maandag 27 september 2010

Nikolaus Lehnhoffs Rigoletto op dvd bij Virgin Classics

Bizarre rituelen regeren de lusthof van de hertog van Mantua. Halfnaakte vrouwen en vreemde fabeldieren bevolken zijn orgieën. De hovelingen zijn gemaskerd als duivels. Aldus ontstaat een tableaux vivant dat aan Max Ernst herinnert. Juan Diego Florez leent zijn tenore-di-grazia voor een rol die principieel meer testosteron behoeft. Zijn natuurlijke charme, zijn verfijnde zangtechniek en feilloze topnoten maken van hem een fijnbesnaarde libertijn eerder dan een gewetenloze womaniser. Zeljko Lucic is een monumentale, expressieve Rigoletto, een ontdekking van formaat! Diana Damrau betovert door de zinnelijkheid van haar voordracht en de verleidelijke charme van haar spel. Van het aan de kitsch grenzende "Caro nome" maakt ze een ware tour-de-force. Wie doet beter?

Deze Rigoletto zullen wij vertonen in Cinema Zuid op zaterdag 15 januari 2011.

donderdag 23 september 2010

Opera in de cinema : De cijfers !

Kinepolis verkocht vorig jaar 46312 tickets in het kader van haar derde seizoen "Opera in de cinema". Ook voor het nieuwe seizoen kent de voorverkoop een krachtige ouverture. Reeds 29000 tickets gingen de deur uit zodat het record van vorig seizoen wellicht zal worden verbroken. En dat niettegenstaande het "Met Live in HD"-project in zijn eerste 2 seizoenen in de pers en op Klara gewoon werd doodgezwegen. Tot mijn grote ergernis. Vandaag wordt Kinepolis door Klara zowat doodgeknuffeld. Om maar te zeggen dat dit alles ook het resultaat is van een aanzienlijke marketinginspanning. De cijfers daarvan had ik ook wel eens graag gezien.
Nu nog verlost geraken van die reactionaire smaak van de Amerikaan die het scènebeeld bepaalt van de Metropolitan. Ja, mijnheer Peter Gelb, er is nog werk aan de winkel! Maar u bent goed bezig!

Een nieuwigheid is dat voor wie de live voorstellingen niet kan bijwonen er binnenkort nu ook reprises zullen worden aangeboden op een latere datum. Meer informatie volgt weldra op de website van Kinepolis.

Had u ooit gedacht dat opera nog eens een boost zou geven aan het exploitatieresultaat van de N.V. Kinepolis? Wellicht niet. En heb ik het voorspeld of niet? Dat brengt mij vervolgens bij mijn volgende voorspelling: er wordt weleens gezegd dat dit project nieuwe operaliefhebbers zal creëren die dan de stap zullen zetten naar het "echte" theater. Daar moet ik eens hartelijk mee lachen! Integendeel, opera in de cinema zal op termijn nefast blijken te zijn voor heelwat theaters, vooral in de provincie. Is dat erg? Helemaal niet. Er zijn gewoon teveel operatheaters. Opera is gewoon veel te kostelijk om blijvend opgevoerd te worden in zowat elke middelgrote stad in Europa. Dat dit gebeurt op kosten van de belastingbetaler schijnt niemand te storen. Ik verbaas er mij nog elke dag over dat de subsidiërende overheden nog altijd over de brug willen komen voor een kunstvorm die zo dood is als een pier. Op termijn zal dat onhoudbaar blijken.

Begrijp mij niet verkeerd: er zal in de toekomst niet minder maar meer opera te zien zijn en van een hoger artistiek niveau dan nu het geval is maar u zal er zich steeds vaker voor naar de bioscoop moeten begeven.

maandag 20 september 2010

L'amour de loin : Een stel acrobaten en schaduwspelers


Van René Hooyberghs ontving ik volgende bijdrage:

Vrees niet, Geacht Forum, ik laat me niet à la Joe Oostvogels verleiden tot een systeemvaste en rigide Finse week, maand of jaar. Bij mij staat de knop voor muziek, literatuur en beeldende kunst constant op random. Maar Het Toeval heeft ook zijn systeem, en dus: nauwelijks is het laatste woord van Arto Paasilinna’s Haas verteerd, of hier gaat het doek al op voor L’Amour de Loin, van de al even Finse componiste Kaija Saariaho. Die ons veel vreugde verschafte met een latere opera van haar en Amin Maalouf’s hand, Emilie, vorig jaar in Amsterdam. De KVO pakt dit jaar uit met een nieuwe productie van haar eerste opera (een coproductie met de English National Opera en de Canadian Opera Company van Toronto, met de wat cryptische vermelding ‘scenische creatie voor de Benelux’ – als het maar ingewikkeld genoeg is vallen er wel subsidies uit één of andere krabbenmand wellicht). Precies tien jaar geleden kwam deze opera tot stand onder impuls van Gerard Mortier, die het werk bestelde toen hij intendant was van de Salzburger Festspiele.

Een mooie gelegenheid om Saariaho’s muzikale evolutie wat te volgen. Ook in 2000 zorgde de componiste voor een symbiose tussen electronica en orkestrale muziek. Maar in 2010 klinkt haar muziek véél abstracter, onthechter, losser van structuur en keurslijf. Tien jaar geleden klonk het nog ‘klassieker’: het was na de pauze, toen in het vierde bedrijf de opera in een storm op de Middellandse Zee sukkelde, vrijwel onmogelijk om inwendig niet enthousiast Steuermann Steuermann mee te murmelen, zo Wagneriaans klonk die storm toen (en dus gisteren) nog. En natuurlijk was ook het thema Wagneriaans, want ziehier het verhaaltje:

Net als in Lohengrin draait het om de zuivere liefde, de liefde zonder bijbedoeling, de liefde voor de ideale onbekende, de uiterste romantiek. Saariaho en Maalouf draaien de rollen om: hier is het geen waanzinnig verliefde Elsa die zich blind staart op een onbekende, maar een even dwaze mannelijke Jaufré. Die Jaufré Rudel was ooit een troubadour van het zuiverste ras, en dus niet van romantische gevoelens gespeend. Hij was baron van het havenstadje Blaye (spreek uit Blaai, op zijn Occitaans) aan de Garonne. De mens wordt verliefd op de hem overigens volkomen onbekende gravin Hodierna (in de opera van Saariaho heet die dan weer Clémence), zij woont oneindig ver weg. Hodierna/Clémence hoort via een tussen Frankrijk en het Heilig Land pendelende pelgrim (hier een vrouwenrol) van die rare vogel uit Blaye. De blinde liefde, l’amour de loin, wordt wederzijds en tenslotte scheept Jaufré in, op zoek naar zijn idool, de Tweede Kruistocht als dekmantel voor zijn liefdestocht gebruikend, een snoepreisje op kosten van de goede zaak, zeg maar. Hij en de pelgrim zetten koers naar Tripoli in Libanon (waar schrijver dezes zelf nog ooit door sluipschutters werd belaagd, in dienst van maritiem profijt), maar onderweg wordt Jaufré door ziekte overmand en hij is nog niet goed gearriveerd, of hij is al dood. En Clémence dus weduwe avant la joie. Nooit zal ze nog haar boezem aan een andere man vertonen, zo zingt ze, en nadat ze eerst de goden heeft verwenst, bekeert ze zich al gauw en stort zich, voor eeuwig maagd, in een klooster. Nog een ietsje méér deugdzaamheid, en we zitten bij de Onbevlekte Ontvangenis, maar dat is voer voor een andere forum.

De aandachtige lezer heeft in de crewlist hierboven al gezien dat er een aantal acrobaten en dergelijke mee acteren, en ja hoor, regisseur Daniele Finzi Pasca is van vele artistieke markten thuis, onder andere die van het circus, hij bezondigde zich onder andere ook aan een productie voor het Cirque du Soleil en zowaar de slotceremonie van de Olympische Winterspelen in Turijn. Intendant Mortier had voor de eerste opvoering van L’Amour de loin nog niemand minder dan Peter Sellars kunnen strikken, maar Antwerpen is nu eenmaal Salzburg niet. Maar ach, het valt allemaal best mee, Finzi Pasca heeft ècht overdreven bombast kunnen vermijden, en de over het podium zwevende acrobaten zijn ook al elders vertoond, ze hoeven tenminste niet al zwevend te zingen. Soms is de symboliek nogal evident: als het koor met reflecterende spiegels het publiek moet verblinden, bijvoorbeeld, zodat wij ook eens kunnen zien hoe erg blinde liefde wel kan zijn.

Maar het is nooit zo erg dat de aandacht van de toeschouwer/hoorder zodanig wordt afgeleid dat de muziek en de zang het onderspit moeten delven. Een explosie van schoonheid, hoorden we een bezoeker tijdens de pauze verkondigen, en hij had gelijk. De muziek van Saariaho nodigt uit tot wegdromen, tot bezinning, en Koen Kessels bewees eens te meer dat er met hedendaagse ernstige muziek niks mis is, en dat ze ook door traditionele orkesten (én koren, want het koor deed het opperbest) kan worden uitgevoerd.

Over de solisten lof voor de sopraan Rachel Harnisch in de rol van Clémence, al duurde het even voor ze volop op gang kwam, haar start was nogal aarzelend. Volgens het programmaboekje is de bariton Phillip Addis (Jaufré) een rising star, en dat zal wel, maar hij zal toch nog een beetje moeten rijzen en aan envergure winnen. Katherine Rohrer, in de moeilijke rol van de pelgrim (mezzosopraan) deed dat perfect.

Een waardige opener van het ‘Mijn Orient’ thema waar intendant Aviel Cahn de KVO het seizoen 2010-11 mee instuurt.

donderdag 16 september 2010

Opera op het Witte Doek : Data voorjaar 2011

Volgende data werden inmiddels vastgelegd voor de voorjaarsprogrammatie van "Opera op het Witte Doek" in Cinema Zuid :

- 15 Januari 2011
- 05 Februari 2011
- 05 Maart 2011
- 23 April 2011
- 07 Mei 2011


Het programma zelf wordt later meegedeeld. Vast staat dat de twee belangrijke Verdi-releases van het moment "Don Carlo" van ROH Londen (Antonio Pappano/Nicholas Hytner) en "Rigoletto" van Dresden (Fabio Luisi/Nikolaus Lehnhoff) op het programma zullen komen.

P.S. Ik moet even op dit bericht terugkomen want het was mij even ontgaan dat de voorstelling van "Don Carlo" dezelfde is als degene die Kinepolis met een identieke cast live zal uitzenden in december.

dinsdag 14 september 2010

Phlipp Stölzls "Rienzi" aan de Deutsche Oper


Je maakt het wel eens mee dat een theaterproductie van een opera beter is dan de muziek waarop ze is gebaseerd. Is zoiets ook denkbaar bij Wagner? Afgaande op de dvd-release van Philipp Stölzls Rienzi voor de Deutsche Oper moet je besluiten dat het antwoord alleen maar ja kan zijn. Door Wagner zelf gedesavoueerd als een soort jeugdzonde is Rienzi nooit tot de Wagnercanon gaan behoren. Is dat wel terecht ? Die Feen en Das Liebesverbot even buiten beschouwing gelaten is het duidelijk dat het Wagners minst goede opera is, daarover kan geen twijfel bestaan. Het is het werk van een 29-jarige die Parijs een elefantesk monster wilde serveren volgens de mode en de waan van de dag, de “Grand Opéra” van Meyerbeer.
Heeft Cola Rienzi iets van de rethorische kwaliteiten van Wagners latere personages, de overige personages zijn eerder van bordkarton, weinig gedifferentieerd in hun psychologische ontwikkeling en onvoldoende ondersteund door even grootse muziek als in de werken van zijn maturiteit. Toch hoor je in de massieve koorpartijen reeds embryonaal de Wagner van Tannhäuser en Lohengrin. Hans von Bülow noemde het werk sarcastisch “Meyerbeers beste opera”. Dat zegt misschien iets over de artistieke krachtsverhoudingen tussen Wagner en Meyerbeer die zich posthuum hebben bevestigd maar het zegt allerminst iets over de sociale en economische verhoudingen tussen beiden in het midden van de 19e eeuw. Anno 1842 was Rienzi dus ontzettend belangrijk voor Wagner, nadat zijn eerste verblijf in Parijs op een complete mislukking was uitgedraaid. De succesvolle première van Rienzi in Dresden maakte hem in één klap bekend in heel Duitsland en het leverde hem ook een baantje op als Kapellmeister. Je mag er niet aan denken wat er van hem zou zijn geworden als Rienzi in Dresden een flop zou zijn geweest.

Al 150 jaar behoort het tot de geplogenheden van operahuizen om van Rienzi hun eigen versie te brouwen. Aan de Deutsche Oper is dat niet anders. Stölzl en zijn dramaturge Katharina John reduceerden de partituur tot 2.5 uur muziek terwijl de première in Dresden bijna 6 uur moet hebben geduurd. De weinige plaatopnames die ervan bestaan gaan zelden over de 3.5 uur. Moeten we Stölzl dankbaar zijn voor deze ingrijpende coupures ? Wellicht wel maar het laatste woord over Rienzi hoort toch te gaan naar diegene die zich over het stuk ontfermt in zijn integraliteit. Stölzl maakt het stuk immers een stuk eendimensionaler en doet het ook geweld aan. Van Rienzi maakt hij een dictator die zich in de gunst van het volk weet te werken, in de oorlog tekort schiet en de realiteit ontvlucht door zich in een bunker te verschansen. Wagners Rienzi bezorgt het volk een grondwet en rechten tegen de willekeur van de adel, hij toont clementie zoals Tito in Mozart’s La Clemenza di Tito, schenkt zijn belagers genade en wordt uiteindelijk het slachtoffer van een ordinaire intrige. Maar een dictator en een slachter? Stölzl ensceneert dus eerder de receptie van Rienzi als het stuk zelf. Maar als dat zo goed gedaan wordt als Stölzl dat heeft gedaan dan kan je veel door de vingers zien in de wetenschap dat het laatste woord over Wagners jeugdwerk daarmee nog niet is gezegd.

De eerste scène is meteen geweldig. Terwijl de prelude weerklinkt, met haar grote historische beladenheid als de openingsmuziek van menige Reichsparteitag, zien we een dictator die zich geïnstalleerd heeft in de eenzaamheid en de “ennui” van zijn machtswaan. Hij dirigeert de muziek die uit zijn grammofoon lijkt te komen, hij danst en turnt zich een weg door zijn “Berghof” met zicht op de Obersalzberg. Wij zien hem zelfs een achterwaartse koprol maken op zijn bureau. Op dat punt aangekomen heb ik moeten terugspoelen om te beseffen dat hier niet de behoorlijk obese Torsten Kerl aan het werk was maar een acteur als dubbelganger. Het effect is geweldig. Vanzelfsprekend is deze openingsscène gemodelleerd naar Chaplins persiflage van Hitler in “The Great Dictator”. Maar dit is slechts een voorafschaduwing van de opgang die de dictator nog zal maken. Daarvoor zien we hem eerst aan het werk als opstandeling in de door burgeroorlog verscheurde straten van “Rome”. Dat Rome is niet letterlijk te nemen want het is gevat in prachtige expressionistische decors die aan George Grosz herinneren. Later zullen die plaatsmaken voor de kille architectuur van het nazi-classicisme. Het koor draagt maskers die lijken te verwijzen naar psychische deformaties die Wereldoorlog I achterliet. Onder hun lompen dragen de koorleden reeds de zwart/witte outfits van de dictatuur die zij later aan de openbaarheid zullen prijsgeven als hun eigenlijke onderdrukte natuur.
Propaganda à la Riefenstal is voortdurend te zien op een videowand. Erg geslaagd is de inzet van een live camera die Rienzi’s naar Hitler gemodelleerde redevoeringen naar de videowand streamt. Adriano’s genadeverzoek aan Rienzi ten voordele van zijn vader wordt slechts gehonoreerd voor het oog van de camera’s, de videowand boven hun hoofden laat zien hoe de tegenstanders één voor één met een kogel in het hoofd worden afgemaakt.

In het tweede deel wordt het toneel verticaal opgesplitst in drie niveau’s. Dat levert bijzonder fraaie resultaten op tijdens de oorlogstaferelen: terwijl het morrende volk zich hult in rood licht zien we hoe de dictator zich terugtrekt in zijn Führerbunker terwijl boven dit alles oorlogstuig voorbij raast op de videowand.
Tijdens zijn grote aria “Allmächtige Vater, blick herab” krijgen we weer zo’n fascinerende blik in die laatste dagen van de Führer wanneer we Rienzi zien spelen met architectuurmodellen voor Albert Speers “Germania”. Dat de aria redelijk futloos overkomt is allicht te wijten aan het feit dat Torsten Kerl dan al bijna het gehele stuk door op het toneel heeft gestaan.

Torsten Kerl is geen Max Lorenz maar zowel zijn voordracht als zijn spel zijn intelligent en niet zonder brio, één van de beste partijen die ik hem al heb zien doen. Camilla Nylund, als Rienzi’s zuster Irene, allicht gekozen vanwege haar Arische looks, heeft van de censoren slechts weinig te zingen gekregen. Het weinige dat ze doet is voortreffelijk. De Amerikaanse mezzo Kate Aldrich als Adriano, wordt door het Berlijnse publiek het meest gevierd vanwege haar sterke rolidentifiactie. Zou ze het even goed hebben gedaan als Wagners vlam Wilhelmine Schröder-Devrient?

Sebastian Lang-Lessing neemt soms heel brede tempi. Het orkest klinkt ook wel wat rommelig maar dat kan zeker ook aan de gebrekkige orchestratie van de 29-jarige componist liggen. Het koor presteert voortreffelijk.

Philipp Stölzl leverde in 2007 al een knappe enscering af van een even problematische telg van de Grand Opéra als Rienzi : Benvenuto Cellini van Berlioz op de Salzburger Festspiele.
Voor Madonna en Rammstein maakte hij video clips . Momenteel draait hij een film over Goethe. Katharina Wagner is nog steeds op zoek naar sponsors voor een revival van Rienzi in Bayreuth 2013. Benieuwd of ze daar in zal slagen. Misschien is haar Rammstein-maatje dan weer van de partij.


BLU RAY :
Amazon UK

DVD :
Amazon UK

woensdag 8 september 2010

Hebzucht in de opera : Part II


Als muziekdirecteur van de New York Philharmonic liet de heer Lorin Maazel zich voor zijn laatste seizoen niet minder dan $3.3 miljoen betalen. Aldus de New York Times. Maazel is daarmee één van de best betaalde dirigenten van de planeet, schrijft The Times. Wel, dan wil ik wel eens weten wie van de dirigenten er dan nog meer verdient! Nochtans zijn het barre tijden voor het orkest want in dezelfde periode liep het deficit op tot $ 4.7 miljoen.

Maazel kwam in 2005 al in opspraak toen hij het Royal Opera House Covent Garden een fors bedrag uit eigen zak betaalde om de opvoering van zijn opera "1984" mogelijk te maken. Volgens de meeste perscommentaren was dat een complete miskleun ontsproten aan het artistieke brein van een dilettant. Naargelang de bron variëren de bedragen die deze hedendaagse Meyerbeer aan ROH betaalde tussen £416.000 en £760.000. Nee, van deze bakker lust ik geen broodjes meer.

Hoe komt het toch dat joodse kunstenaars voortdurend datgene bevestigen wat Wagner over hen schreef in dat verguisde pamflet "Das Judenthum in der Musik" ?

A Week in Bayreuth :
The Ring Cycle (8-13 August 2010)




Van onze leden Annemarie & Stephen Langley-Wanderer ontving ik volgende enthousiaste reportage naar aanleiding van hun eerste bezoek aan de Groene Heuvel.

My wife, Annemarie, successfully participated in the Wagner society tickets quiz last year and we have just returned to Brussels following a memorable week in Bavaria where we attended all four parts of the Ring Cycle. Here's our report. In addition to giving our view on the performances we thought it might be useful to provide some practical tips on attending the Festspiele .

1. PLANNING AND LOGISTICS

Already in January (7 months in advance), and despite initial lack of success in booking accommodation in the "Fränkische Schweiz" north west of Bayreuth, we ended up renting a self-catering apartment in Fleckl just outside Warmensteinach some 20 kilometres east of Bayreuth. This turned out to be an excellent choice – the Ochsenkopf mountain was right next door providing multiple opportunities for walking and enjoying the local scenery. The accommodation was clean, spacious and remarkably good value for money. Shops and eating places were located around 3 km away in Fichtelberg. The owners confirmed that their properties in Fleckl are always fully booked for the duration of the Festspiele. Advice therefore: if you have tickets, avoid disappointment and book accommodation as quickly as you can.

Trips by car into Bayreuth from the east proved uncomplicated – taking around 30 minutes on almost empty roads.

Bayreuth itself is a very interesting town with a number of museums, a ducal palace and any number of taverns and eating places including the Weihenstephan – intriguingly sub-titled the "Oldest Brewery in the World." We visited the magnificent Markgräfliche Opernhaus (the oldest baroque opera house in Germany) and the Wagner residence "Wahnfried". Both places are fascinating and full of historical/musical interest. For enthusiasts Wahnfried is not to be missed and probably merits a day on its own. Concerts are frequently held in the salon where the piano, donated to Wagner by Steinway, still stands.

Prospective visitors to the town should note that both buildings will be closed for large-scale renovation work from the end of August 2010. Both are scheduled to re-open in time for the Wagner bi-centenary celebrations in 2013.

On-street parking within 300 metres of the Festspielhaus (FSH) was easy on each of our four visits. Neighbouring streets are named exclusively after Wagnerian heroes – ours was Wotanstrasse and ideally positioned for a quick get-away after performances. Parking within the immediate vicinity of the FSH is no problem either.

In terms of dress, I opted for a black dinner jacket and felt that this was the right choice. One of the joys of the festival is the opportunity it provides to watch a fashion parade free of charge at close quarters. The vast majority of the audience clearly seized the opportunity to dress smartly and there were any number of stunning dresses on show. White dinner jackets looked surprisingly out of place.

Solid and liquid refreshment is readily to hand with few queues – prices (decent local beer at €4, green tea at €3.70) compared very favourably with the Glyndebourne festival (UK) which we visited in May. These drinking holes provide plenty of opportunity to chat with one's fellow festival-goers; we picked up many opinions on such topics asthe quality of singing, the Dorst production and the style of the new management team of Eva Pasquier and Katherina Wagner. Intervals last one hour thus providing plenty of time for recharging one's batteries and (if you insist) expensive retail therapy

The FSH is surrounded by beautiful greensward and gardens where, weather permitting, it was extremely pleasant to take a seat during intervals and munch a sandwich, watch the sun going down, take photographs, etc. The weather during our week in Bayreuth was pretty disastrous with an umbrella required on two out of four days.

Thank you very much, Wagner Society, because Our FSH seats were superb – Category 2, 9th row, centre left – affording a terrific view of the stage (neither orchestra or conductor are visible thanks to Wagner's inspired design) and 96% of the action. Contrary to what you might read in the press, the seats were not particularly uncomfortable. My neighbour confirmed that they had been refurbished with velvet-covering some years ago – a welcome upgrade from the unyielding wooden tip-up seats which Annemarie and I had encountered during our "behind the scenes FSH" tour in 2001.
Punctuality is essential. Performances started on the dot and no late-comers are allowed into the auditorium. If you're late for Rheingold you miss the whole opera.

2. THE CYCLE ITSELF

Rheingold (8 August)

Critics have been quite severe on Tankred Dorst's production but we find it quite fascinating. The first scene takes place in the watery, stony and slippery depths of the Rhein – it's difficult for Alberich to secure his footing or get his lecherous hands on the Maidens. The second scene, featuring the initial appearance of the Gods, is set in an untidy, ostensibly urban, landscape complete with graffiti on walls and local youth strolling around the stage.

The singing is of excellent standard with particularly fine performances from Alberich (Andrew Shore) and Loge (Arnold Bezuyen). Simone Schröder is not particularly convincing as Flosshilde and, this evening at least, Wotan (Albert Dohmen) is not performing at full throttle. These are minor vocal shortcomings and are easily compensated by strong acting and characterisation. This is where Dorst's theatre background impacts so positively on the performance as a whole. There can be no doubting the venality of Alberich, the voluptuousness of the Rhine Maidens or the rising tension between Fricka and Wotan.

The orchestra is magnificent. The gorgeous acoustics of the house enhance the all-round excellence and subtlety of its playing. Christian Thielemann is clearly adored in Bayreuth.

Rapturous applause greets the performers at the end of a great evening. There are other factors that make the evening thoroughly enjoyable such as the discipline of the audience (no noisy sweet wrappers or disruptive applause), the atmosphere and acoustics in the auditorium and the seamless organisation inside and outside the house.

Valkyrie (9 August)

Johan Botha, the great South African tenor, sings Siegmund this evening and is in superb form (he had disappointed in his role as Walter in Meistersinger in Vienna last year). This time there is no letting us down – his diction is clear and his singing sublime.

The set in the first act is particularly striking with a telegraph pole smashed through the left-hand side of the set (modelled, we think, on the entrance hall of the FSH itself). It looks like a scene from wartime and helps explain the atmosphere of tension and menace that pervades the whole of Act 1. Dorst extracts a great deal from the Hunding role – he's violent, malevolent and a wife-beater and excellently played – and sung – by Kwangschul Youn .

Even for Wagner fanatics like us, we realise that the second act is tough going in terms of length and content. Despite this, with Botha singing wonderfully and Wotan stepping up the gas compared with yesterday, we are able to maintain concentration. Brunnhilde (Linda Watson) makes her first entry; with hair dyed red, she looks more punk than Valkyrie. It sounds as though she's having some problems with her voice this evening.

The third act, which includes the Ride of the Valkyries, is set in a quarry littered with corpses and junk of various sorts. It is this sort of barren and desolate scenery that has generated so much criticism of Dorst's production. Whatever reservations one may have about the set, the final scenes (including Wotan's Abschied) are deeply moving. These people can act as well as sing.

Although Watson certainly isn't on form this evening, other performances (including that of the orchestra – brilliant as usual) are top quality.

Siegfried (11 August)

The performance is preceded by a huge portion of Schweinschäufele (slow roast shoulder of pig with crackling) at "Zum Oberen Tor" - located on the same street as Wahnfried. I manage to eat around 80% of this intimidating slab and the waitress congratulates me on this performance. I recommend this place – it's not particularly classy but the food is hearty and the beer extremely good.

We're not surprised that Linda Watson is out of action this evening. She is replaced at the last minute by Sabine Hogrefe who does well in the circumstances. The unattractive punk wig from Valkyrie is gone by the way.

Of all the Ring operas, this is the one that we feel best acquainted with. A couple of recent visits to Cologne (one with the Wagner society) are still relatively fresh in our memory. It seems to us that Dorst may have been inspired by some of Robert Carsen's ideas as there are some similarities here – Siegfried with teddy bear and Mime with chemistry set complete with overflowing test tubes (both in Act 1) and the forest setting in Act 2. A great contrast is to be found, however, in the portrayal of Siegfried - he appears to be suffering from Attention Deficit Disorder because he's moving or leaping around and behaving in generally (or potentially) destructive manner - smashing schoolroom furniture in the first Act, practicing sword thrusts in the second and third Acts. In his nature, of course, he is totally oblivious to warnings or threats. It is Lance Ryan's performance that captures the audience. In our opinion he clearly emerges as the audience "favourite of the week." After a slightly tentative start not only does he sing wonderfully but he also looks the part: a shock of red hair on a freckled face, a lean body and overloaded with reckless youthful energy.

Wolfgang Schmidt also does well as Mime – the school classroom providing an ideal location for those chemistry skills. Andrew Shore is outstanding again as the malevolent Alberich. I'm not sure about their costumes though – they look more like "Michelin Men" with their inflated tyre apparel.

Apart from occasional nervousness and understandable lapses in tempi on the part of Hogrefe, there are virtually no weaknesses in this performance. The audience response is thunderous. This has been another richly satisfying evening.

Götterdämmerung (13 August)

The week has flown by. Friday the 13th is another day of mediocre weather but the gloom has been relieved by the fantastically high quality performances inside FSH.

The final part of the cycle is wonderful in so many ways –Linda Watson's Brunnhilde is back with us this evening and is in much more convincing form. Hagen is a brooding, virulent force – Eric Halfvarson excellent – and unsmiling - throughout. Siegfried, singing beautifully, retains his boyish enthusiasm and naïveté till the end. Once again we enjoy the staging although the downfall of the gods is largely invisible thanks to stage hands overdoing the production of smoke.

The courtiers and hangers-on play an important supporting role in this production. They are largely guileless on-lookers as the tragedy unfolds; bit-players in a corrupt and dissolute court. They're making love behind closets, breakfasting in various forms of undress (an interesting take on Déjeuner sur l'Herbe in Act 3), sipping champagne, sniffing coke, pointlessly (and repeatedly) adjusting sunglasses. We count at least thirty pairs of shoes on the stage –presaging the downfall of the inconsequential Gunther and Gutrune perhaps ? This attractive but essentially frivolous pair is doomed from the start; they realise far too late that they're just pawns in Hagan's plotting Appropriately, Gunther's crown in Act 1 makes him look more fool than ruler. Game, set and match to Hagen.

Once again what makes this production so richly satisfying is the combination of vocal skill and great acting. Dorst winds up the tension in Act 2 and opens the sluice gates in Act 3. The death of Siegfried is preceded by charming singing from the Rhine Maidens. Lance Ryan captures the audience one last time before he is speared in the back. Brunnhilde's self-immolation gives way to the gorgeous orchestral finale – the smoke filled stage prevents us from witnessing the demise of Hagen or the end of Valhalla but we're so swept away by the magnificent orchestration that it hardly matters. 20 minutes of curtain calls with rapturous applause from an entranced audience. We leave the FSH very reluctantly and wonder when we'll be back………………

3. CONCLUSION

Our week in Bayreuth was unforgettable. Attending the Ring was the pinnacle of our music-going career so far and exceeded our (already high) expectations. It's not only the music in Bayreuth but the vibe you get from knowing that, in unique and historic surroundings, you're getting some of the best singers and orchestral players in the world at the top of their game.

In addition to this, the organisation of the event is first class. The service and attention to detail is both superb and discreet.

The knowledgeable audience is a real asset – we know that Bayreuth audiences have a reputation for (sometimes) being unkind – Lohengrin this year received a mixed reception. All we can say is that there appeared to be terrific enthusiasm for this production, the orchestra and conductor.

Bayreuth will be undergoing a face-lift over the next three years in advance of the Wagner bi-centenary and there will be no Ring in either 2011 or 2012. Whatever the inevitable controversies that will envelop the new Ring production in 2013, we consider ourselves fortunate and privileged to have attended the Dorst production. To have attended an opera in the FSH is to want to go again………….

We would like to express our sincere thanks to the Wagner Society for making this wonderful week possible.

maandag 6 september 2010

Krijgt Antwerpen een Lohengrin standbeeld ?


De vzw BrilliAnt is een vereniging die ijvert voor een sterker en positiever internationaal imago van de stad Antwerpen. Zij probeert dat te verwezenlijken door gerichte steun aan bepaalde welgekozen projecten: één daarvan is een Lohengrin-revival in Antwerpen. BrilliAnt denkt daarbij aan een standbeeld van Lohengrin op de nieuwe heraangelegde Scheldekaaien ter hoogte van de historische "Aanwerp", liefst een beeld van een beroemde Antwerpse kunstenaar (Jan Fabre ?) en verder zou men ook graag een opvoering in openlucht tot stand zien komen van de opera zelf met de Schelde en 't Steen als decor i.s.m. de Vlaamse Opera. Brilliant zoekt steunende leden en structurele partners om deze projecten ter verwezenlijken. Via deze kolommen houden wij u op de hoogte van de vooruitgang van het project.

Ben Heppner sings Wagner

Bij Deutsche Grammophon verscheen zopas een nieuwe Wagner CD van Big Ben Heppner. Die documenteert zijn laatste twee rollen die hij de afgelopen jaren aan zijn Wagnerrepertoire heeft toegevoegd : Siegmund en Siegfried. Opnieuw levert Ben heel gave "liedhafte" interpretaties af van rollen die zijn vocale petje eigenlijk te boven gaan maar die hij doorgaans weet te illumineren met een heel eigen welsprekendheid.



Amazon UK

Amazon DE

Amazon FR (Beste Koop)


Siegfried heeft hij op het toneel meer niet dan wel gezongen. Dat is tekenend voor de artistieke worsteling die hij met de moordpartij voortdurend moet leveren. En dus interesseert het mij veel meer om i.p.v. enkele studiotracks te zien hoe hij het ervan af brengt op het toneel. Anders uitgedrukt: waarom duurt het zo lang voor zijn Siegfried onder Simon Rattle van Aix-en-Provence 2009 op de markt komt als dvd? Was de verkoop van "Die Walküre" zo erbarmelijk? Wellicht wel. Maar Braunschweigs "Götterdämmerung" (Siegfried werd niet opgenomen) was echter van een veel hoger niveau, zowel scenisch als interpretatief en zonder de handicap van complete miscasts als Dale Duesing, Willard White en Eva Johannson. Belair postte zopas een promofilmpje van deze Götterdämmerung op YouTube. Mogen we daaruit haastig concluderen dat een dvd-release eindelijk in de maak is?

Celle qui aimait Richard Wagner




De biopic die Jean-Louis Guillermou momenteel draait over Wagner en Lili (eeen verkoopster uit de supermarkt die dol is op zijn muziek) heeft vertraging opgelopen. Oorspronkelijk gepland voor deze zomer zou de film pas in mei volgend jaar in de zalen te zien zijn. Hier enkele beelden van de "tournage" met Roberto Alagna in de rol van Josef Tichatschek.

vrijdag 3 september 2010

When Wagner meets Rammstein


Tot voor twee weken had ik nooit van de “Tanzmetall”-band Rammstein gehoord. Tot cineast Paul Verhoeven in het VPRO-programma Zomergasten een fragment toonde uit één van hun luidruchtige shows. Het viel mij onmiddellijk op hoe de loeiharde hypnotische muziek op een erg theatrale manier aan de man werd gebracht, overigens met onmiskenbare doorsteken naar de nazi-esthetiek. Instinctief vermoedde ik dat er een verband was met Wagner. Al googlend kwam ik al snel te weten dat Katharina Wagner een grote fan is van de Oostduitse headbangers. Aan Bild verklaarde zij : “Wenn man ihre Musikvideos sieht, ist das natürlich extrem intelligent, weil sie oft mit sehr plakativen Opernmittln arbeiten”. In 2008 stond in alle Duitse kranten te lezen dat ze rond Rammstein een event wilde ensceneren in het Teutoburger Wald. Daar is niets van in huis gekomen maar de liefde is gebleven.

Ook René Pape lijkt een fan te zijn want hij nam een CD op (“Mein Herz brennt”) met muziek van Torsten Rasch op teksten van Rammstein.

Amazon DE



En Philip Stölz, regisseur van de Berlijnse Rienzi die zopas op dvd verscheen, is ook een grote fan en het lijdt geen twijfel dat hij zijn inspiratie voor een deel bij Rammstein heeft gevonden. En de vorige week aan longkanker overleden Christoph Schlingensief, niet in de laatste plaats berucht vanwege zijn rottende Parsifal-hazen in Bayreuth, zal zeker ook een fan geweest zijn.

De teksten van Rammstein lijken geïnspireerd door de Neue Sachlichkeit van de jaren 1920. Visueel refereren hun shows aan het naoorlogse expressionisme van een Otto Dix, veelvuldig opgeleukt met pyrotechnische stunts die Adolf Hitler zonder twijfel zou hebben gesmaakt. Misschien zelfs Richard Wagner, want het eerste bedrijf van Siegfried of het het slot van Götterdämmerung is nooit veraf. Zoals ze zelf zeggen : “We do feel we are as theatrical as Wagner in his operas. We like it heavy, bombastic, romantic. Like the direction that Wagner takes.”

Of zoals een commentator het uitdrukt: “Rammstein is the inheritor of the German tradition of musical genius. Their rhythmic crafts – unerring and precise- is unmistakably German, as is their intuitive command of musical tension and release. Their bombast is reminiscent of Wagner, and so is the music’s eerie hypnotic quality.”. Van de zomer stonden ze op de wei in Werchter met een show die 1 miljoen euro kostte.

Thema’s uit de Noordse en Duits mythologie duiken op in hun video’s, soms ook beelden van Leni Riefenstahl. Dat ze nazi’s zouden zijn wordt keihard ontkend. Rammstein was tegen de oorlog in Irak en ze hekelen het Amerikaans imperialisme. Zelf beweren ze links te zijn maar hun shows bulken van de referenties naar de extreemrechtse esthetiek van het fascisme die Susan Sonntag ooit omschreef als : “ The color is black, the material is leather, the seduction is beauty, the justification is honesty, the aim is ecstasy, the fantasy is death”

Hoe is het succes van Rammstein bij de Duitse jeugd te verklaren? Stel je voor dat je behoort tot de grote cultuurnatie Duitsland anno 1945 en je krijgt de verantwoordelijkheid voor het fascisme en de Holocaust in de maag gesplitst. Nadat je door kauwgom knabbelende negers uit Amerika bent bevrijd wordt je vervolgens veertig jaar lang je culturele superioriteit ontzegd en wordt je een vorm van pacifisme opgedrongen. Dan valt de muur en komt één en ander weer terug naar boven drijven. Rammstein speelt in op dat complexe geheel van onderdrukte impulsen. Het succes van Rammstein is wellicht daardoor te verklaren dat het Duitsland helpt zijn identiteit terug te vinden. Of zoals de gitarist van de groep zegt : “The Germans definitely have a problem. Before, it was “Deutschland über alles”. And now Germany is below everything. Rock bottom. Our problem is that we actually think Germany is pretty good. But almost nobody thinks that. Everybody’s very embarrassed to be German and there’s no German identity. Our aim is to help Germany not to be overtly patriotic like the Americans, but to be patriotic and not be ashamed. Every country has its strengths and weaknesses. Some of them have more character, some of them less character. In my opinion there’s a certain type of character that Germans have that no other nationality has. It’s hard to describe. It would be a shame if that disappeared.”

Hoedanook, Rammstein brengt rechtse esthetiek naar de mainstream van de Duitse popcultuur en schroomt zich niet om daarbij een soort revival van het Derde Rijk tot stand te brengen. Nu ben ik de laatste om wat politiek niet correct is meteen af te branden. Rammstein fascineert mij, maar ze bezorgen mij ook barstende hoofdpijn : door het volume en de loodzware eenvoud van de riffs die hun muziek niet essentieel beter maakt dan andere heavy metal bands. Heeft Wagner uiteindelijk niet de beste heavy metal ooit geschreven? Is er ooit opwindender muziek geschreven dan de prelude tot Siegfried III ?

BIJ HET FRAGMENT: let op de dubbelzinnigheid van de tekst : "Du has(s)t mich", de manipulatie van het publiek, de gestrekte armen in de lucht, de DDR-esthetiek van het decor dat uit de Ring van Harry Kupfer zou kunnen komen. Play it loud. Enjoy!



Rammstein bij Amazon DE