maandag 9 juni 2014
Richard Jones 'Der Rosenkavalier' in Glyndebourne (live-stream) (***½)
FOR YOUR EYES ONLY
Dat Richard Jones "Der Rosenkavalier" zou bevrijden van enkele van zijn clichés lag geheel in de lijn van de verwachtingen. Daarvan zou hij dan ook onmiddellijk werk maken want als het doek opgaat zien we de Marschallin onder de douche, frontaal naakt als een Venus van Milo met een dankbare Octavian en het publiek als toeschouwer. Het klassieke kingsize bed dat het centrum vormt van deze post-coitale scène is spoorloos. Er volgen nog wat ondeugende spelletjes met fruit maar was dit wel zo'n verfrissende start als het op het eerste zicht lijkt?
Het gele, schreeuwerige behang met grote "fleur de lys"-motieven, de kleurrijke bloemenprints op de jurk van de Marschallin, het doet allemaal een beetje pijn aan de ogen, is anderzijds niet atypisch voor de ruimten die Richard Jones laat ontwerpen maar meer gepast voor een Gianni Schicchi dan voor de uit alle poriën Weense decadentie ademende Rosenkavalier. De levée is niets meer als een lauwe, haast statische parade rondom een aberrant lange sofa die ondertussen de kamer is gaan beheersen en de handeling op het toneel zo goed als immobiliseert. Ook Baron Ochs, een uit de kluiten gewassen schooljongen eerder dan een boers aristocraat, kan de scéne niet dynamiseren.
De Marschallin is een tikkeltje vulgair en zal daardoor ook de morele autoriteit ontberen om Baron Ochs in het derde bedrijf op zijn plaats te zetten. Ze is ook zo "very British" waardoor de Weense zon nauwelijks de kans krijgt om door te breken door dit wolkendek van Brits flegma. Tijdens haar monoloog die ze verveeld op de sofa doorbrengt krijgt ze bezoek van ene Siegmund Freud die rustig plaatsneemt met een notaboekje in de hand maar tot enige introspectie die ons zou kunnen ontroeren is Kate Royal niet in staat. Jones laat er verder weinig twijfel over bestaan dat Mohammed, hier voorgesteld als een 19-jarige cloon van Prince, wel eens haar volgende toy-boy zou kunnen worden. Hij snuffelt aan haar kleren dat het een lieve lust is en zij van haar kant laat hem ook naderen tot op zekere hoogte.
Gelukkig gaat het crescendo bij de Faninals, een huis van "nouveau riches" waar we toetsen van art nouveau in ontwaren. Erg geslaagd is de openingsscène: terwijl Sophie in de voorkamer in haar bruidsjurk wordt gehesen smijt Marianne Leitmetzerin de deur open telkens zij nieuws heeft over de aanstormende Rosenkavalier, de verwachtingen van de aanstaande bruid aldus torenhoog opzwepend. Teodora Gheorgiu is de ontdekking van deze productie. Met kijkers zwart als kolen en de enige echte volmaakte Straussiaanse stem op het toneel beschikt de ravissante Bulgaarse over alles om de partij moeiteloos naar haar hand zetten. De presentatie van de roos is dan ook het enige moment in het stuk dat voor ontroering zal zorgen. De handlangers van Ochs hijsen haar ongeneerd op de tafel voor de vleeskeuring. De hersenloze Leopold is erg goed getypeerd. Waarom doet hij mij voortdurend aan Geert Wilders denken? Ochs blijft zijn saaie zelf. Voor zijn duel met Octavian kan hij weinig meer in de strijd gooien als de veer waarmee hij de notarisakte denkt te ondertekenen. Van de opgewonden graaf krijgt hij de scherpe punt van de roos in de bips. Jones rondt af met een geintje en laat de handlangers van Ochs een catalogus ontrollen met halfnaakte dames terwijl de baas zich overgeeft aan zijn Weense wals. A dirty mind is a joy forever.
Ter hoogte van het derde bedrijf aangekomen laat Richard Jones eindelijk zien tot wat hij in staat is als acteursregisseur. Waar andere regisseurs gewoonlijk mislukken tijdens de Weense maskerade lukt het hem om hiervan het scènische hoogtepunt van de voorstelling te maken. Met een elektrisch verstelbaar zetelbed als vrolijk centrum is deze duizelingwekkende farce én grappig én helder, geheel in lijn met de voortreffelijke Gianni Schicchi die hij ontwierp voor het ROH in Londen. Lars Woldt geeft hier het beste van zichzelf. Daarna gaat het weer enigszins bergaf. Bij gebrek aan vocale glamour verzuipt het finale trio en duet te midden van het schreeuwerige behang. Waarna Mohammed, bij gebrek aan zakdoek, nog maar eens aan de kleren van zijn meesteres snuffelt.
Wat de Britten in Kate Royal zien is mij een raadsel. Vocaal is ze een ramp. Haar licht mekkerend vibrato is nauwelijks te harden. Nooit zal ze een toon laten aanzwellen vanuit het niets, zingen doet ze zonder enige sensualiteit en met weinig gevoel voor nuances.
Lars Woldt is teveel bariton en te weinig bas voor baron Ochs. Hij sculpteert onvoldoende met de stem en levert daardoor een te monochroom klinkend personage af. Ook idiomatisch valt zijn voordracht eerder mager uit. Tenslotte is het toch zijn vette Weense accent dat zijn personage vormt.
Rond de Ierse Tara Erraught, de Octavian van dienst, ontstond meteen een rel in de pers nadat het orakel van de Financial Times haar vrouwelijke rondingen "a chubby bundle of puppy-fat" had genoemd. Ze is een toonbeeld van jeugdig optimisme, levert een eerder puberaal portret af maar ze kan haar stem tenminste laten openbloeien ook al is ze gehandicapt door een imperfecte dictie. Erraught deed overigens geen moeite om Octavian als een man te spelen, een spel met illusies dat je eigenlijk nooit kan winnen, zal Richard Jones wellicht gedacht hebben. Maar dit was helemaal niet het probleem van deze Rosenkavalier.
Ook het orkest kon mij niet over de streep trekken. Dit was niet de geoliede machine vervuld van Weense esprit die Karajan en Kleiber op het werk plachten los te laten. Wat gingen die cello's merkwaardig uit balans tijdens de prelude. Het kan aan de opname liggen maar de nieuwe muziekdirecteur Robin Ticciato heeft wat mij betreft nog alles te bewijzen.
Deze Rosenkavalier was de verplaatsing niet waard. Een geluk dus dat er zoiets als live-streaming bestaat. Of zoals de Baron Ochs van de Financial Times het formuleerde: "this is a Rosenkavalier for eye and mind, not the heart."
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten