren. Als verdedigers van Wagner kennen wij dat procédé maar al te goed. Een typisch voorbeeld: Luc Tuymans bekende vorige week op Klara dat hij ooit eens danig gepakt was geworden door Götterdämmerung en dat hij samen met zijn echtgenote graag eens in de zetels van het Bayreuthse Festspielhaus zou willen postvatten om Der Ring des Nibelungen te consumeren. Tegelijkertijd noemde hij Wagner de “slechtste beste componist”. Waar dat op sloeg kwamen we niet te weten maar we kunnen wel raden wat een schilder met een obsessie voor het Derde Rijk daarmee bedoelt. Altijd dat dubbele. Nooit krijg je eens een eerlijke analyse van links.

Ondertussen zal het duidelijk zijn dat het debat lang niet altijd over inhoud ging maar vaker wel dan niet thuishoorde op de sofa van de psychiater. De Britse hersenwetenschapper Kathleen Taylor, auteur van “Cruelty, Human evil and The human brain” werd onlangs geinterviewd in Knack. Op de vraag waarom zoveel Duitsers zo gemakkelijk meegingen in de gruwelijkheden van het Derde rijk antwoordde zij: “Het antwoord is heel eenvoudig: de meeste mensen zouden dat gedaan hebben. Mensen geven niet graag toe dat ook zij wellicht tot zulke daden in staat zouden zijn. Moreel ongewenst gedrag associëren we altijd met de anderen. Wij zouden nooit in staat zijn om zulke verwerpelijke daden te stellen. Het zijn de anderen, de rotte appels, de slechteriken. Het is iets wat we wegduwen, we willen er niets mee te maken hebben. En dat is de verkeerde houding. We zouden net moeten leren om te begrijpen hoe het werkt, waarom iedereen er vatbaar voor is. Alleen dan zouden we het beter kunnen voorkomen.” Daar kan ik volmondig mee instemmen en zoals ik het zie is het hierboven geschetste gedrag een specialisatie van links. Bovendien is links heel vaak stekeblind voor misdaden van de linkerzijde. Ik ken Amadezen die mij haast te lijf zouden gaan wanneer ik hen vertel dat Jozef Stalin een massamoordenaar was. Het is die hypocrisie, die morele pretentie en dat meten met twee maten en twee gewichten die ik bij links zo uitermate weerzinwekkend ben gaan vinden.

Nog was de bui niet over want Erwin Mortier vond het vervolgens nog eens nodig om in “Land zonder cultuur” (De Morgen, 26/2) te pleiten voor een federaal cultureel niveau, zonder één enkel argument op te dissen en dus enkel bedoeld om de NVA te jennen. Hoe wereldvreemd kan je zijn? Met dank aan Bert Anciaux en Bart Caron om deze kwakkel meteen uit de wereld te helpen. Anciaux/Caron: “Om vele redenen klinkt het bizar plots te pleiten voor een cultuurbeleid op federaal niveau, als noodzakelijk uithangbord voor de grandeur van de Belgische natie. Los van de slechte motivering om cultuur als vlaggendrager te beschouwen, borrelen ook herinneringen aan la Belgique à papa op. Ondertussen draagt het federale niveau al eeuwenlang verantwoordelijkheid voor de eigen culturele en wetenschappelijke instellingen. Even zolang een schrijnende verwaarlozing. Ondanks het prestige van de Munt, PSK en sommige musea, genoten deze instellingen amper investeringen. Een aantal draagt ongetwijfeld de potentie voor internationale faam, sommige maken dat ook waar. Te veel gaat echter verloren door slecht beheer, foute investeringen en politieke versnippering als koppig residu van hautaine francofonie.”

En passant deed ook Etienne Vermeersch (De Standaard 12.03) zijn duit in het zakje : “Voor mij is het vooral een kwestie van rechtvaardigheid. De Vlamingen storten al meer dan 20 jaar zo’n vijf tot zes miljard aan de Walen. Maar omgekeerd zijn de Walen niet solidair. Zeker dertig Nederlandstalige gemeenten zijn de voorbije honderd jaar Franstalig geworden. Dat is geen demografische evolutie, dat is een invasie: een voortzetting van de expansieoorlog met andere middelen.” En over de KVS-kunstenaars : “Die kunstenaars weten willicht niet waarover ze spreken, het lijkt allemaal zo petit bourgeois. Is hun moeder meid geweest bij Franstalige baronnen in Vlaanderen? Heeft hun oom in 14-18 in de loopgrachten gevochten? Mijn onkel Odile ging zich als vrijwilliger aanmelden voor een verkenningsopdracht en ze zeiden hem: parlez au moins une langue un peu plus propre que ce sale flamand.”

En Peter De Graeve in “Ook flaminganten hebben het recht om uitgelachen te worden” (De Standaard, 19/3): “Het grote probleem van België is niet dat de Vlamingen plots met z’n allen onsolidair of egoïstisch geworden zijn, of rechts, nationalistisch, flamingantisch of hoe je het ook wilt noemen. Het grote probleem is dat België fundamenteel ondemocratisch is. Al sinds zijn ontstaan. We hebben allemaal op school geleerd dat België zo verdeeld is omdat er drie breuklijnen doorheen lopen. Vlaams versus Waals, links versus rechts, katholiek versus vrijzinnig. Maar dat is maar het halve verhaal. Onder die breuklijnen, die de jongste jaren trouwens steeds minder uitgesproken zijn, loopt een breuklijn die veel dieper gaat, met name de tegenstelling tussen vrijheid en gelijkheid, de basis van de moderne democratie. In volwassen democratieën houden vrijheid en gelijkheid elkaar in evenwicht. Iedereen mag doen en zeggen wat hij wil – vrijheid- zolang hij daarmee maar geen anderen benadeelt – gelijkheid. Dat principe is absoluut. Je kunt niet een béétje gelijk zijn, net zomin als je een beetje zwanger kunt zijn. Ofwel is iedereen gelijk, ofwel niemand.
Maar in België is dat niet zo. Hier is de vrijheid van een Franstalige elite altijd ten nadele gegaan van de gelijkheid van een Nederlandstalige meerderheid. Dat is het probleem. Daar zou het debat over moeten gaan”.

Het leuke aan zo’n debat is dat je er nog eens wat Vlaams-nationalisten door leert kennen en doorgaans zijn dat mensen met meer cultuur in de bagage dan een troela als Marijke Pinoy of een dronkaard als Arno.

Steun voor NVA kwam er tenslotte geheel onverwacht uit de hoogste culturele kringen, uit Madrid nog wel. Op Radio 1 vertelde kunstpaus Gerard Mortier dat hij Bart de Wever, anders dan veel van zijn culturele vrienden, hogelijk bewondert. "Ik weet dat veel van mijn vrienden hem hebben geattaqueerd, maar hij fascineert mij vanwege zijn intelligentie".De Wevers verkiezingsoverwinning noemde Mortier "zeer positief, omdat we op een moment zijn gekomen dat we beslissingen moeten nemen die verdragend zijn. Als we dat niet doen zal de factuur die iedere burger zal moeten betalen zo enorm worden dat alle politici daarbij zullen verliezen." Naar eigen zeggen zou Mortier twee pagina’s in El Pais geschreven hebben om de Vlaamse Beweging aan de Spanjaarden uit te leggen. Awel, chapeau, mijnheer Mortier!

Als Mortier het gekrakeel van zijn intiemste vrienden als Lanoye, Platel, Hertmans kan overstijgen mogen wij dan misschien hopen dat links haar karikatuur van het Vlaams-nationalisme zou willen staken en het Vlaamse emancipatiedenken niet langer bestrijden? En zouden de Vlaams-nationalisten eens niet laten horen hoe graag zij hun Vlaamse kunstenaars wel zien (als kunstenaar bedoel ik), zelfs al dragen zij het hart ter linkerzijde ?

2 opmerkingen:

Johan Uytterschaut zei

Bedankt Jos. Ik ben kunstenaar (zanger en musicoloog) en ik onderschrijf helemaal wat je in dit bericht hebt gesteld. We zouden eens moeten nadenken over een soort Gravensteenmanifest voor kunstenaars. Ik heb daar al naar gepolst links en rechts, maar iets dergelijks lijkt (nog) niet te bestaan. Zelf heb ik de tijd niet om er mij op vruchtbare wijze mee bezig te houden, maar ik weet pertinent zeker dat er een voedingsbodem bestaat voor een gezond Vlaams kunstenaarsforum.

Jos Hermans zei

Hallo Johan. Wie ben ik om zo'n initiatief te ontplooien? Het zou uit de sector zelf moeten komen. Best mogelijk dat er een voedingsbodem voor is maar je kan niet voorbij aan het feit dat de culturele sector gedomineerd wordt door links. Veel kunstenaars lijken zich afzijdig te houden in het debat. Uit schrik? Het zijn altijd dezelfde die zich roeren. Kenschetsend in dat verband is de reactie van acteur Koen De Graeve (Lasse in De Ronde) in het dubbelinterview met zijn broer Peter in De Standaard :
http://www.destandaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20110319_024