vrijdag 7 maart 2014

The World of the Ring (dvd)



Was u al een tijdje op zoek naar een spannende documentaire over de Ring? Entertainend en toch met voldoende diepgang? Hij bestaat sinds kort. Eric Schulz draaide hem en DG bracht hem uit als "The world of the Ring", een zes uur durende analyse van De Ring in het gezelschap van Udo Bermbach, Christian Thielemann, Stefan Mikisch, Laurence Dreyfus, Stephan Mösch, Friedrich Dieckmann en Dieter Borchmeyer. Journaliste Elke Heidenreich praat de delen aan mekaar, vertelt de inhoud heel beknopt en interviewt de grote Thielemann. Dat laatste is niet zo'n geslaagd idee want zoals alle dirigenten geplaagd door een superego heeft hij uiteindelijk niets te vertellen. Verder is het aangenaam grasduinen door 15 uren muziek in dit gezelschap.

De zinnigste uitspraken komen van Udo Bermbach. Voor Bermbach is de Ring door en door politiek. Toch doet hij een beetje aan wishful thinking wanneer hij stelt dat Wagner tot op het einde steeds de linkse radicaal is gebleven. Bermbach bevestigt dat Wagners kunst een belangrijke identiteitsstichtende rol vervulde binnen de Duitse cultuur en tot 1945 door een rechtse politieke context werd gerecupereerd.
Luister hoe Bermbach brandhout maakt van het fabeltje dat Wagner antifeminist was. Terecht meent Bermbach dat Wagner één van de eersten was in de 19e eeuw die emancipatorisch dacht over de situatie van de vrouw. We hebben het al eens anders gehoord in belachelijke BBC documentaires. Of luister hoe Wagner de politiek wilde afschaffen en vervangen door zijn kunst en daarin uiteraard totaal mislukte.

Stephan Mösch herinnert ons eraan dat Wagner zich foto's liet opsturen van de zangers en dus in feite de eerste was die aan typecasting deed in de opera. Van hem is ook de uitspraak: de beste zangers zijn diegenen die hun stem als instrument beschouwen en zich in de orkestklank weten in te passen. En ook : wanneer de scène en de muziek zo nauw op mekaar zijn afgestemd dat ze mekaar bevleugelen, wanneer men werkelijk met de ogen meent te horen en met de oren meent te zien dan kan een Wagneropvoering nauwelijks vervelend zijn. Met andere woorden: de meeste voorstellingen zijn dat dus wel.

Zeer goed gekozen fragmenten uit de 3 landmark Ringen van de laatste 35 jaar (Chéreau, Kupfer en La Fura dels Baus) leveren het scènische illustratiemateriaal. Kortere fragmenten uit de oersaaie Bechtolf Ring van Wenen hebben als enige verdienste dat je de grote Thielemann in zijn licht arrogante omgang met orkest en solisten aan het werk kan zien. Uiteraard in één van zijn kleurige polo's van Cricket en Co.

Het knappe aan deze documentaire is dat de orkestfragmenten naadloos overgaan in de piano van Mikisch of omgekeerd. Niet zelden krijg je dezelfde scène te zien in elk van de 3 landmark Ringen. Zo kan je erg goed vergelijken en genadeloos de vinger leggen op de zwakke en de sterke punten van elke productie. Want, laten we wel wezen, de perfecte Ring bestaat nog steeds niet. En dan merk je plots hoe de arme Siegfried Jerusalem als Siegfried constant aan de grenzen van zijn mogelijkheden zit te zingen en zijn vocaal kapitaal langzaam maar zeker naar de verdoemenis helpt. Of hoe Lance Ryan de spannendste Siegfried neerzet van de laatste 35 jaar. Het beste deel is dan ook Siegfried, niet in de laatste plaats omdat de fragmenten van La Fura hier duidelijk superieur zijn. Liefhebbers van Siegfried krijgen ook goede argumenten te horen waarom Siegfried muzikaal het beste deel is van de Ring.

Mikisch duikt met zijn bekende ironiserende causerieën in de partituur, delft allerlei kostbaarheden op en geeft soms te denken. Zoals bijvoorbeeld over de finale in D-Dur, wat de toonaard is van Wotan, en dus alleen maar kan betekenen dat Wotan in zijn opdracht niet heeft gefaald!
Kortom, verplichte kost voor de Wagneriaan in u. Ondertiteling in het Engels en het Duits.

Geen opmerkingen: