zondag 23 april 2017

Deborah Warner met Eugene Onegin in New York (****)

Anna Netrebko als Tatjana
© Marty Sohl
IT'S ALL OVER NOW, BABY BLUE

Hoe het met regisseuse Deborah Warner gesteld is, is mij niet bekend. Vier jaar geleden toen deze productie in New York in première ging, moest ze onder het mes en sindsdien hebben we nog weinig van haar vernomen. Ook Dmitri Hvorostovsky, hervallen in zijn strijd tegen het hersentumorbeest, was uitgeschakeld. We hadden hem graag eens bezig gehoord want zijn ziekte had hem, naar onze mening, in Il Trovatore opmerkelijk gerijpt als uitvoerend kunstenaar. Maar als Peter Mattei op het toneel staat en de bons mag krijgen van diva assoluta Anna Netrebko, dan hoor je ons natuurlijk niet klagen.

Deze uit Londen afkomstige productie, scenografisch volkomen atypisch voor de ENO en nog meer voor een Peter Brook discipel als Deborah Warner, is des te typischer voor de Met. Nergens is er sprake van wrijving met de tekst, zelfs geen klein weerhaakje, en in New York hoor je dan niemand klagen. Ook niet over de scenografische fantasieloosheid van het duel in de sneeuw en het in polonaises gedrenkte feestgedruis in St-Petersburg.

Dat deze opera-avond toch in zijn opzet slaagde lag aan het subtiele spel van zowat alle solisten. Hier geen enerverende operagestiek zoals die zo vaak te zien is aan de Met, maar personages die hun handelen met een bewonderenswaardige natuurlijkheid weten in te kleden. Dat gaat over blikken en kleine gebaartjes die de "onfortuinlijke" toeschouwer in de zaal natuurlijk niet in dezelfde mate kan beleven als wij in de bioscoop.

Vier jaar geleden schreef ik over de gevierde Anna Netrebko : "Netrebko leverde een glansprestatie. Absoluut niets op aan te merken. Geen problemen met registerovergangen. Hoe zij van het breekbaarste piano bliksemsnel kan overschakelen naar elk van haar dramatische uithalen, dat is van een grote zinnelijkheid. Sinds haar internationale doorbraak, zowat 10 jaar geleden, draagt ze een maatje groter maar ook de stem valt wat forser uit. Je begrijpt waarom ze zit te lonken naar de lirico-spinto rollen in Wagner". Ondertussen is die transitie naar het licht-dramatische vak een feit en zelfs van Wagner heeft ze ondertussen kunnen proeven (Lohengrin, Dresden 2016), een wellicht niet geheel probleemloze voordracht qua dictie waarvan we volgende zondag op Arte Concert getuige zullen kunnen zijn. Voor een rol als Tatjana, die een zekere jeugdige frisheid veronderstelt, is dat geen aanwinst. Die maturiteit speelt haar wel eens parten maar ze blijft betoveren door haar gerookte-zalm-timbre en haar feilloos aanvoelen voor het zetten van dramatische accenten. Uiterst zelden vervalt ze in een onnatuurlijke mimiek en bij haar afwijzing weet ze zelfs op overtuigende wijze een huilbui te faken, discreet behandeld door de camera. Die schiet vele mooie plaatjes al krijgen we de heldin vandaag ook met opbollende wangen te zien.
De briefscène is exemplarisch voor deze productie. Ze oogt conventioneel maar zit boordevol kostelijke details in de acteursregie. Die focust geheel op Tatjana's tweestrijd tussen hevige onzekerheid en ongeremde passie. In het voorvoelen van de komende catastrofe na het impulsief versturen van de brief, stort ze bijna in. Onnodig te vertellen dat Netrebko de briefscène tot het eerste hoogtepunt optilt van de avond. In het derde bedrijf vallen aanvankelijk wat intonatieproblemen te noteren maar die geraken snel onder controle en ze rondt af met een verschroeiende finale met Mattei waarin ze tot het laatste moment voor hem de illusie hooghoudt dat ze emotioneel zal kantelen. Die finale is het tweede hoogtepunt van de avond. De avond is dan wel voorbij, een avond van enkele gemiste kansen.

We schuiven graag aan wanneer Peter Mattei zijn bloedmooi timbre en zijn interpretatietalent ter beschikking stelt van de verveelde, zelfvoldane, aristocratische kosmopoliet Onegin. Het hele eerste bedrijf speelt hij hem als een bijzonder onaangenaam personage. Zijn pedante afwijzing besluit hij met een verrassende kus. Die zal hij tijdens het symmetrische moment aan het eind dubbel en dik terugbetaald krijgen. In het duel eindigt hij als een piëta met zijn gevallen vriend in de armen. In de finale hoort hij warm te lopen en te dingen naar onze empathie. Dat doet hij ook en Mattei en Netrebko zijn op dat moment, scènisch en vocaal, evenwaardige partners. Met een beetje geluk zien we dit koppel volgende maand opnieuw aan het werk in Parijs, dit keer in de regie van Willy Decker.

Aan Alexey Dolgovs genuanceerde tekstinterpretatie valt niet te twijfelen. De kwetsbaarheid van de nerdy dichter Lenski staat in zijn brilglazen te lezen. Maar de stem is nogal slank en het timbre is dat van een grijze muis. "Kuda, kuda" ontbeert daardoor échte tenorale zinnelijkheid.

Met een constant lelijk vibrato is Stefan Kocan als Vorst Gremin de echte teleurstelling van deze avond. Is dat de Gurnemanz die Opera Vlaanderen volgend seizoen op ons loslaat ?

De geweldige Larissa Diadkova als de grootmoeder heeft de stem die past bij haar leeftijd maar het vibrato blijft heel mooi onder controle.

Het dramatisch instinct van Robin Ticciati kon mij ook dit keer niet voor het volle pond overtuigen. Zowel in dynamische differentiatie als in tempogevoel bleef ik af en toe op mijn honger.

1 opmerking:

Willy Faes zei

Volledig akkoord met deze recensie. Bedankt.