zaterdag 16 augustus 2014

IL TROVATORE in Salzburg (live-stream) (***½)


PICTURES AT AN EXHIBITION

Het was weer eens de schuld van Anna Netrebko dat ik mijn rendez-vous met de Salzburger Festspiele deze zomer heb gemist. Oostenrijkers zorgen goed voor mekaar en dus hadden ze vorig jaar in een mum van tijd alle kaartjes van deze Trovatore onder mekaar verdeeld. Ik was dan ook best tevreden toen ik vernam dat ik de twee voorstellingen die ik ter plaatse had willen zien (Der Rosenkavalier/Il Trovatore) via live-streaming van op de chaise longue thuis kon genieten en mijn voyeuristisch ogenpaar kon laten rusten op het décolleté van de Russische publiekslieveling op een manier zoals ik dat in het Große Festspielhaus nooit voor mekaar had kunnen krijgen. Het was ook een beetje de schuld van Placido Domingo, een naar het schijnt genereuse artiest, geridderd in een ander tijdvak, maar ondertussen een dinosauriër die om één of andere reden nog steeds een karrevracht aan fans met zich meezeult. Het is iets dat al decennia lang mijn verstand te boven gaat. In maart volgend jaar komt hij in Berlijn de legendarische Macbeth van Peter Mussbach met zijn aanwezigheid opvrolijken en alle kaartjes zijn al de deur uit. Ik twijfel nu of ik daar naartoe zal gaan. L'enfer c'est les autres.

Regisseur Alvis Hermanis gaat er prat op een estheet te zijn. Onlangs liet hij echter ook verstaan dat hij ernaar streeft om de meest ouderwetse regisseur van de operascène te worden. Ik durf hopen dat dat ironisch was bedoeld en dat hij zich op een bepaalde manier wil afzetten tegen de campy trash-esthetiek van het Duitse Regietheater. Met deze Trovatore zette hij alleszins een stap in deze richting.
Met zijn sterk uitvergrote emoties en onwaarschijnlijke plot is "Il Trovatore" bijna een draak van een stuk. Je ziet het Shakespeare of Schiller niet zo meteen bedenken en Verdi moet dat later ook wel hebben beseft. De vraag is dus : hoe valt "Il Trovatore" nog te redden? Laat ik een museum op het toneel brengen, de personages als gidsen en suppoosten aankleden, hen laten dromen van de personages op het canvas (de Florentijnse „Eleonore von Toledo“?, de Troubadour van Giovanni Carianis ?) en hen in de huid en de kleren van die droompersonages laten sluipen telkens als het mij goed uitkomt, zo moet Hermanis hebben gedacht. Een kanjer van een regisseur die dat tot een goed einde kan brengen. Om maar te zeggen, het werkte zo goed als nooit. Het resulteerde vooral in een concertante opvoering, vol conventionele operagestiek te midden van een indrukwekkende parade aan schilderijen die curator Hermanos vooral aan de Italiaanse Renaissance had ontleend. Het was het soort beeldenvloed dat het panoramische toneel van Salzburg ook absoluut nodig heeft. Hermanis, de estheet was weer eens geslaagd. Maar je zag de personages voortdurend te paard tussen werkelijkheid en fictie en ook hoe dat de intensiteit van hun spel in verwarring bracht. Tijdens het zeer dramatische duet tussen Azucena en Manrico, ter hoogte van "Stride la vampa", kon je toeristen met hoofdtelefoons en audioguides in het museum zien rondlopen, zonder verdere interesse voor het dramatische gebeuren, kortom een compleet zinloze oefening. De climax van "Il figlio mio" valt dan vanzelf een beetje dood omdat de scène het niet toelaat temeer daar het primitieve element vuur dat hier een belangrijke dramatisch rol vervult geheel afwezig is. Vanuit de getoonde handeling is het hysterische gedrag van Azucena totaal onverklaarbaar. Slechte punten dus voor Hermanis de regisseur.

Het zigeunerkoor werd opgevoerd als een choreografie. Die blonk niet bepaald uit door originaliteit maar was niettemin een verademing in vergelijking met de gebruikelijke kitsch waaraan zelfs David McVicar zich had laten vangen in New York.

Het sterkst werkte nog de finale. Ditmaal met flinke steun van Daniele Gatti. Waarom is Gatti altijd sterk in finales en ongelijk in de rest van zijn parcours? Alle schilderijen zijn verdwenen als Azucena haar ultieme bekentenis doet voor een lege wand en de bevallige Leonore , geprangd tussen haar twee rivalen, haar laatste adem uitblaast. Hermanis deconstrueert op dat moment zijn eigen concept. Maar dan is het te laat en is de mislukking van deze reddingsoperatie al lang een feit.

Anna Netrebko maakte een wat aarzelende start, je kan je voorstellen onder welke prestatiedruk zo iemand moet staan. Vergeleken met Venera Gimadieva in "La Traviata" vorige week trof mij onmiddellijk de diepere kleur. Met een timbre als een gerookte zalm lijkt ze langzaam te evolueren naar een mezzo. Ze heeft echter nog alles in huis om spinto sopraanrollen als deze van alle toeters en bellen te voorzien. Dit was opnieuw zangkunst van een grote zinnelijkheid, technisch volkomen, zonder registerbreuken, met alle trillers en adembenemende terugnames van de stem tot bijna pianissimi in "D'amor sull'ali rosee". Medeklinkers krijg je van haar zelden te horen en dat zal het grootste probleem worden bij het bemeesteren van de toekomstige partij van Elsa.
Met dat andere Verdi-debuut, Lady Macbeth, dat ze onlangs in München vierde en dat ze in oktober zal overdoen in New York, zal ze Maria Callas voorgoed naar de geschiedenisboeken verwijzen. Deze Leonore was niet echt een debuut, ze had het in Berlijn al eens gedaan met Domingo in de "Alice in Wonderland"- enscenering van Philip Stölzl, zopas verschenen op dvd. Vladimir Poetin zal wellicht tevreden zijn geweest. Hoe meer Russische sopranen de absolute top bereiken, hoe meer peren wij zullen moeten eten. Limburg houdt voortaan van opera!

Placido Domingo zag je voortdurend achter zijn adem aanhollen. De ouderdomsdeken van het operasterrendom werd aangekondigd als "in ademnood" maar alle krantencommentaren van de andere voorstellingen wijzen op hetzelfde deficit: truken van de foor dus om de schade te beperken bij de fans. In "Tace la notte" pakte hij zelfs uit met een mekkerend vibrato. Later herstelde hij zich. Hoedanook Domingo is geen bariton van het niveau dat hier vereist is voor graaf Luna, dat moet toch voor iedereen duidelijk zijn. Is het ergste niet dat hij na een carrière van meer dan 50 jaar op de planken nog steeds niet in staat blijkt om één natuurlijk gebaar te produceren. In de aria "Ardite e qual furente amore" zat hij mee te deinen op Verdi's muziek. Je moet al een hevige fan zijn om daar niet zeeziek van te worden. Over zijn artistieke hoogdagen zwijg ik zedig maar ik geloof nooit dat het zoveel sterker is geweest. Wat mij betreft heeft deze dinosauriër altijd het charisma gehad van een kaartjesknipper bij de NMBS.

De weinig charismatische Francesco Meli leverde een voortreffelijke Manrico af, karaktervoĺ, toonvast en dynamisch gedifferentieerd. In zijn aria "Amor, sublime amore" klonk hij even gecultiveerd als een Carlo Bergonzi maar de beroemde stretta in "Di quella pira" naam hij dan toch een beetje met de handrem op. Tot een zekere chemie met zijn geliefde Léonore kwam het nooit.

Riccardo Zanellato als Fernando beschikt over een kernachtige bariton en verloor zich niet in conventionele operagebaren. Dat deed Marie-Nicole Lemieux des te meer en katapulteerde de voorstelling daarmee naar de jaren 50. Best mogelijk dat ze instructies van de regisseur uitvoerde. Lemieux staat te boek als een coloratuur contralt. Daar had ik nog nooit van gehoord. Met de laagste vrouwenstem heeft dit alleszins niets te maken want haar timbre verschilt nauwelijks van dat van Netrebko. Een échte mezzo is hier vandoen, iemand van het slag van Fiorenza Cossotto of Rita Gorr. De noodzakelijke, donkere kleur ontbrak geheel en haar parcours verliep heel wat brokkeliger dan dat van haar beroemde collega.

Bayreuth kreeg hiermee een goed idee van wat haar te wachten staat met Lohengrin in 2018. Dat het mooi zal worden staat buiten kijf en dat er geen ratten te zien zullen zijn ook. Hopelijk vindt de Letse regisseur ook een beetje tijd om wat ernstiger over zijn conceptuele aanpak na te denken.


1 opmerking:

Annemarie Langley zei

Thank you for the review of TROVATORE,detailed and to the point as usual.
We watched it on TV supported by new loudspeakers.
As often we find ourselves in agreement with a lot of what you say-and absolutely as far as Domingo is concerned.With so many deserving Baritones out there he should not be allowed on stage any more.
He obviously has not read the Autobiography of Birgit Nilsson who says towards the end:
"I knew it was time to stop when I understood that I got applause not for the present performance but what I did 10 and more years ago."