woensdag 25 mei 2011

Die Walküre in Kinepolis (3)


Omdat ik het vorige week te druk had met vakantie nemen wil ik nog even terugkomen op Die Walküre. Het is moeilijk te beoordelen of de technische storingen die de voorstelling in Kinepolis Gent ondermijnden aan de instabiliteit van de satellietverbinding lagen dan wel aan de slordigheden van het locale technische personeel. Wat wel zeker lijkt is dat het om een geïsoleerd geval gaat. Zelf zag ik de voorstelling in Nîmes en daar heb ik behalve een zeer korte microcoupure tijdens de Feuerzauber nergens van te klagen gehad : het beeld was magnifiek en door de aard van de belichting steeds bijzonder scherp. De balans tussen solisten en orkest was uitstekend, het geluidsniveau perfect. Van ruis heb ik niets gemerkt. Technische onvolkomenheden als deze zijn echt niet de regel en het is jammer dat op die manier afbreuk wordt gedaan aan de reputatie van de live transmissies die tenslotte niets minder zijn dan een technisch huzarenstukje.

De technische aspecten van de voorstelling hebben mij in geen enkel opzicht gehinderd om de artistieke merites van de productie te waarderen. Zowat alle kranten hadden hun redenen gehad om de premièrevoorstelling van saaiheid te betichten maar daarvan viel in de cinema nu eens lekker niets te merken. Het leek wel of de journalisten een andere voorstelling hadden gezien. Hoe valt dit te verklaren ? Wel, heel eenvoudig. Moest er nog een bewijs geleverd worden dat gefilmde opera veel beter kan overkomen in de cinema dan in het theater zelf, dan is dat bij deze nog maar eens gebeurd. Natuurlijk had de Canadese wizzard zijn acteurs weer eens aan zichzelf overgelaten en was de productie ondanks zijn veelbesproken "Machine" in feite niet verschillend van datgene wat reeds 150 jaar tot de geplogenheden van de Met behoort. In technologisch opzicht was "The Machine" grotendeels inert, zij stoorde de bewegingsvrijheid van de solisten eigenlijk nooit en herleidde zich in feite tot een bijzonder duur canvas voor de projectie van videobeelden. Die waren op het naïeve af maar altijd gepast en zelfs bloedmooi zijn zoals in de finale. Als de solisten dan op zo'n olympisch niveau staan te presteren met een camera in de buurt die elke nuance genadeloos registreert dan ontstaat vanzelf een dwingende dramaturgie, die de cinemabezoeker besluipt en naar de keel grijpt maar die grotendeels onzichtbaar blijft voor de argeloze theaterbezoeker die, gekluisterd aan zijn theaterzetel , genoegen moet nemen met zijn unieke "camerastandpunt". Op zo'n moment is het goed te beseffen dat de toekomst van opera zich gedeeltelijk in de cinema zal afspelen en dat die toekomst 3D zal zijn.

Dat Jonas Kaufmann zijn debuut als Siegmund niet zou missen zal wel niemand hebben verbaasd. Door zijn baritonale timbre zit de partij hem als gegoten en ik kijk nu al uit naar zijn Tristan. Van het onaangename, kelige geluid dat hij bij hoger liggende partijen soms produceert viel nauwelijks iets te merken. Ontwapenend was het zelfvertrouwen waarmee hij de partij te lijf ging, alsof hij ze al 10 jaar achter de kiezen heeft en de Wälse-roepen waren meer dan OK. Eva-Maria Westbroek presteerde op haar gekende hoge niveau, als gevolg van haar succesvol debuterende collega misschien zelfs een tikkeltje hoger dan ooit. Was Hans Peter König iets te flets als personage, vocaal presteerde hij voortreffelijk.

Zonder twijfel kwam de grootste verrassing van Bryn Terfel. Wat is die man gegroeid in het Wagner vak! Terfel smeet zich in de Walküre-Wotan met een van hem nog nooit geziene overgave. Dat resulteerde in een erg zinnelijke voordracht. Niet zelden ontwikkelde hij een spannend rubato en de monoloog, de lakmoesproef voor elke Walküre-Wotan, was grandioos van nuancering en dynamiek. Kortom, een prestatie die haar plaats zal opeisen in de interpretatiegeschiedenis van de laatste 50 jaar . Eat your heart out, Bayreuth! Een Walküre-Wotan op dat niveau is sinds John Tomlinson in Bayreuth niet meer te horen geweest. In zijn aan de kitsch grenzende borstkuras zag hij er bovendien fantastisch uit, in elk frame van elke close-up.

Stephany Blythe kon de hele scala aan emoties van Fricka's innerlijke wereld afwerken zonder één millimeter te bewegen. Deborah Voigt leverde de zwakste prestatie af, haar vibrato was niet steeds even fraai, haar dictie te benaderend. Vooral wist ze onvoldoende blijf met haar personage. Laat dat nu net iets zijn waar ze nog kan in groeien.

Mogen wij dit document op blu ray verwachten a.u.b. ?

Geen opmerkingen: