donderdag 21 september 2017

Donald Runnicles met Roméo et Juliette / Die Walküre III in Berlijn (****½)


EIN GEPLAGTER GOTT !

Het was geen slecht idee om Berlioz te koppelen aan Wagner in dit slotconcert van het Berlijnse Musikfest. Weinigen weten hoezeer Berlioz door Wagner bewonderd werd. Zo sterk is de lotsverbondenheid en het respect voor Berlioz' artistieke integriteit dat hij in brieven aan Liszt spreekt van een drie-eenheid : Du-Er-und Ich! Wie van Wagner een kleingeestig en egomaniakaal monster maakt, wat doorgaans het geval is in alle politiek correcte commentaren m.b.t. zijn relatie met Meyerbeer, heeft geen brieven van Wagner gelezen.

Voor de symphonie dramatique “Roméo et Juliette” (1839) is het vooral het adagio (“Scène d’amour”) dat boeit. Het is aannemelijk dat Wagner zich deze scène herinnert wanneer hij Tristan und Isolde componeert want in 1860 stuurt hij Berlioz een exemplaar van de partituur met de vermelding: “Au grand et cher auteur de Roméo et Juliette. L'auteur reconnaissant de Tristan et Isolde.” Wagner heeft dan het hoogtepunt van zijn kunnen bereikt en in een brief aan Liszt uit datzelfde jaar noemt hij Berlioz, wiens tragische situatie hem goed bekend was: “Ein geplagter Gott !”

Een andere “geplagter Gott” is Wotan in Die Walküre III. Eindelijk had ik nu eens de kans om Bryn Terfel live aan het werk te horen in de rol die hij voorbestemd is om te zingen. Het werd niet helemaal de 24 karaats performance die ik hoopte. Hij heeft het juiste stemtype, zijn dictie is perfect, hij veronachtzaamt de cruciale accenten op de medeklinkers niet, hij interpreteert met de vrijheid van een ervarene. Interpretatief was hij het sterkst in het eerste deel, wanneer hij de vertoornde god mag spelen. Bij “In den Trümmern der eig’nen Welt meine ew’ge Trauer zu enden” breekt hij in snikken uit. En toch had ik soms een sterker projecterende stem gewenst zoals in de passages als “Der Augen leuchtendes Paar” die met halve stem gezongen worden.

Anja Harteros zingt de korte partij van Sieglinde met veel stijlgevoel, mooie gebonden frasen en een goed gefocusseerde stem. De registerovergangen neemt ze nagenoeg probleemloos. Harteros in Wagner is van een fascinerende, enigszins onderkoelde zinnelijkheid.

Allison Oakes als Brunnhilde bezit een timbre dat lijkt op dat van Deborah Polaski. Het vibrato is gaaf en de dramatische uithalen snijden door het auditorium. Alleen het afglijden naar de passages in het borstregister waren vaak minder fraai.

Donald Runnicles liet het Orchester der Deutschen Oper Berlin extreem luid spelen. Dat ging wel eens ten koste van de solisten. In de prelude viel ons het mooie evenwicht op tussen het koper en de wervelende dwarsfluiten. Dynamisch en agogisch was deze lezing extreem gedifferentieerd. Als het orkestrale geweld is gaan liggen is de spanning te snijden en wordt het muisstil zoals bij de basclarinet solo bij de aanvang van het dochter/vader duet. De hele avond was er één van grote opwinding, vocaal en orkestraal. Ook de Walküren presteerden uitstekend en deelden in de chaotische opwinding van de eerste scène.

Geen opmerkingen: