maandag 1 april 2013

Götterdämmerung in Berlijn - toch ook niet zo een miskleun !


Een onverwachte trip naar Berlijn gaf me de kans om de première van Gotterdammerung mee te maken in een regie van Guy Casiers en onder leiding van Daniel Barenboim.  Een kans die ik niet kon laten liggen...
Het eerste scènebeeld geeft onmiddellijk de sfeer van het volledige stuk : een donker decor met een aantal blokken waarop de nornen zitten en een enorme videowand waarop beelden geprojecteerd zijn die het vergankelijke van de huidige wereld weergeven.  Ditzelfde decor doet dienst als de rots waarop Brünnhilde ligt.   Voor de burcht van de Gibichungen worden tafels en een tribune gebruikt, die bestaan uit glazen dozen waarin ledematen van mensen in formol opgeslagen zijn.  Volgens het programmaboek is hierbij een link te vinden met het vroegere kolonialisme in Kongo.  En inderdaad de kostuums van de ridders doen aan Stanley denken.  Maar als men het programma-boek niet gelezen heeft, is het toch niet onmiddellijk evident om deze link te zien.  De video-projectie geeft vooral de sfeer weer van de diverse scènes.  Bij de Rheinfahrt is er overwegend blauw; bij de jacht vooral groen dat verandert in rood bij de dood van Siegfried, en bij de wereldbrand vormt rood-geel de hoofdmoot.  De videobeelden evoceren dikwijls een goeie sfeer, maar soms blijven die te lang hetzelfde tonen wat in eentonigheid uitmondt bij langere scènes.

Het positieve aspect aan de regie van Casiers is het feit dat hij het script van Wagner getrouw volgt.  Alle symbolen en acties worden letterlijk gevolgd.  De kostuums van Tim van Steenbergen zijn prachtig en passen heel goed bij de sfeer van het stuk.   Helaas zijn er veel scènes te statisch : de zanger komt naar voor en zingt alsof het een concertante versie is.  Qua personenregie is er duidelijk nog werk aan de winkel.  Uitzonderingen waren twee bijzonder sterke scènes.  De eerste is de scène waar Brünnhilde haar zuster Waltraude ontmoet, die een intense interactie tussen de personages omvat en waar de video-beelden zich volledig integreren in het geheel.  Ook het feit dat Marina Prudenskaja als Waltraute de beste zangeres is van de gehele cast, helpt hiertoe.  Hier zit men echt op het puntje van de stoel.  De tweede sterke scène is die waar Siegfried/Gunther de rots van Brünnhilde beklimmen om de ring te beroven.  Siegfried wordt hier begeleid door vier dansers, die ervoor als het paard Grane dienst deden en nu als zijn beschermers fungeren die uiteindelijk Brünnhilde in  hun macht nemen en als het ware opslorpen als een krokodil.  Een schitterende choreografie van Sidi Larbi Cherkaoui.  Ook het slotbeeld kan me overtuigen.  Brünnhilde stijgt de trappen op en springt in het vuur, dat geëvoceerd wordt door de roodgele video-projectie.  Daarna komt alles tot rust en verschijnt een steen met gevallen goden, die er als een ruïne uitziet, maar waarbij de beelden van deze goden terug hersteld worden tot een prachtig kunstwerk.  Enerzijds zijn de goden ten ondergegaan, maar anderzijds blijven ze leven bij de mensen als een kunstwerk waarvan men kan genieten.    De visie van Casiers kan ik grotendeels appreciëren en de personenregie is te zwak op een paar uitzonderingen na, maar de veroordeling door het Duitse publiek vind ik toch iets te hard.  Er was grotendeels boe-geroep, met af en toe een "bravo" ertussen, die echter al snel terug overstemd werd door boe-kreten.  Speelt hier enig Duits chauvinisme ten opzichte van een “kleine” Belg ?
Wat de zangers betreft is er de meeste bijval voor Irene Theorin als Brünnhilde.  Ze zingt inderdaad indrukwekkend en doet soms aan Birgit Nilsson denken, maar af en toe klinken haar hoge tonen toch te schril en onaangenaam.  Ian Storey als Siegfried is zwak in de eerste akte, herpakt zich grotendeels in akte 2 en 3, maar is toch niet de ideale Siegfried.  Hij krijgt heel wat boe-geroep achter zich.  De andere zangers (Gerd Grochowski als Gunther, Mikhail Petrenko als Hagen en Marina Poplavskaya als Gutrune) kunnen overtuigen en zijn adequaat bezet.  Wat mij betreft, is Marina Prudenskaja als Waltraude, de ontdekking van de avond – schitterende stem en prachtig acteerwerk.   Ook het koor presteert goed, maar de grootste eer gaat toch naar Daniel Barenboim en de Staatskapelle, die het werk een andere dimensie geven : zowel in de zachte als luidere passages klopt alles perfect.  Alleen voor het muzikale luik zou men naar Berlijn of Milaan trekken !   Na de voorstelling was er nog een korte nabeschouwing door Jürgen Flimm, directeur van de Opera en kon men nog even napraten met de meeste sterren van de avond.  En dus ook een leuke Vlaamse babbel met Guy Casiers onder het genieten van een glaasje Fränkische wijn. 

Geen opmerkingen: