vrijdag 5 februari 2016

Richard Eyre met LA TRAVIATA in Londen (****)


Vera Gimadieva © Tristam Kenton / ROH

A BOUT DE SOUFFLE

Richard Eyre's eerste operaproductie in Covent Garden anno 1994 was ook de eerste Traviata van Sir Georg Solti en daarbovenop nog eens het roldebuut als Violetta van de 29-jarige en destijds haast onbekende Angela Gheorghiu. Het betekende de start van de internationale carrière van de Roemeense diva.

Dertien keer reeds stond deze erg conventionele maar nog steeds fraai ogende productie reeds op de affiche van het Royal Opera House. Om alle sterren op te noemen die in deze iconische productie gepasseerd zijn heb ik wellicht een A4-tje nodig. Ditmaal was het Venera Gimadieva die de met sterretjes bestikte baljurk van de demi-mondaine mocht aantrekken. In dezelfde rol had ze 2 jaar geleden reeds een verpletterende indruk achtergelaten in Glyndebourne in de regie van Tom Cairns. Toen straalde ze in een productie die niet alleen frisser oogde maar waarop de regisseur ook een milde vorm van tekstinterpretatie had toegepast zonder het stuk daarom te bruuskeren. In vergelijking daarmee is Eyre's 22-jaar oude productie bijna een gebalsemd lijk in een mausoleum en de herinstudering door Daniel Dooner heeft daar niets wezenlijks aan veranderd.

Violetta moest op Verdi's nadrukkelijke wens jong zijn, een goed figuur bezitten en zingen met passie. In Gimadieva zou hij wellicht zijn ideale vertolkster hebben herkend. Gimadieva is het soort sopraan dat mij alles kan verkopen. Alles wat de beeldschone Russische onderneemt op het toneel is sensueel en opwindend, gewoon omdat haar spel natuurlijkheid en nuance ademt. Nog voor geen fractie van een seconde geraakt ze uit haar rol. Wanneer Alfredo haar tracht op te peppen tijdens haar laatste ogenblikken kan ze zelfs ongelovig en tegelijk opgewonden kijken. Geen wonder dus dat de camera, deze eeuwige voyeur, haar dicht op de hielen zit. En zo levert elk shot van de heldin niet alleen een bloedmooi maar ook een waarachtig plaatje op.
Met een loepzuivere intonatie, een perfecte controle van het vibrato en probleemloze registerovergangen bereikt ze de vocale perfectie. "E strano" en "Addio del passato" worden dan de evidente hoogtepunten samen met het duet met Giorgio Germont van het tweede bedrijf. Is Violetta Valery voor Gimadieva ondertussen een paraderol geworden, wij hopen vooral dat ze haar talent niet teveel zal verspillen aan het onnozele repertoire van het belcanto.

Saimir Pirgu leverde zijn meest meeslepende prestatie tijdens de finale van het tweede en het derde bedrijf. Als verleider en bleef hij teveel op de vlakte. In zijn grote nummer "Dei miei bollenti spiriti" toonde hij weinig karakter. Frank Lopardo en Rolando Villazon zijn hem daarin voorgegaan als grotere persoonlijkheden.

Luca Salsi als vader Germont voelde een onweerstaanbare drang naar conventionele operagebaartjes. Daarmee toonde hij zich een zanger van de oude school. Met zijn volle, warme bariton zong hij een dynamisch mooi gedifferentieerde partij met sterke dramatische accenten, wat mij betreft aanzienlijk boeiender dan Leo Nucci.

De balans tussen orkest (leiding: Yves Abel) en solisten was in deze relay weer uitstekend.

Het volgende rendez-vous met Venera Gimadieva is gepland in Berlijn in I Capuletti e i Montecchi.

Geen opmerkingen: