zaterdag 23 februari 2013

Het Wagnerdagboek van Adolf Pringsheim


Alfred Pringsheim, schoonvader van Thomas Mann en één van de vroege sponsors van Bayreuth, stierf in Zürich in 1941. Als jood was hij verplicht geweest om zijn bezittingen achter te laten en Duitsland te verlaten in 1939. Naar verluidt zou zijn weduwe bij zijn dood al zijn persoonlijke zaken verbrand hebben waaronder zijn briefwisseling met Wagner.

Onlangs dook echter een onbekend document van zijn hand op. Het is het dagboek dat de jonge Pringsheim bijhield van zijn reis naar de generale repetitie van de allereerste Ring in 1876. Dagny Beidler, kleindochter van Isolde von Bülow (de oudste dochter was van Richard en Cosima Wagner) vond het werkje tussen de memorabilia van haar vader Franz Wilhelm Beidler, een goede vriend van Pringsheim. Met de hulp van de musicologe Eva Rieger schreef Dagny Beidler zijn herinneringen uit, die in mei zullen verschijnen bij Königshausen & Neumann. De FAZ publiceerde er onlangs enkele uittreksels uit.

Er staan opmerkelijke zaken in: zo klaagt Pringsheim over de akoestiek van het Festspielhaus die hij miserabel noemt. Pringsheim bevestigt ook de bewondering die Wagner had voor Spontini en Halévy ("La Juive") en die we ook reeds kennen uit andere bronnen. Hij ontkracht daarmee ook de mythe dat Wagner niet in staat zou zijn om het werk van collega's te waarderen. Het dagboek laat ook zien hoe vriendelijk Wagner kon zijn ten aanzien van joden, zeker wanneer ze hem financieel ondersteunden, zo voegt Eleonore Büning er veiligheidshalve aan toe in de FAZ.

Naar het artikel in de FAZ

Geen opmerkingen: