vrijdag 27 juli 2012

Een Hollander van karton ?


Er valt geen spookschip en geen zee te bespeuren in de nieuwe produktie van "Der Fliegende Holländer" in Bayreuth. Jan Philipp Gloger lijkt de zee te nemen als metafoor voor de stormen des levens en die spelen zich voornamelijk af in onze prestatiemaatschappij.

De Hollander is een succesvol zakenman met een burn-out die merkt dat het verzamelen van rijkdom hem niet behoedt voor existentiele verveling. Senta is een kunstenares die zich gevangen voelt in onze consumptiemaatschappij.

De "Spinnstube" is een fabriekshal waar ventilatoren worden verpakt in kartons. Model N1-H12. Met tape en plakstift bouwt Senta een model van de Hollander en zijn boot. Door haar bloedrood kleed valt ze op te midden van de blauwe uniformen van de arbeidsters. In de finale pleegt ze zelfmoord met een schaar. Ook de Hollander bezwijkt.

Zoals gebruikelijk: jubel voor zangers en orkest, boe's voor de regie. This must be Bayreuth.

woensdag 25 juli 2012

De halfzusjes maken plannen


Op de persconferentie in Bayreuth onthulden Katharina en Eva Wagner gisteren een klein beetje van de plannen die zij koesteren voor de Festspiele INDIEN hun contract verlengd wordt in 2015.

2016 : PARSIFAL. Regie: Jonathan Meese. Dirigent:Andris Nelsons. Met Klaus Florian Vogt, Petra Lang, Georg Zeppenfeld.
2017 : DIE MEISTERSINGER
2018 : LOHENGRIN. Christian Thielemann dirigeert. De Duitse kunstenaar Neo Rauch tekent voor de decors. Met een "belangrijk regisseur" zou onderhandeld worden.
2019 : TANNHÄUSER
2020 : DER RING DES NIBELUNGEN

Reeds eerder werd bekend dat Kirill Petrenko, na lang aarzelen, de Ring van 2013 zal dirigeren. Angela Denoka zal worden vervangen door Catherine Foster, een Brünnhilde van tweede garnituur zoals je op de dvd's van De Ring van Weimar moeiteloos kan vaststellen. Wie zal deze vervloekte Ring redden? Wie wordt de Wotan? Geen idee.

zondag 22 juli 2012

De ex-Hollander van Bayreuth


Evgeni Nikitin zou de Hollander worden van Bayreuth. Twee jaar geleden was hij nog drummer van een heavy metalband in St-Petersburg. De beste tijd voor een mannenstem begint met 40, zegt hij in Die Welt: "Dann weißt du, welche Seele deine Stimme hat. Alles vorher dient nur dazu, Bühnenerfahrung zu sammeln. Damit du vorbereitet bist, wenn du ein richtiger Sänger wirst." Nikitin is een échte zanger. In september wordt hij 39 .

Nikitin is een ontdekking en een protégé van Valery Gergiev. Hij had 8 minuten nodig om Christian Thielemann en Katharina Wagner bij het voorzingen te overtuigen. Zoals we reeds konden vaststellen in de dvd-opname van de Münchense Lohengrin was zijn voordracht als Heerrufer bijzonder boeiend en zijn uitspraak van het Duits idiomatisch nagenoeg perfect. Dat laatste is des te merkwaardiger daar hij nauwelijks Duits blijkt te verstaan. Onder elk woord van de zangstem schrijft hij de Russische vertaling ervan. Zo weet hij wat hij zingt. Een zanger die gebeten is om te weten wat hij zingt, wordt vanzelf een goede zanger.

Vrijdagavond tijdens de culturele uitzending "Aspekte" op ZDF kreeg de festivalleiding en de regisseur in de smiesen dat er tussen de vele tattoos op zijn lichaam een hakenkruis te zien is. Zaterdagmorgen werd hij door Peter Emmerich op het matje geroepen waarop Nikitin zijn ontslag gaf. "Ich habe mir die Tattoos in meiner Jugend stechen lassen. Es war ein großer Fehler in meinem Leben und ich wünsche mir, dass ich es niemals getan hätte.", aldus Nikitin in de FAZ. Peter Emmerich daarentegen: "Dazu muss man Haltung beziehen. Da kann man nicht einfach zur Tagesordnung übergehen."

Wat een onwaarschijnlijk staaltje van hypocrisie! Hier voor ons staat een talentvolle zanger die reeds voldoende heeft bewezen het beste in zichzelf naar boven te willen halen en daarvoor ook bereid is te investeren in zichzelf. Die man wordt de laan uitgestuurd omwille van een foute tattoo die hij als 16-jarige rocker op de borst liet aanbrengen en waar verder niemand last van heeft terwijl de Festspiele zelf 50 jaar lang door een nazi zijn geleid. Laat Bayreuth eens beginnen met de spuuglelijke Wagnerbuste van Arno Breker, Hitlers favoriet beeldhouwer, op te ruimen!

Ik ken er een paar op de Groene Heuvel die in een dwangbuis zouden moeten worden afgevoerd. Als cadeau voor deze geweldige beslissing - de zoveelste op een rij!- krijgt de bezoeker van de Festspiele nu de expressieloze Koreaan Samuel Youn als Hollander. Vielen Dank!

Voor Nikitin zou deze productie ongetwijfeld een boost voor de carrière hebben betekend. Laten we hopen dat de internationale aandacht die hem door dit incident te beurt valt voor hem als een uitstekende pr-stunt zal uitpakken.

Het is ditzelfde petieterige denken dat de levens verwoestte van Max Lorenz en Germaine Lubin, twee artiesten wier enige misdaad erin bestond om respectievelijk de favoriete Siegfried en Isolde van Adolf Hitler te zijn.

Ook Nikolaus Bachler, intendant van München, noemt de familie Wagner hypocriet: "Ich sehe in der Causa Nikitin zunächst mehr ein Problem Bayreuths und der Wagner-Familie als eines des Sängers. Dass die Torheit eines 16-jährigen Rocksängers, der diese längst bereut und versucht hat, ungeschehen zu machen, ausgerechnet nun von der Wagner-Familie geahndet wird, finde ich verlogen. Man zeigt offenbar mit dem Finger auf jemanden anderen, weil man mit der eigenen Geschichte ein Problem hat."

Terecht besluit de FAZ: "Versagt hat nicht der russische Sänger. Versagt haben, wieder einmal, die Festspiele. Auch noch 2012 ist der Mythos Bayreuth ein kranker Mythos, voller Flecken. Solange jedenfalls, wie noch Brekerbüsten im Park herumstehen, solange, wie die Familie der Wagners Briefe unter Verschluss hält und die Aufarbeitung ihrer braunen Vergangenheit extern an Wissenschaftler delegiert; solange, wie man verdruckst, verkorkst mit doppelter Zunge spricht und taktiert: Solange wird es in Bayreuth immer wieder hässlich stinken und krachen."

maandag 16 juli 2012

Parsifal in Amsterdam : Sober, verrijkend en intens !


Vol verwachting keken we uit naar de opvoering van Parsifal in De Nederlandse Opera, in een regie van Pierre Audi en met decors van Anish Kapoor, een tandem die ook in de Munt reeds samenwerkte voor Pelleas & Melisande van Debussy.

Het decor van de eerste akte bestond uit een rotsstructuur die in rood licht baadde. Als men nader keek zag men in de rotsstructuur gezichten, die een mix waren van een inca- en boeddha-hoofd. De regie was heel sober en legde vooral de klemtoon op de interactie tussen Gurnemanz, Kundry en Parsifal. De regie volgde het draaiboek van Wagner nauwgezet : er werd een zwaan neergeschoten, Parsifal was inderdaad een "reine dwaas" en de koning was gewond door de speer in zijn zij. Alleen werd de koning niet binnengedragen door de graalridders, maar strompelde zelf de scène op. De scènewisseling in de eerste akte gebeurde achter gesloten doek en toonde daarna de achterkant van de rotsstructuren met een grote stelling waarop de gemeenschap van graalridders postgevat hadden. Dezen verlieten allemaal hun stelling, waarna Parsifal alles verkende en van bovenop alles in de gaten hield. De koning nam plaats op een middenverdiep. De onthulling van de Graal was een fundamentele afwijking (een van de enige tijdens de ganse voorstelling) van het oorspronkelijke scenario. Geen Graal, maar een wit doek waarop bloed begon te vloeien, werd uitgerold. Waarom voor die afwijking gekozen werd, bleef mij een raadsel.

De tweede akte was het hoogtepunt van de voorstelling. Een grote ronde spiegelende zilveren schaal werd neergelaten in het midden van het decor en alles wat op scène getoond werd, werd aldus gespiegeld. Schitterende beelden waren de weerspiegeling van Parsifal tussen de kleurige bloemenmeisjes, alsook de weerspiegeling van de rosse haren van Kundry die het geheel een gouden tint gaven. Het duet tussen Parsifal en Kundry, bracht zowel qua regie als muzikaal het meeste spanning en intensiteit tijdens de ganse voorstelling. De confrontatie tussen Parsifal en Klingsor daarentegen verliep zoals reeds vele malen gezien op scène. De punt van de speer brak af, Klingsor verdween en Parsifal recupereerde de speer.

De derde akte was heel sober en symbolisch. Waar de spiegel in de tweede akte hing, was nu een grote opening. Daarbovenop verscheen een blauwe cirkel bij de scène-wisseling. De regie was heel sober en deed soms denken aan Robert Wilson, maar dan iets minder statisch. Ook hier werd alles strikt volgens het script uitgevoerd : de voetwassing van Parsifal door Kundry, de aanraking van Amfortas met de speer, de overname van de ere-dienst door Parsifal enz.

Globaal gezien deed de uitvoering het meeste denken aan de Lehnhoff-productie in Baden-Baden die ook op DVD verschenen is, zowel qua decor, regie en bewegingen, maar dan met nog meer soberheid en rust gebracht.

Wat de muzikale leiding betreft, bracht de Hongaarse dirigent Ivan Fischer met het Concertgebouworkest een heel langzame lezing, maar wel met een ongelooflijke transparantie, klankkleur en balans tussen de orkestgroepen. Vooral de derde akte imponeerde muzikaal qua orkest-dynamiek. Af en toe een crescendo, af en toe een kleine ritmeversnelling. Het geheel boeide van begin tot einde ; de derde akte vormde het summum op orkestraal vlak. En niettegenstaande de langzame tempi, vloog de tijd voorbij.

Christopher Ventris blijft de Parsifal van het ogenblik. Hij beheerst de rol volledig – hij speelt niet Parsifal, maar hij "is" Parsifal. Zijn klankkleur blijft stoer en viriel, maar hij weet de nodige accenten te leggen in de rol en evolueert van reine dwaas tot opvolger van Amfortas op een uiterst geloofwaardige manier, zowel in zijn spel als in zijn zang.

Petra Lang beheerst de rol van Kundry, maar klinkt af en toe schril en scherp in de hoge noten. Zij kan ons Waltraud Meier niet doen vergeten. Haar spel is heel intens en tijdens het duet in de tweede akte blinkt zij uit samen met Christopher Ventris. Daar horen we stemmen van het hoogste niveau.

Falk Struckmann is een oudgediende in Wagner-opera’s. Hij was reeds vele malen te zien in de Munt te Brussel, maar zong voor het eerst bij DNO. Hij zette een heel geloofwaardige Gurnemanz neer met heel mooie muzikale momenten.

De Russische bas Mikhail Petrenko was de enige die enigszins ontgoochelde in zijn rol als Klingsor. Hij heeft wel een mooie en warme stem, maar kwam als Klingsor niet echt geloofwaardig over. De rol van Amfortas was adequaat bezet door Alejandro Marco-Buhrmester.

Globaal gezien was deze voorstelling een magistrale theaterbelevenis op alle vlakken : muzikaal, stemmen, regie, decor, belichting. Het was niet de grote vernieuwing – maar we kunnen ons afvragen of dit wel moet ? Want de produktie die een tijd geleden in de Muntschouwburg te zien was, bulkte van de schitterende nieuwe ideeën en visie op het werk wanneer men alles op voorhand bestudeerde, maar was scenisch een catastrofe, zeker op het vlak van de eerste akte (bijna de helft speelde zich in het donker achter struiken af zonder dat men iets zag) en de derde akte (anderhalf uur kijken naar mensen die stappen op een lopende band…). Het was ook geen klassieke opvoering in Amsterdam, maar een tijdloze symbolische kijk op Parsifal, waar we bepaalde stukken herkennen vanuit andere produkties, maar waar ook wel een aantal nieuwe accenten getoond werden. Een voorstelling waar men gelouterd naar buiten komt, heel sober, verrijkend en intens. Nu maar afwachten welke Parsifal de Vlaamse Opera volgend jaar zal brengen in Antwerpen en Gent… Voor mij blijven deze tijdloze Amsterdamse voorstelling en de herziene kijk van Herrheim in Bayreuth toch twee hoogtepunten in de Parsifals die ik live kon meemaken.

vrijdag 13 juli 2012

Live streaming van Münchense Götterdämmerung



Nu zondag 15 juli vanaf 17u kan u de productie van Götterdämmerung in München, waar Johan het over heeft, LIVE bekijken via streaming :

GÖTTERDÄMMERUNG LIVE

De goden mogen dan wel deemsteren,
de Münchense Ring niet !

Van Johan Uytterschaut ontving ik volgende reportage over de Ring van München:

Ik kende het oeuvre van regisseur Andreas Kriegenburg niet toen ik naar München trok voor de Ringcyclus van 3 tot 8 juli. Hoogstens de fotogalerij op de website van de Bayerische Staatsoper maakte mij iets wijzer: de figuranten zouden een belangrijke rol spelen in het realiseren van het Bühnenbild. Als concept leek mij dat een interessante gedachte – de realisatie moet je in zulke gevallen afwachten.
Dus met een open geest naar Rheingold. Hoewel, niet helemaal open. Het Davidsfonds had deze reis ingericht, en ik heb voor mijn medereizigers een ontmoeting met Thomas Blondelle op de koffie kunnen regelen; hij zou ‘s avonds Froh zingen in deze productie. Uiteraard had hij een opinie over wat we te zien zouden krijgen, maar het blijkt nog maar eens dat waar je zelf middenin staat te weinig afstand impliceert om de zaken accuraat te kunnen percipiëren.

Hij was uiteindelijk toch wat té kritisch wat de enscenering betreft. Het decor van Harald Thor is bijzonder sober uitgevallen. Een grote houten doos met moduleerbare elementen houdt het tot het einde van Die Walküre uit. Als theatrale ruimte heeft zoiets zeker zijn verdiensten, voor zover het toelaat een deugdelijke en pakkende personenregie uit te bouwen. In dit geval is dat laatste nogal letterlijk te nemen, gezien de reeds vermelde keuze voor figuranten die mee het decor uitmaken. Gelukkig is het scèneteam niet blijven hangen in esthetische spelletjes (enkele scènes niet te na gesproken). Van bij aanvang wordt duidelijk gemaakt dat de Wereld heel erg aanwezig is in deze Ring.


DAS RHEINGOLD
Tijdens het Vorspiel tot Das Rheingold wordt door een vrij groot aantal mensen een soort picknick gehouden, waar dan blijkbaar de idee of de (woordenloze) afspraak groeit om iets te doen op de scène. Let’s make an opera. Op het eerste zicht wellicht naïef, maar uiteindelijk werkte het goed, a fortiori voor het latere expressieve en maatschappijkritische belang van de Statistentroep op cruciale ogenblikken. Verder heeft Kriegenburg goede oplossingen in huis voor de problematische scènevereisten die eigen zijn aan de Ring. Enkel de scène waarin het goud opgestapeld moet worden om Freia aan de blik te onttrekken overtuigt niet.

Intussen het Orkest van de Beierse Staatsopera. Een ensemble met een grote reputatie, hier in de handen van Kent Nagano. Is deze dirigent de beste keuze voor de Ring? Wellicht niet, maar technisch doet hij wat van hem verwacht wordt. Zonder veel meer. Ik houd meer van de aardkleuren die Georg Solti uit de kopers van de Wiener Filharmoniker haalt, en in Keulen heb ik ook al meer inspiratie gehoord, maar goed. Je hoeft je als luisteraar niet te beklagen; tenzij misschien occasioneel vanaf het derde bedrijf van Siegfried. Maar daarover later meer.
De bezetting van Das Rheingold dan. Helemaal homogeen was die niet. Johan Reuter liet als Wotan geen echte indruk na. Proper, maar George London is nog lang niet vergeten. Langs dezelfde lijnen over de Freia van Aga Mikolai en de Erda van Catherine Wyn-Rogers.

De Fricka van Sophie Koch is daarentegen wel de moeite van het vermelden waard. Haar wat onderkoelde acteerstijl past bij het personage, en vocaal beheerst ze de partij. Afwachten wat het in Die Walküre wordt. Thomas Blondelle staat zijn mannetje in de wat ondankbare rol van Froh, met enkele zinnetjes en heel veel acteerwerk op de achtergrond. Ik moet het verder zeker nog hebben over de Woglinde van Eri Nakamura (vooral vocaal opvallend sterk), de Alberich van Wolfgang Koch (zowel vocaal als scenisch op het randje van indrukwekkend) en de Loge van de Slovaakse tenor Stefan Margita. Die is in deze rol helemaal indrukwekkend, met een fantastisch naturel: perfect in de roos, en bewijst nog maar eens welk een gouden rol deze halfgod hier te vervullen heeft.


DIE WALKÜRE
Die Walküre zorgt voor heel wat meer discussie. Het concept en de personenregie bouwen verder op de aanzet van Das Rheingold. Er is zelfs sprake van enkele gedurfde choreografische tussenkomsten (Zenta Haerter), die voor een deel van het publiek blijkbaar niet door de beugel konden, met enthousiast wederwoord tot gevolg. Specifiek hetgeen gedanst werd voor het begin van het derde bedrijf is het vermelden waard. De Walkürenpaarden werden daar ten tonele gevoerd door langharige en snuivende danseressen vooraleer het orkest met de rit begon. Voor mij een geslaagde zet, en overtuigend en consequent uitgevoerd: de danseressen speelden hun rol achterin het podium verder tot het vertrek van Brünnhilde’s 8 zussen.

Over het orkest valt niets nieuws te vertellen.
Over de bezetting des te meer. Sophie Koch speelt en zingt haar Fricka goed. In de cruciale tweede scène van het tweede bedrijf is haar weerwerk voor de Wotan van Thomas J. Mayer erg genietbaar. Haar wederhelft overtuigt echter, alweer, niet helemaal. Hij speelt gelukkig bijzonder overtuigend, maar deze rol is niet voor zijn stemvak geschreven. Als vertolker van Onegyn, Wozzeck en Amfortas zie ik hem functioneren. Voor Wotan is zijn laagte echter ontoereikend; wat hij dan overcompenseert in de hoogte: zwevingen van een halve toon te hoog waren boven de passage meer regel dan uitzondering!

Iets gelijkaardigs bij de Wälsungen. Anja Kampe kon mij vorig jaar niet overtuigen als Leonore in Fidelio. Haar Sieglinde doet dat echter wel, met een juiste energiestroom en een plausibele interpretatie. Daartegenover is de Siegmund van Klaus Florian Vogt totaal mislukt. Hij heeft in de verste verte de stem niet om heldentenorrollen te zingen, laat staan in een bijna baritonale tessituur als deze. Alle noten in het lage medium verdwijnen hopeloos in het orkest, en het timbre is hoogstens geschikt voor karakterrollen als Loge of Mime. Mocht daar een sterke acteerprestatie bij horen, dan zouden we nog iets door de vingers zien, maar ook daar dient zich eerder een koorknaap aan dan een afgetrainde viriele verschijning. Dé miscast van deze Ring.

Al niet veel beter bij de Brünnhilde van Katarina Dalayman. Scenisch breekt ze geen potten, en vocaal is ze gewoon onder niveau. De breuk tussen medium en hoogte is immens, en in die hoogte wordt alles zo breed geplaatst dat het pijnlijk schreeuwerig klinkt. Boegroep was dan ook haar deel… Dan veel liever de nog relatief jonge Hunding van de Estse bas Ain Anger. Vocaal plaatst hij voor mij de gaafste prestatie van de hele Walkürecast. Laat hem nog wat rijpen voor een mooie toekomst.


SIEGFRIED
Met een mislukte Siegmund houdt een mens natuurlijk zijn hart vast voor wat in Siegfried staat te gebeuren. Gelukkig is hier alles rechtgezet. Lance Ryan is een ferme Siegfried, met soms al eens een te groot vibrato op een lange noot, maar anderzijds dan weer feestelijke momenten. Zo onder andere in de scènes met de Mime van Wolfgang Ablinger Sperrhacke: volkomen juist gecast, en een mooi passend element in de regie van Andreas Kriegenburg.
De Wotan van Alan Held is, alweer, een tegenvaller. Nergens krijgen we de vocale ampleur of de fantasie te horen die de rol van de Wanderer zo boeiend maken. In het spelletje met Mime laat hij kansen liggen met de vleet. Des te indrukwekkender was opnieuw Wolfgang Koch als Alberich. De energie die van die man uitgaat is zonder meer verbijsterend. Het begin van het tweede bedrijf was daardoor een van de hoogtepunten van deze Ring.

Ook hier weer lof voor de regie, nu van het woudvogeltje. Kriegenburg koos voor een dubbeloptreden: een danseres met een merel op een lange stok, in beweeglijk duet met de zangeres (een nog jonge Anna Virovlansky). De humor van Siegfried met zijn rietje werkte daardoor merkwaardig goed, tussen bomen die ook weer door figuranten gevormd werden. Idem dito voor de kop van Fafner, met daarachter de best wel bruikbare stem van Rafal Siwek. Maar het beste moet nog komen.
Eerst een punt van reserve. De massieve stijlbreuk tussen 2de en 3de bedrijf in Siegfried plaatst dirigenten voor een serieuze verantwoordelijkheid. Zo is Wanderers rit naar Erda een toetssteen van energie en tempo-aanvoelen. Daar ontgoochelde Nagano met een brave, zelfs wat matte lezing, die daardoor vanzelf uitmondde in een “Wala!” die mij zeker niet zou wekken… Voor de rest een betrouwbare Jill Grove als aardgodin. En waar Katarina Dalayman te slapen was gelegd, botste Siegfried nu op Catherine Naglestad (bij ons niet helemaal onbekend). Ineens zou je wensen dat deze opera nog drie uur duurde. Wat een Brünnhilde! Een demonstratie van technisch perfecte zangkunst, in een stem met de kwaliteit van een jonge Gwyneth Jones, en een acteertalent waar je geen seconde bij twijfelt. De gedroomde climax van een avond die bijna ongemerkt almaar sterker was geworden; ook door het Bühnenbild, dat intussen van de houten doos was afgestapt en met veel beweeglijker (menselijke) modules werkte.
Wat verwacht je dan van Götterdämmerung? Meer van dat, uiteraard, en met de aangekondigde Brünnhilde van Nina Stemme leef je ook op hoop.


GÖTTERDÄMMERUNG
Vooraf nog iets over het orkest. De intrigerend moderne orkestratie in deze slotopera vraagt heel wat van de falanx in de put. Door de keuze om de hoorns coté jardin en de trombones coté cour te plaatsen ontstonden er soms décalages; meest opvallend: de fascinerende begeleiding van Brünnhilde’s klacht net vóór het trio in het tweede bedrijf. Jammer, want de intensiteit van het klankbeeld was briljant.
De Nornenscène dan. Die oogde wat naïef door de evocatie van de wereldramp aan de hand van zieke mensen in quarantaine; de meest originele oplossing is dit niet, maar het bood de Nornen een decor. Vocaal onthoud ik vooral de 2de, Jamie Barton.

En dan het moment van de waarheid: Nina Stemme contra Stephen Gould. Allen daarheen: la Stemme heeft nog niets aan artistieke en vocale kracht ingeboet. De kleur is nog gerijpt, het legato is expressief tot en met, de tekstinvulling is perfect, de zaal is vol klank. En Gould is een monumentale Siegfried, bespeelt de scène met groot gemak, en klinkt alsof hij nog enkele avonden kan doorgaan. Werkelijk een prachtige scène.
Vanaf de Gibichungen verandert het uitzicht opnieuw: een plexiglazen paleis viert het hoogtij van het platte geldgewin, een wereld die Siegfried ongenadig probeert op te slokken. De Gunther van Iain Patterson wordt naar mijn smaak te expliciet getekend als oversekste loser, en zijn materiaal lijkt wat klein; een euvel dat hij later goedmaakt. Attila Jun is niet de soepelste acteur, maar vocaal past hij goed in de rol van Hagen. Bevredigend. Grosso modo hetzelfde voor Anna Gabler als Gutrune. En uiteraard weer een briljante Wolfgang Koch als Alberich. Het koor van de Beierse Staatsopera verdient tenslotte een ovatie.

Maar wat deze Götterdämmerung vooral interessant maakt is de dramatische groei naar het slottoneel, uiteraard vooral door Nina Stemme gedragen. Je kan een discussie houden over zin en onzin van een virtuele beurscrash als embleem van de ineenstortende godenwereld. Als de vocale protagonisten er helemaal voor gaan en de spanning tot het slotakkoord volgehouden wordt (in dit geval met de totaal verlaten Gurtrune die door “nieuwe mensen” in hun gemeenschap opgenomen wordt), dan blijft daar toch heel wat van hangen.

Mijn conclusie over deze Münchense Ring: de perfectie krijgt u hier niet te zien, en lang niet altijd te horen. Maar er zijn enkele vocalisten die de reis de moeite waard maken, en het totaalconcept en vooral de magistrale groei naar het apocalyptische slot nemen een optie op volle zalen bij de volgende vertoningen.
Na een tweede cyclus van 10 tot 15 juli 2012, wordt deze productie hernomen in januari en juli 2013, met gedeeltelijk andere bezetting.

Johan Uytterschaut

zondag 8 juli 2012

Wagnercursus bij Amarant


Van januari tot maart 2013 loopt in Gent en Antwerpen opnieuw een Wagnercurus bij Amarant.
Docent David Vergauwen belooft een helder overzicht van Richard Wagner's oeuvre, gekaderd binnen zijn denken en zijn tijd.

Meer info & inschrijvingen : Website Amarant

Het valt ons op dat de link naar het Vlaams Wagner Genootschap op de website van Amarant geschrapt werd en vervangen is door De Wagnervrienden.
Wij hebben de Wagnercursussen van Amarant altijd loyaal onder de aandacht gebracht en zullen dit in de toekomst ook verder blijven doen. Tot een wederdienst is Amarant echter nooit bereid gebleken. Nu volgt dus ook nog de ezelsstamp. Na bitte!

Afscheid van Gerrit Komrij


"Mijn grootste drijfveer voor het schrijven is altijd ergernis geweest", zei Gerrit Komrij wel eens. Ergernis als brandstof voor kunstkritiek, veel mensen begrijpen dat niet maar voor mij is het de evidentie zelf. Alleen daardoor al was hij een man naar mijn hart. Het maakte van hem een vlijmscherp polemist, één die zich, zoals in "Kunstwonderen" bijvoorbeeld, vrolijk kon maken over de uitwassen van de opgeblazen kunstkritiek, de van de mensen losgeraakte museumwereld en de overspannen kunstmarkt.

Komrij was ook Wagner niet ongenegen. Ter afscheid presenteer ik hier graag een kleine bloemlezing uit zijn boekje "Wagner in Ik", waarvoor ik als titel net zo goed "De Wagner boycot in Israel (6)" had kunnen verzinnen:

"De oorlog was er en zou nooit meer weggaan. Ze zou iedere stap begeleiden die ik zou zetten en iedere richting bepalen die ik uit kon gaan. De neteligste vraagstukken zou ze overschaduwen en bij de geringste conflicten zou ze meeklinken. De andere enterhaak was Wagner. Die had zich op een heel andere manier en veel geleidelijker in me vastgehecht, maar even bepalend voor alles wat ik verder zou denken, wilde denken of juist niet wilde denken. Ook Wagner zou voorgoed blijven, een wond, een litteken, een moedervlek, niet de Wagner van de muziek, de Wagner van de ouvertures en aria's, maar Wagner als de constructeur van dilemma's, de aandrager van paradoxen, het smeltpunt waarin al mijn morele, artisitieke en anderszins tobberige problemen samenkwamen. Niet omdat Wagner een oplossing bood, maar omdat Wagner de problemen zo energiek overeind hield."

"Ik ben waarschijnlijk niet de eerste en zal niet de laatste zijn voor wie Wagner en de mythe Wagner cruciaal waren. Wat mijn interessen gaande hield, als een fixatie zonder fixatie, was het grote aantal Wagners, wat me vormde is het veelkoppige orkest dat we Wagner noemen. Geen andere gestalte wist op de terreinen waarvoor ik gevoelig was of meende gevoelig te zijn zoveel brandstof aan te dragen."

"Hoe meer ik de naam probeerde te doorgronden hoe groter het raadsel van de naam werd. Er had vast en zeker ooit een echte Wagner op aarde gewandeld maar de Wagner die ik probeerde te identificeren was al op het moment van de identificatie de som van de beelden die talrijke andere mensen van hem hadden gevormd, en van reacties op die beelden - je wist nooit of iemand het over de Wagner van de één had of over de Wagner van de ander. Korst op korst op korst, een kettingreactie waarin leugens opbloeiden die vanzelf weer waarheden werden. Wagner had dingen gezegd die hij niet alleen nooit gezegd had maar menselijkerwijs ook nooit had kunnen zeggen, hij koesterde gedachten van anderen, hij had mensen ontmoet die nog geboren moesten worden en voorwerpen gehanteerd die nog moesten worden uitgevonden. Ik begreep al snel dat hij vrijelijk kon worden misbruikt en op willekeurige gronden kon worden afgewezen, het deed er niet toe, Wagner was nu eenmaal degene voor wie hij werd gehouden en allemaal hadden ze permissie om de Wagner van hun keuze te beminnen of te haten."

"Het kwam me perfect aanvaardbaar voor dat Wagner heel slecht en heel goed tegelijk was. Onder het gesternte van Wagner raakten tegenstellingen als subjectiviteit en objectiviteit, werkelijkheid en leugen, goed en kwaad hun betekenis kwijt, het mijnenveld werd je definitieve verblijf, en ik moet eindelijk een begin maken, een willekeurig begin, met het in kaart brengen van het mijnenveld dat ik dankzij Wagner heb leren liefhebben."

"Het stond vast dat Wagner had meegewerkt aan de vernietiging, dat Wagner de voorbode was geweest van alle ondergangsprofeten en alle bewerkstelligers van de ondergang, dat hij als boezemvriend had gefunctioneerd van de duivel met de voorovervallende lok en de vierkante snor, dat hij de voorzanger en dirigent was van de zwarte massa's, al dit wasemde Wagner niet alleen uit, het stond met vurige letters op zijn voorhoofd geschreven, al dit werd door de overlevenden van Wagner en de oorlog niet zomaar ingefluisterd, het bliksemde uit hun rechtvaardige wijsvinger, in één gebaar gericht op Dachau en Bayreuth, twee namen voor hetzelfde malheur."

"Alle smetten bij elkaar brachten de jongen deze simpele jongenswaarheden bij, soepel en automatisch: dat wie eenmaal fout was altijd fout zou blijven en feitelijk alleen maar fouter kon worden en, ten tweede, dat oordelen over iemands al of niet foute houding nooit op eigen onderzoek of kennis waren gebaseerd maar klakkeloos werden overgenomen en van de een op de ander doorgegeven. Wie met pek omgaat raakt met pek besmet, luidde een andere kinderwijsheid, en vertel me wie uw vrienden zijn en ik vertel u wie u bent."

"Het verschrikkelijke van eenvoudige waarheden is niet dat ze waar maar dat ze eenvoudig zijn. Terwijl de Wagner die ik tegenkwam zwarter en zwarter werd begon er bij de jongen van vroeger een lichtje te dagen. 't Was aanvankelijk een geringe argwaan, maar het ontpopte zich tot een vraag die allengs stelliger en stelliger werd, van een schoorvoetende vraag tot een vraag met vijf uitroeptekens: hoe kan iemand een misdaad plegen als hij al hoog en breed dood is, hoe kan niemand verantwoordelijk worden gesteld voor een pest waaraan hij part noch deel heeft, hoe wordt iemand fout met terugwerkende kracht? Het was Wagner en alleen Wagner die hem deze eerste blik vergunde op de duizelingwekkende en toch zo voor de hand liggende uitgestrektheden van het dilemma van goed en fout, het was Wagner die het begin van een vermoeden wekte dat het goede en het kwade niet noodzakelijkerwijze tegengestelde begrippen hoefden te zijn, dat ze elkaar niet uitsloten, en de Wagner die hem dat bijbracht was evengoed een Wagner die allang dood was."

"Moest Wagner per se goed zijn? Waarom zou iemand goed moeten zijn? Wat is er, behalve het kwaad dat men het kwaad toedicht, intrinsiek kwaad aan het kwaad? En het werd ten zeerste avond en het schemerde ten diepste toen als schrikgedaante de vraag verrees: kan muziek fout zijn? Misschien kunnen we een moordenaar fout noemen, een dief, een mand die knollen voor citroenen verkoopt, maar wat in vredesnaam betekent foute muziek? Kunnen notenbalken vermoorden, klanken oplichten, harmonieën iemand op slechte gedachten brengen? Kan een gedicht martelen? Kunnen schilderijen, louter door te bestaan, de veroorzakers worden van kettingbotsingen?"

"Er is werkelijk alles aan gedaan om de waardering voor de muziek van Wagner omlaag te halen en ongedaan te maken, door zeloten, vadermoordenaars en wereldrampen, en zelfs door verstandige lieden, maar de muziek werd na elke aanval alleen maar groter. Het probleem dat met Wagner begint eindigt ook met Wagner. Bewonderaars en vijanden, apostelen en verguizers, niets met mate. Wanneer kan iemand letterlijk doodgeknuffeld heten? Hoevaal aanvallen moeten er nog komen voor de fatale aanval aan de beurt is? Puriteinen verweten Wagner zijn pessimisme en erotische losbandigheid, klassiek geschoolde muziekcritici zijn nieuwe klanken, nationaal-socialisten omhelsden hem vanwege de vermeende Duitse huiselijkheid en het luide gebrul. De dood van Wagners muziek zal niet door de aanvallen en omhelzingen worden veroorzaakt maar door een vermoeidheid van binnenuit, een vermoeidheid die net als zijn muziek met de herhaling en de terugkeer van alles te maken heeft, met de tijd, met onze net niet eeuwige eeuwigheid, een oneindigheid die nog op het nippertje haar eigen eindigheid zal meemaken, om vervolgens leeg te lopen en plaats te maken voor niets."

donderdag 5 juli 2012

De Wagner boycot in Israel (5)


In de slipstream van het mislukte Wagnerconcert in Tel Aviv vond Der Spiegel het nodig om Daniel Barenboim op te zoeken en hem nog eens te ondervragen over de Wagner boycot.
""Wagner was een verschrikkelijke antisemiet maar hij was niet verantwoordelijk voor de Holocaust", zegt Barenboim. Het is een mantra die hij al 20 jaar in vele van zijn interviews herhaalt maar waarmee hij nog nooit iemand overtuigd heeft. Als Wagner een "verschrikkelijk" antisemiet was, wat was Adolf Hitler dan wel? Laat ons vasthouden aan de feiten. Die zeggen dat Wagner zeer ambivalent was in zijn jodenhaat. Alleen al om die reden kan hij bezwaarlijk als een verschrikkelijk antisemiet worden gestigmatiseerd.

Zijn geschrift "Das Judentum in der Musik" van 1850 noemt Barenboim "één van de allerergste antisemitische pamfletten van alle tijden". Ja, dankuwel voor deze onzin. Wagnerbashers zullen er hun voordeel wel mee doen en wie hoeft niemand nog kennis te nemen van het inhoudelijke van deze tekst. Ik keur hem niet goed maar hij is behoorlijk onschuldig in het licht van wat nog zou volgen in de laatste decennia van de 19e eeuw.

Behoorlijk chaotisch in de bovenkamer is Barenboim wanneer hij zegt : "Hitler beschouwde hem als zijn profeet. Maar zo erg als die tekst ook is, Wagner is niet verantwoordelijk voor wat Hitler ermee deed." Als Wagner Hitlers profeet was dan is hij moreel schuldig. Punt. Een beetje consequent blijven, maestro!

Barenboim heeft een punt wanneer hij stelt dat Israel de herinnering aan de Holocaust politiseert : "Sinds de Zesdaagse Oorlog (1967) leggen Israëlische politici altijd weer een band tussen het Europese antisemitisme en de weigering van de Palestijnen om de oprichting van de staat Israël te aanvaarden. Dat is absurd. De Palestijnen waren niet antisemitisch, ze hadden het er gewoon moeilijk mee dat ze uit hun land werden gezet. Het Europese antisemitisme gaat veel verder terug dan de verdeling van Palestina en de oprichting van de staat Israël in 1948. Het gaat zelfs verder terug dan de Holocaust zelf - denk aan de pogroms in Rusland en Oekraïne of aan de zaak-Dreyfus in Frankrijk. Of aan de antisemiet Wagner. Er is geen enkele band tussen de Palestijnse kwestie en het Europese antisemitisme, behalve dat nu van de Palestijnen wordt verwacht dat ze voor die historische zonden boeten. Wagner stierf in 1883. Er zijn Israël waarschijnlijk mensen die geloven dat hij in 1942 in Berlijn leefde, aan de zijde van zijn vriend Hitler."

Anders uitgedrukt: zonder Palestjnse kwestie, geen exploitatie van de Holocaust en bijgevolg geen boycot van Wagner. En zo kan het dat Duitse onderzeeduikboten welkom zijn maar Wagners muziek niet.

Wij hadden Barenboim niet nodig om ons daar aan te herinneren. Dat deed Norman Finkelstein al in 2000 met zijn boekje "De Holocaust industrie " waarin hij Elie Wiesel e.a. verweet de herinnering aan de Holocaust te exploiteren als een ideologisch wapen. Zo kan de staat Israel, een niet te onderschatten militaire macht, met een niet onbesproken staat van dienst op het vlak van mensenrechten, zichzelf blijvend in de slachtofferrol wentelen en zich verzekerend weten van immuniteit voor kritiek.

Wist u dat in Israël schoonheidswedstrijden worden gehouden voor Holocaust overlevenden?


woensdag 4 juli 2012

Barenboim in Der Spiegel deze week




SPIEGEL: Mr. Barenboim, why are you fighting to perform the music of Richard Wagner in Israel? No other composer is as hated there as this anti-Semitic German composer.

Barenboim: It saddens me that official Israel so doggedly refuses to allow Wagner to be performed -- as was the case, once again, at the University of Tel Aviv two weeks ago -- because I see it as a symptom of a disease. The words I'm about to use are harsh, but I choose them deliberately: There is a politicization of the remembrance of the Holocaust in Israel, and that's terrible.


SPIEGEL: Please explain what you mean.
Barenboim: When I came to Israel from Argentina in 1952, as a 10-year-old, no one talked about the Holocaust. The catastrophe was still much too close for the survivors, and young Israelis wanted to create a new Judaism. They wanted to show that Jews were not only able to be artists and bankers, but could also pursue farming and sports. They looked forward and didn't want to talk about the suffering of their parents.

SPIEGEL: When did that change?
Barenboim: With the trial of Adolf Eichmann in Jerusalem in 1961. Prime Minister David Ben-Gurion thought at the time, and rightly so, that it was necessary for the Israelis to experience, based on the example of a perpetrator, what had happened there. Seeing all the savagery, coldness and inhumanity of the Shoah in this individual, Eichmann, was unbelievable. It was the first time that I, like all my school friends, thought about World War II in detail. Suddenly they were saying: We have to do something so that this sort of thing will never happen again.

SPIEGEL: What was wrong with that?
Barenboim: Nothing, of course, but a misunderstanding also arose at the time, namely that the Holocaust, from which the Jews' ultimate claim to Israel was derived, and the Palestinian problem had something to do with each other. Six years after the Eichmann trial, the Six-Day War erupted, and after that war Israel was different than before. Whereas there had been no political opposition to the government's development policy until then, a fierce debate suddenly began after the 1967 victory: Should Israel return the occupied territories or not? The Orthodox Jews even said that they weren't occupied territories, but Biblical regions that had been liberated! An enormous alliance started growing after that, the same alliance of the right and the Orthodox Jews that rules Israel today.

SPIEGEL: What does that have to do with Richard Wagner?
Barenboim: Well, since the Six-Day War, Israeli politicians have repeatedly established a connection between European anti-Semitism and the fact that the Palestinians don't accept the founding of the State of Israel. But that's absurd! The Palestinians weren't primarily anti-Semitic. They just didn't accept their expulsion. But European anti-Semitism goes much further back than to the partition of Palestine and the establishment of Israel in 1948. It even goes further back than the Holocaust. Just think of the pogroms in Russia and in Ukraine, the Dreyfus affair in France and anti-Semite Richard Wagner. There is no connection between the Palestinian problem and European anti-Semitism, except that the Palestinians are now expected to pay for historic sins. There are probably many people in Israel who believe that Wagner, who died in 1883, lived in Berlin in 1942 and was friends with Hitler.

SPIEGEL: His daughter-in-law Winifred made up for that later on. She was a confidante of Hitler, and the dictator was a constant guest at Bayreuth, home of the annual Bayreuth Festival, which celebrates Wagner's operas.
Barenboim: I have the greatest respect for the survivors of the Holocaust. We can't even imagine what these people went through. And yet even they have differing positions. Take, for example, that of my friend Imre Kertész, the Hungarian poet, who is also a Holocaust survivor. We had hardly known each other for two weeks when he said to me: Can you get me tickets for Bayreuth? I respect that there are survivors who can't, and certainly don't want to, listen to this music. But I don't accept that the fact that an orchestra playing Wagner in Tel Aviv or Jerusalem would do any harm to someone sitting in an apartment in Haifa.

SPIEGEL: What fascinates you about Wagner? Why does he impress intellectuals so much?
Barenboim: Wagner exploited all forms of expression at a composer's disposal -- harmony, dynamics, orchestration -- to the extreme. His music is highly emotional, and at the same time Wagner has extraordinary control over the effect he achieves. That's why there is also something manipulative about Wagner's music, which is not to say that it's not honest. In fact, I believe that it's totally honest, but it also happens to be manipulative.

SPIEGEL: Does that also explain the Nazis' affinity for his music?
Barenboim: Wagner can't be held directly responsible for that connection. But Wagner was a terrible anti-Semite. His 1850 essay, "Judaism in Music," is one of the worst anti-Semitic pamphlets of all time. Hitler made Wagner into a prophet. But Hitler, of course, reinterpreted even the worst things Wagner wrote about the Jews in a way for which Wagner cannot be held responsible. I understand, of course, the associations with the Nazis some people have when they hear something like "Lohengrin."

SPIEGEL: How exactly did it come about that you and your West-Eastern Divan Orchestra, which consists of young Arab and Israeli musicians, performed Wagner?
Barenboim: The musicians wanted it. I said: Sure, but we have to talk about it. It's a tricky decision. It was important to me that we didn't convince any of the musicians to play the music against their will.