dinsdag 28 juni 2011

Ondertussen in Bayreuth...


1. Voor het feestelijke jaar 2013 zal de opera van Leipzig i.s.m. Bayreuth Wagners jeugdwerken "Die Feen", "Das Liebesverbot" en "Rienzi" via een gezamelijke inspanning opnieuw voor het voetlicht brengen. Geweldig idee! Daar zaten we nu net op te wachten. Terwijl er geen geld was voor een 3D-film van De Ring...

2. Het Bundesrechnungshof heeft de verdeelpolitiek van de tickets doorgelicht en daarbij de aanbeveling gedaan om de meeste van de ondoorzichtige contingenten af te schaffen. Het blijkt immers dat 60% van de kaarten niet in vrije verkoop belanden maar in de zakken van gepriviligieerde groepen: die Freunde von Bayreuth (14000 tickets),sponsors, vertegenwoordigers van locale en regionale besturen, solisten, dirigenten, regisseurs en pers (ca. 1000 tickets). Staatssecretaris Bernd Neumann heeft beloofd om dit te onderzoeken.

3. Hans Neuenfels' Lohengrin zal op Arte te zien zijn op 18 augustus. Het zal de eerste keer zijn in de geschiedenis van de Festspiele dat een productie live zal worden uitgezonden.

Met Klaus Florian Vogt als Lohengrin en Annette Dasch als Elsa. Andris Nelsons dirigeert.

maandag 27 juni 2011

Pech ist kein Wachs: Die Meistersinger in Glyndebourne



Behalve via internet streaming was de live transmissie van de Glyndebournese Meistersinger gisteren ook te beleven in een handvol Duitse multiplexen. Daarvoor moest je dan wel helemaal naar het Ruhrgebied. Ik ging de productie bekijken in Münster.

Cineplex Münster leverde een magnifiek beeld af en dat zonder de minste onderbreking en met een uitstekende klank. Die was voor één keer zelfs ruimtelijke gedifferentieerd zodat de trompetfanfares op de feestweide langs alle kanten in de zaal te horen waren, zoals het allicht ook in Glyndebourne zal hebben geklonken. De klankbalans leek in het voordeel van de solisten te zijn afgesteld. De preludes vond ik daardoor niet luid genoeg. Vladimir Jurowski had voor mij geen enkele reden om zijn manschappen zo in te tomen. Of was dit zijn bewuste keuze om een dynamische climax in te bouwen naar het derde bedrijf toe want op de feestweide werden alle zeilen bijgezet en kon koor en orkest op volle sterkte worden waargenomen. Laat dat nu mijn enige puntje van kritiek zijn. U begrijpt het al : dit was een grote Wagneravond!

Het strijdpunt in de Engelse krantencommentaren gold ten aanzien van regisseur David McVicar. Die bleek Wagner erg letterlijk te hebben genomen en niets te hebben binnengesmokkeld dat niet in het libretto stond. Kortom, hij had zich weer eens laten verleiden tot een traditionele enscenering. Sommigen hadden daardoor een bloedloze voorstelling gezien. En was Die Meistersinger niet meer dan een provinciale comedie filosofisch opgeleukt met straffe statements rond het belang van kunst in de maatschappij ? Best mogelijk, maar eens een legitieme artistieke keuze is gemaakt lijkt het mij dat een regisseur moet worden beoordeeld op zijn acteursregie. Met 9 camera's in de buurt kon nu worden vastgesteld hoe gedifferentieerd de acteursregie van McVicar wel was en aan hoeveel details er zorg was besteed. Meteen was duidelijk dat er van een vermeende saaiheid in het spel van deze goed geleide acteurs geen sprake kon zijn. De meesterzangers zijn zelden zo individueel gekarakteriseerd geworden. Meer nog, in heel de voorstelling is er geen enkel gebaar, geen enkele blik van geen enkele participant die misplaatst, redondant of geforceerd lijkt. Je hebt een camera nodig om dat allemaal te zien. Gelukkig is de productie in al zijn kostelijke details bijzonder smaakvol in beeld gebracht door François Roussillon. Bloedmooi zijn zowat alle shots van Jentsch, Finley en Kränzle

McVicar koos voor een tijdvak dat hem meer mogelijkheden gaf als de middeleeuwen en belandde opnieuw in het begin van de 19e eeuw. Daardoor krijgt zijn productie een Biedermeier look, precies zoals zijn Nozze di Figaro voor Covent Garden. Engelsen gaan dan al snel aan het fantaseren en vergelijken Hans Sachs met Mr Darcy uit Pride and Prejudice. Hoe het ook zij, Sachs is een weduwnaar in volle mid-life crisis. Zijn jeugdige looks, zijn vocale autoriteit maken hem tot de gedoodverfde winnaar van de zangwedstrijd. Gerald Finley laat er dan ook geen twijfel over bestaan hoe moeilijk de beslissing voor hem is geweest om Eva op te geven ten voordele van Walther. Tot tweemaal toe zal Eva in tranen uitbarsten uit ontroering voor het grootmenselijke gebaar van Sachs. Menig toeschouwer zal het ook niet onberoerd laten.

De kritiek op Marco Jentsch onderschrijf ik niet. De hondenblik waarmee hij de dochter van de goudsmid binnendoet is ook voor mij ontwapenend en met zijn meesterliederen is echt niets aan de hand.

Topi Lehtipuu zet al zijn lenigheid en Mozart-expertise in als David. Anna Gabler als Eva is uitstekend maar laat geen blijvende indruk na.

Johannes-Martin Kränzle, stilaan niet meer weg te denken uit het Wagnervak, leverde een superbe Beckmesser af. Je vraagt je af hoe we getalenteerde acteurs maar halfslachtige zangers als Dale Duesing zo lang hebben kunnen verdragen in deze rol. Kränzle zingt de partij steeds met volle stem en beschikt daarbij ook over het nodige komische talent. De pantomime in het derde bedrijf, wanneer hij het lied van Sachs meent te stelen, is hilarisch en geïnspireerd door slapstick uit de stomme film. Kan ik het helpen dat ik er Meyerbeer in herken?

Door de jaren heen hebben we Gerald Finley leren kennen als een lyrische bariton met een grote muzikale intelligentie. De stem heeft duidelijk aan resonantie gewonnen en we zijn benieuwd naar wat dit zwaardere repertoire met zijn stem zal aanrichten. Het was een vlekkeloos debuut dat hij zonder een spoor van vermoeidheid wist af te werken al kan je voor deze partij natuurlijk wel een bas-bariton verkiezen. De partij van Hans Sachs zal altijd wel te paard blijven zitten tussen bas en bariton.

Deze productie is sterk verwant met die van Götz Friedrich uit Berlijn, de referentie op dvd tot nog toe. Ze overklast de Berlijnse versie op verschillende fronten met name door de superieure cast en de visuele aantrekkelijkheid. Daarmee is het laatste woord over Die Meistersinger niet gezegd. Natuurlijk moeten we blijven proberen om het werk te illumineren met ideeën die onze tijd beter tegen het licht houden maar wie het probeert verliest al snel elke grond onder de voeten en eindigt met campy trash zoals de hogepriesteres van Bayreuth. Het is daarom lichtjes misdadig dat de productie van Richard Jones voor ENO met een naar verluidt sensationele Bryn Terfel niet werd ingeblikt.

woensdag 22 juni 2011

Nur eine Stunde : Tristan und Isolde in Lyon



Bruno Van Mieghem stond vorige zondag oog in oog met de Lyonese "Tristan und Isolde" en zag dat het goed was. Verslag van een ooggetuige.

Er is mij een opmerkzaam weekend in de schoot geworpen, het voorrecht van door mijn Franse kennis, lid te zijn van de Franstalige Wagner Genootschap, die zelf een heel hechte band heeft met de Wagner Vereniging van Lyon.
Als ik zie wat een fantastisch programma Lyon had uitgestippeld voor de diverse “Cercles” vanuit heel Frankrijk en ook die van Brussel, welke verwelkoming er heerste, welke familiale sfeer dat creëerde, welke broederband en welke Wagner spirit en overtuiging er gans het weekend hoogtij vierde, dan kan ik het enkel maar betreuren dat Jos Hermans zo weinig reacties krijgt op zijn reis voorstellen en hoe dat in godsnaam mogelijk is.
Spijtig want de wervelwind aan impressies die mij overviel was niet alleen te danken aan de prachtige voorstelling van de Tristan en Isolde van de opera van Lyon, maar vooral door de gezamenlijke betrokkenheid en de “ambiance” die ontstond. Er zijn daar banden ontstaan voor het leven, de uitwisseling van blikken na afloop van de opera sprak boekdelen, iedereen verliet de zaal hevig onder de indruk, niet alleen door het meesterwerk maar ook door de meestervertolking!
De receptie achteraf voor de aanwezige leden van de diverse genootschappen, in aanwezigheid van zangers en zangeressen, die iedereen bereidwillig en enthousiast te woord stonden, zich mengden in de feeststemming en waar menig glas wijn en hapje naar binnen werden gespeeld om de emoties door te spoelen en dan spreek ik alleen maar van zondag avond, er waren nog vrijdag en zaterdag die bol stonden van de activiteiten!

Deze inleiding om de lezers ervan, Jos Hermans blijvend aan te moedigen om ons voorstellen te blijven doen en erop in te gaan! De sfeer die men als groep kan beleven, dat is mijn boodschap!

“Nur eine Stunde” is mijn smeekgebed, waarin ik Isolde vervoeg om een herhaling van het zalige gevoel van deze “mise en scène”, de magie van decor, haarfijne personenregie, geniale videotechnieken, oerdegelijke impressievolle klankweelde van het orkest met aan het hoofd een wonderkind van een dirigent ( hij gaf al pianoconcerten op zijn tiende! ) Deze intimistische, sensuele, verbazingwekkende gevoelswereld in detail beschrijven, ik begin er niet aan, het is het geheel van facetten, dat me heeft verbluft met enkele topmomenten. Maar naarmate dat de herinnering mij meer en meer in beslag neemt ook deze interne branden van beelden al maar talrijker worden.
De Isolde spreidt een sterk staaltje van persoonlijkheid ten toon, bij momenten zo intiem maar met een fenomenale daadkracht. Het liefdesduet in de tweede akte waarin Tristan onvermijdelijk ingaat op de “strelingen van haar gemoed” en het einde, de Liebestod, vurig intiem uitgebeeld en met de constante projecties op het decor, verbeten uitgesponnen door het orkest, het was van een zeldzaam toetreden tot een uitgesponnen cocon! Men geraakte er door geabsorbeerd. De aanwezigen waren muisstil, getransformeerd, getransfigureerd als ik iedereen zowat in de ogen keek bij het buitenkomen! De woelige geprojecteerde golven van de zee tijdens de eerste akte, men zou er zeeziek van worden, zo echt dat Isolde daadwerkelijk moest overgeven...

Ik ging nog de belichting vergeten, de soli van de scène-muziek, kortom ieder detail klopte, zelfs de geweerschoten stoorden niet!

Dan enkele namen waar in de toekomst nog meer zal worden mee rekening gehouden: de verrassing van de namiddag de Isolde van Ann Petersen, klik haar naam maar eens in op google, er staan fragmenten van haar zangkunst op een website, Kirill Petrenko, als dirigent al voorzien voor de nieuwe Ring te Bayreuth, Alex Ollé, de regisseur, de Marke van Christof Fischesser in het kielzog van René Pape, Jochen Schmeckenbecher als Kurwenal, de zusterlijke bekommernis van een Stella Grigorian als Brangäne.

Bizar, geen vermelding voor de Tristan van Forbis. Ach qua stem over zijn limiet maar als performer, puur lichaamstaal, een zeer kwetsbare Tristan uitbeelding.

“Nur eine Stunde”, het allemaal nog eens te mogen herbeleven is mijn ultieme wens, die ik tracht te vervullen door mijn herinneringen te koesteren!


Bruno Van Mieghem

donderdag 9 juni 2011

Parsifal met Pasen in Salzburg 2013


Ondertussen hebben de Osterfestspiele in Salzburg de samenwerking met de inderhaast uit de hoed getoverde paashaas Christian Thielemann bevestigd. Thielemann heeft getekend voor 4 jaar, van 2013 tot 2017. Als GMD van Dresden neemt hij alle producties mee naar de Semperoper.

En ja, ook de Parsifal zal doorgaan. Regie voert ene Michael Schulz (?). Zelfs de cast werd gedeeltelijk bekend gemaakt : Johan Botha (Parsifal), Stephen Milling(Gurnemanz) en Wolfgang Koch (Amfortas).

In die omstandigheden is het niet verwonderlijk dat er van enige Parsifal in Baden-Baden geen sprake meer is. De Osterfestspiele aldaar openen in 2013 met Die Zauberflöte. In 2016 staat Tristan und Isolde op het paasmenu.

Rest dus nog de vraag : zal Gerard Mortier, die nooit enige affiniteit met Thielemann heeft laten blijken, nu co-produceren met Salzburg of met Baden-Baden ? Wordt vervolgd.

woensdag 8 juni 2011

Minnebrand in een kokosnoot : Tristan in Lyon



Eigenlijk had Jossi Wieler de Tristan van Lyon moeten regisseren maar omdat Wieler ondertussen promoveerde tot intendant van de Staatsopera van Stuttgart diende hij af te haken waarop Serge Dorny de regie in handen gaf van Alex Ollé, de braafste (wellicht ook de interessantste) van het beeldenstormersduo van La Fura dels Baus. Voor Ollé was het de eerste Wagner : "Maybe I put in a few too many things, but this is my first Wagner (opera), and for me it is all about the passage of time," zegt Ollé . Dat zal wel meevallen want in tegenstelling tot collega Carlus Padrissa, die grote delen van de Ring door technologie en video kapot regisseerde, lijkt Ollé eerder op de vlakte te zijn gebleven en een naar verluidt eerder matte maar werkingsvolle scenografie afgeleverd te hebben (eveneens met video van Frank Aleu). Allicht iets in de aard van het schitterende "Le Grand Macabre" in de Munt.

Over de verbluffende prestatie van Kirill Petrenko (toekomstig GMD van München en dirigent van de Bayreuthse Ring van 2013) zijn alle commentaren het eens. Evenveel lof valt er te rapen voor het Isolde- debuut van de Deense Ann Petersen. Ook Christoph Fischesser als Marke presteerde goed.

"Un Tristan et Isolde sensuel et incarné, presque au plus haut des cieux, bloklettert LE MONDE die verder ook in de wolken is van het Isolde-debuut van Ann Petersen: " La jeune soprano danoise s'y révèle d'emblée étonnante de naturel, avec sa silhouette de belle grande femme à la Karita Mattila et ses cheveux coupés courts à la Waltraud Meier. Phrasé souple, ductilité coloriste de la voix, facilité de projection sur toute la tessiture, indéniable présence scénique, la Danoise a tout pour être l'une des grandes Isolde de demain."
En verder : " On a rarement entendu Wagner aussi contrasté et passionnel. Même les écueils acoustiques de la petite fosse de l'Opéra de Lyon, qui dilue si souvent les pupitres de cordes, sont ici effacés comme par miracle. Le directeur de la maison, Serge Dorny, peut se réjouir à juste titre d'avoir su s'attacher ce phénomène de la baguette juste avant qu'il n'explose."


The FINANCIAL TIMES houdt het bij "A truly gripping musical experience" en "Soaring above the perfect balance Petrenko engineers between stage and pit, Ann Petersen’s first Isolde is youthful and fresh but every bit the spurned princess. There is no edge to her voice, no shrieking for effect, simply gorgeous singing throughout. A revelation."

"Das eigentliche Ereignis findet jedoch im Graben statt, wo Kirill Petrenko das um etliche Streicher reduzierte Lyoner Opernorchester zu Spitzenleistungen animiert. Was noch ein wenig unscheinbar im ersten Aufzug anhebt, steigert sich bald zum schieren Ereignis. Petrenko zaubert viel an diesem Abend, schafft wunderbare Übergänge und intensivste Steigerungen, doch er vollbringt ein ganz besonderes Kunststück: Alle Momente musikalischen Überwältigungstheaters sind da, trotzdem klingt jeder noch so wilde Klangrausch transparent und wird aufs Genaueste ausbalanciert. Dafür gab's nicht nur vom Publikum, sondern auch von den Musikern ausgiebig Applaus.", schrijft DEUTSCHLAND RADIO. Clifton Forbis, aan wie ik zelf ook slechte herinneringen heb uit Stuttgart en Parijs, krijgt ervan langs:: "Clifton Forbis wuchtet sich mit aufgekratztem, die Ohren beleidigendem Organ durch seine Partie, man muss eine unerträgliche Knödelorgie über sich ergehen lassen, die ihresgleichen sucht - und hoffentlich lange Zeit nicht finden wird."

Ook MERKUR is in de wolken over Petrenko: "Berechtigt ist all der Hype auf jeden Fall, wie diese Premiere an der Oper Lyon vor Ohren führte: Wagners „Tristan und Isolde“ möchte man fortan nur noch à la Petrenko hören. Dabei passt der Abend schwerlich in eine Schublade: Weihevoll? Aufrührend und aufrüttelnd? Klangästhetisch? Petrenko, der das Orchester mit bestechender Schlagtechnik lotst, bedient all das gleichermaßen – ein souveräner Extremist.
In den Kulminationspunkten setzt der 38-Jährige sogar noch ein paar zusätzliche Megawatt frei. Der erste Akt rast mit schneidiger Bläserattacke und sich überstürzend aufs Ende zu. Und im zweiten Aufzug, beim so verhängnisvollen Treffen des Liebespaares, reißt Petrenko das musikalische Geschehen in einen Furor, bei dem das Orchester gleichsam den Turbo zuschaltet und abzuheben scheint."

maandag 6 juni 2011

De Berliner verlaten de Osterfestspiele in Salzburg


Nog maar pas was de inkt opgedroogd van het nieuws omtrent de samenwerking tussen de Salzburgse Osterfestspiele en de opera van Madrid of de Berliner Philharmoniker liet weten, na jarenlang te hebben getwijfeld, de door Herbert von Karajan opgerichte Osterfestspiele te zullen verlaten vanaf 2013.

Dit bericht had ook "Hebzucht in de opera (4)" kunnen heten want 1.2 miljoen € (voor het orkest) en 135.00 € (voor de dirigent) volstonden niet om de Berliner en zijn chef-dirigent Simon Rattle 8 avonden lang aan boord te houden. Het moet zijn dat Andreas Mölich-Zebhauser een lucratiever voorstel heeft gedaan want Rattle en de Berliner wijken met hun plannen uit naar Baden-Baden. Bij dit alles is het goede nieuws dus dat er met Pasen een nieuw festival op topniveau zal bijkomen. Naar verluidt zouden de engagementen met de opera van Madrid verder worden nagekomen zoals voorzien en zou de Parsifal van 2013 niet in het gedrang komen. Die zal dus niet in Salzburg maar in Baden-Baden zijn première houden. Oef!

Lang heeft het niet geduurd om een oplossing te vinden voor Salzburg. Het is zo goed als zeker dat Christian Thielemann en de Dresdner Staatskapelle de lacune, ontstaan door het verdwijnen van de Berliner, zullen invullen. Rest dus nog de vraag : zal er nu anno 2013 een Parsifal te beleven zijn in Baden-Baden én in Salzburg ? Spannend!