maandag 27 juni 2011
Pech ist kein Wachs: Die Meistersinger in Glyndebourne
Behalve via internet streaming was de live transmissie van de Glyndebournese Meistersinger gisteren ook te beleven in een handvol Duitse multiplexen. Daarvoor moest je dan wel helemaal naar het Ruhrgebied. Ik ging de productie bekijken in Münster.
Cineplex Münster leverde een magnifiek beeld af en dat zonder de minste onderbreking en met een uitstekende klank. Die was voor één keer zelfs ruimtelijke gedifferentieerd zodat de trompetfanfares op de feestweide langs alle kanten in de zaal te horen waren, zoals het allicht ook in Glyndebourne zal hebben geklonken. De klankbalans leek in het voordeel van de solisten te zijn afgesteld. De preludes vond ik daardoor niet luid genoeg. Vladimir Jurowski had voor mij geen enkele reden om zijn manschappen zo in te tomen. Of was dit zijn bewuste keuze om een dynamische climax in te bouwen naar het derde bedrijf toe want op de feestweide werden alle zeilen bijgezet en kon koor en orkest op volle sterkte worden waargenomen. Laat dat nu mijn enige puntje van kritiek zijn. U begrijpt het al : dit was een grote Wagneravond!
Het strijdpunt in de Engelse krantencommentaren gold ten aanzien van regisseur David McVicar. Die bleek Wagner erg letterlijk te hebben genomen en niets te hebben binnengesmokkeld dat niet in het libretto stond. Kortom, hij had zich weer eens laten verleiden tot een traditionele enscenering. Sommigen hadden daardoor een bloedloze voorstelling gezien. En was Die Meistersinger niet meer dan een provinciale comedie filosofisch opgeleukt met straffe statements rond het belang van kunst in de maatschappij ? Best mogelijk, maar eens een legitieme artistieke keuze is gemaakt lijkt het mij dat een regisseur moet worden beoordeeld op zijn acteursregie. Met 9 camera's in de buurt kon nu worden vastgesteld hoe gedifferentieerd de acteursregie van McVicar wel was en aan hoeveel details er zorg was besteed. Meteen was duidelijk dat er van een vermeende saaiheid in het spel van deze goed geleide acteurs geen sprake kon zijn. De meesterzangers zijn zelden zo individueel gekarakteriseerd geworden. Meer nog, in heel de voorstelling is er geen enkel gebaar, geen enkele blik van geen enkele participant die misplaatst, redondant of geforceerd lijkt. Je hebt een camera nodig om dat allemaal te zien. Gelukkig is de productie in al zijn kostelijke details bijzonder smaakvol in beeld gebracht door François Roussillon. Bloedmooi zijn zowat alle shots van Jentsch, Finley en Kränzle
McVicar koos voor een tijdvak dat hem meer mogelijkheden gaf als de middeleeuwen en belandde opnieuw in het begin van de 19e eeuw. Daardoor krijgt zijn productie een Biedermeier look, precies zoals zijn Nozze di Figaro voor Covent Garden. Engelsen gaan dan al snel aan het fantaseren en vergelijken Hans Sachs met Mr Darcy uit Pride and Prejudice. Hoe het ook zij, Sachs is een weduwnaar in volle mid-life crisis. Zijn jeugdige looks, zijn vocale autoriteit maken hem tot de gedoodverfde winnaar van de zangwedstrijd. Gerald Finley laat er dan ook geen twijfel over bestaan hoe moeilijk de beslissing voor hem is geweest om Eva op te geven ten voordele van Walther. Tot tweemaal toe zal Eva in tranen uitbarsten uit ontroering voor het grootmenselijke gebaar van Sachs. Menig toeschouwer zal het ook niet onberoerd laten.
De kritiek op Marco Jentsch onderschrijf ik niet. De hondenblik waarmee hij de dochter van de goudsmid binnendoet is ook voor mij ontwapenend en met zijn meesterliederen is echt niets aan de hand.
Topi Lehtipuu zet al zijn lenigheid en Mozart-expertise in als David. Anna Gabler als Eva is uitstekend maar laat geen blijvende indruk na.
Johannes-Martin Kränzle, stilaan niet meer weg te denken uit het Wagnervak, leverde een superbe Beckmesser af. Je vraagt je af hoe we getalenteerde acteurs maar halfslachtige zangers als Dale Duesing zo lang hebben kunnen verdragen in deze rol. Kränzle zingt de partij steeds met volle stem en beschikt daarbij ook over het nodige komische talent. De pantomime in het derde bedrijf, wanneer hij het lied van Sachs meent te stelen, is hilarisch en geïnspireerd door slapstick uit de stomme film. Kan ik het helpen dat ik er Meyerbeer in herken?
Door de jaren heen hebben we Gerald Finley leren kennen als een lyrische bariton met een grote muzikale intelligentie. De stem heeft duidelijk aan resonantie gewonnen en we zijn benieuwd naar wat dit zwaardere repertoire met zijn stem zal aanrichten. Het was een vlekkeloos debuut dat hij zonder een spoor van vermoeidheid wist af te werken al kan je voor deze partij natuurlijk wel een bas-bariton verkiezen. De partij van Hans Sachs zal altijd wel te paard blijven zitten tussen bas en bariton.
Deze productie is sterk verwant met die van Götz Friedrich uit Berlijn, de referentie op dvd tot nog toe. Ze overklast de Berlijnse versie op verschillende fronten met name door de superieure cast en de visuele aantrekkelijkheid. Daarmee is het laatste woord over Die Meistersinger niet gezegd. Natuurlijk moeten we blijven proberen om het werk te illumineren met ideeën die onze tijd beter tegen het licht houden maar wie het probeert verliest al snel elke grond onder de voeten en eindigt met campy trash zoals de hogepriesteres van Bayreuth. Het is daarom lichtjes misdadig dat de productie van Richard Jones voor ENO met een naar verluidt sensationele Bryn Terfel niet werd ingeblikt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Dank je wel voor je berichtgeving over de Glyndebourne Meistersinger.
Het is natuurlijk niet ideaal om 5 uur achter de computer te zitten, maar ik heb toch een groot deel van de streaming gevolgd.
Al bij al een prachtige productie, met een uitbindigheid en zwier die aanstekelijk is en bovenal met veel gevoel gebracht.
Er werd wel gegrapt dat er meer volk op het podium stond dan dat er in de zaal kon zitten ...
Ook al is Glyndebourne onlangs uitgebreid, het was soms drummen voor een plaatsje op het podium ...
De ganse setting, decor en kostumering was om van te snoepen en het stoorde me niet dat McVicar het geheel had overgezet naar de tijd van Caspar Friedrich David.
Een goede regie en gelukkig geen moderne bullshit zoals Katharina ons bracht.
McVicar heeft het geheel zeer treffend en tot in het kleinste detail geregisseerd en er viel te lachen (met de vele kleinmenselijke trekjes bv.) en er was ook plaats voor diepe ontroering. De innerlijke strijd van de gevoelens tussen Sachs en Eva werd nog nooit zo pijnlijk weergegeven.
De zangprestaties waren ook zeer goed, met inderdaad voorop de Sachs van Finley. Fantastisch !
Het liefdespaar heeft deze keer wel de jeugdige charme en is aantrekkelijkheid.Soms forceert de Walter-zanger zich wel wat maar houdt zich tot staande.
Het was de beste Beckmesser die ik al zag. (immer der Beste ;-)
Hoe grappig waren zijn maniertjes, hoe treffend zijn zang en uiteindelijk kon je sterk meeleven met zijn afgang na de wedstrijd.
Het koor was top en maakte ook best wel wat kabaal tijdens de instrumentale stukken.
Ik heb er enorm van genoten en dank je wel voor de tip, Jos.
Beste groet, Johan Vereertbrugge
Een reactie posten