zaterdag 21 maart 2015
Andrea Breth met WOZZECK in Berlijn (****)
GESTOTTER IN DE STAATSOPERA
Alban Berg is vierentwintig wanneer hij vanuit Bayreuth aan zijn toekomstige vrouw Helene Nahowski schrijft, hoezeer hij van zijn sokken werd geblazen door het bijwonen van een voorstelling van Parsifal : "Nun komme ich direkt vom Parsifal. Wärst Du wenigstens jetzt hier, wenn es uns schon nicht vergönnt war, zusammen das für einen allzu überwältigende Wunder zu erleben. Du könntest an den Tränen, die mir allaugenblicklich in die Augen schießen, am ganz Weltverträumten meiner Gedanken erkennen, wie hoch und tief ich bewegt bin. So sagen dir Worte nicht halb das, was ich fühle, nicht annähernd, welch ungeheuren belebenden und zerschmetternden Eindruck das Werk auf mich gemacht hat. Welch eitles Beginnen wäre es auch, Musik zu beschreiben, solche Musik beschreiben zu wollen."
Zestien jaar later, in 1925, is zijn Wagnerdevotie nog altijd intact en zal hij in zijn "Lyrische Suite voor Strijkkwartet" zijn geheime liefde voor Hanna Fuchs sublimeren met citaten uit "Tristan und Isolde" en de première beleven van zijn eigen radicaal vernieuwende meesterwerk, het op het toonprincipe van de "vrije atonaliteit" gebaseerde Wozzeck.
Een leven lang zal Berg gekneld zitten tussen zijn twee grote voorbeelden : Arnold Schoenberg en Richard Wagner. Schoenberg zal Wagner afzweren vanaf de late jaren 1920 zodat Berg zal zijn Wagnerliefde voor hem trachten te verbergen. Komt Schoenberg op bezoek dan zorgt hij ervoor dat er geen partituren van Wagner of Strauss rondslingeren. Er bestaat een cartoon uit 1909 waarop hij zittend aan de piano de partituur van Parsifal doorspeelt terwijl een boek van Schoenberg op de vloer ligt.
Als componist van Wozzeck houdt hij nog vast aan het ideaal van Wagners muziekdrama. Net als Wagner karakteriseert hij door toonschildering. Individuele scènes omkadert hij met symfonische voor- en naspelen en de personages voorziet hij van leidmotieven of beter van leidinstrumenten : de trombone voor Wozzeck, de soloviool en hoge strijkers voor Marie, de engelse hoorn voor de kapitein, pauken en trompetten voor de tamboer-majoor. Wozzeck en Lulu zijn de twee meest expressieve opera's die uit de Tweede Weense School zijn voortgekomen en de enige twee die regelmatig het repertoire houden.
De geschiedenis van Wozzeck is nauw verbonden met de Berlijnse Staatsopera. Het was Erich Kleiber die het werk creëerde in december 1925. Naar verluidt had hij daarvoor niet minder dan 137 repetities nodig. De conservatieve krant DeutschenZeitung sprak van "Gestotter in de Staatsopera". Het publiek reageerde weliswaar verdeeld maar toch eerder enthousiast zoals we weten uit het verslag van Julius Kapp, de huisdramaturg van de Staatsopera. Het schandaalsucces van Wozzeck bracht Berg internationale erkenning en in 1932 zal het werk ook al in Brussel te zien zijn. Een jaar later zullen de nationaal-socialisten het werk verbieden niet enkel omwille van de evidente moderniteit van de muziek maar ook vanwege de fatalistische ondertoon en conclusie van het stuk.
Daniel Barenboim, in 1994 nog de kersverse GMD van de Staatsopera, zette het werk terug op de affiche in de regie van Patrice Chéreau. Tegen deze legendarische productie moest Andrea Breth opboksen toen ze deze Wozzeck klaarstoomde voor de Festtage van 2012. Het werd een duistere, claustrofobische lezing, geheel in de lijn van de zopas in Brussel gecelebreerde Jacob Lenz van Wolfgang Rihm.
De minimalistische decors van Martin Zehetgruber hebben twee varianten. De ene is een kooi van verticale latten voor de intieme scènes. Die laat zich snel omstellen tot een roterende hexagoon voor de meer publieke scènes zoals die in het Wirtshaus. Slechts éénmaal gaat het toneelgordijn helemaal open. Dan zien we Wozzeck en Marie, moederziel alleen in het kille maanlicht. Maar de maan gaat niet op "wie ein blutig Eisen". Breth houdt zich in haar beelden afzijdig van de natuur; dat laat zij liever over aan de muziek.
De belichting van Olaf Freese kon heel efficiënt zijn. Zo kon de blote torso van de tamboer-majoor worden waargenomen doorheen de spijlen van de kooi als een geile droom van Marie terwijl uit de orkestbak de zilveren klanken van de xylofoon opstegen. Zulke congeniale beelden waren evenwel zeldzaam.
In alle Marie-scènes is de zoon aanwezig ook als Marie zich lichamelijk overgeeft aan de mannetjesputter van een tamboer-majoor. John Daszak heeft zich door de kostumier een ruimere torso laten aanmeten maar toch wist hij het volle gewicht van Michael Volle op zijn schouders te tillen!
De kapitein heeft een obsessie met tijd en snelheid. Voor Graham Clark is dat gesneden brood. Nog altijd weet hij het nerveus filosoferende personage overtuigend op het toneel te brengen en de stem van de inmiddels 73-jarige karaktertenor houdt verbazend goed stand. In de slotmaat van de eerste scène drukt hij zijn sigaret uit in Wozzecks hand. Regelmatig zal Breth een sterk beeld gebruiken op het einde van de 15 scènes en het doek dan gezwind naar beneden laten.
Met een pollepel stort de dokter gifgroene bonenbrij over Wozzecks hoofd. Daarna spuit hij hem schoon in een blauwe afvalcontainer. Met het geschifte personage van de dokter wist Pavlo Hunka zich geen raad. Vocaal stelde hij teleur door een gebrekkige emissie.
Wozzeck eindigt niet door zelfverdrinking, hij lost op in de duisternis. In de slotmaten zien we hem liggen op de bodem terwijl hij de tekst van de spelende kinderen reciteert. Dat werkte niet bijzonder goed.
Michael Volle was grandioos als Wozzeck. Hij zingt hem met groot inlevingsvermogen, volheid van stem en met mooie pianomomenten in de kopstem.
Marina Prudenskaja als Marie klonk eerder fraai dan expressief. Als personage was ze braver dan de zelfbewuste vrouw die Waltraud Meier er steeds van maakte, maar de topnoten waren er wel.
Leuk om Heinz Zednik nog eens terug te zien in het piepkleine rolletje van de nar.
Muzikaal was dit een feest voor de oren.Daniel Barenboim geeft het stuk de transparantie van kamermuziek, musiceert meestal eerder ingehouden maar schuwt de extreme dynamiek niet zodat de explosieve orchestrale uithalen en het paukengeweld des te meer indruk maken. Bronstig klinkt het koper van de Staatskapelle. Het crescendo op de noot h, na Marie's dood, was oorverdovend, de grootse treurmuziek van het finale tussenspel overweldigend.
In het nieuwe seizoen plant de Staatsopera een nieuwe productie van Die Meistersinger von Nürnberg. Details worden pas bekend gemaakt op de persconferentie van 28 april. Mijn kop eraf als Michael Volle de rol van Hans Sachs niet voor zijn rekening zal nemen.
Labels:
Alban Berg,
Andrea Breth,
Berlijn,
Daniel Barenboim,
Deutsche Oper,
michael volle,
Wozzeck
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten