maandag 13 februari 2012

Deemstering in de cinema



Johan Vereertbrugge stuurde volgende commentaar op Lepages Götterdämmerung:

Na een geslaagde Walküre en Siegfried vanuit de Met waren de verwachtingen hooggespannen voor het grootse slot-akkooord van de Ring. Spijtig genoeg kon de voorstelling ons niet over de ganse lijn geboeid houden : op een aantal cruciale momenten, zoals in de slotscène, viel de regie van Lepage door de mand. Een Amerikaanse recensent schreef hierover dat een van de grootste climaxen uit de opera-geschiedenis hier spijtig genoeg uitdraait op een anti-climax.

Opnieuw deed Lepage zeer weinig met de prachtige interludes : wat bewegende kleur-animatie op de planken van de Machine projecteren is gewoon heel pover. Een en ander werd echter goedgemaakt door glorieuze zang-momenten van Waltraud Meier, Jay Hunter Morris en Deborah Voigt, die zich in de slotscène toch wel iets te monter in de vlammen wierp.

Andermaal werden we verwend door een mooie omkadering van interviews en introducties. Toch verliep dit keer niet alles vlekkeloos : de techniek liet het een paar keer afweten en de ondertitels waren even het noorden kwijt. Ook het geluid startte een beetje schraal in de donkere, onheilspellende akkoorden van de Proloog. Dit verbeterede echter in de loop van de voorstelling.

Van deze Proloog kunnen we niets anders zeggen dan "armoede troef" : is er echt niets boeienders te maken van deze scène dan enkele lelijke vrouwen die aan een touw staan te trekken ?

De eerste acte startte dan toch beloftevol met een gloedvol duo tussen Siegfried en Brünnhilde. Wat een stemmen ! Deborah Voigt was geweldig en had genoeg controle over haar stem. De regie bleef zeer beperkt, maar leverde enkele fraaie filmische beelden op van Siegfried's Reinfahrt.

De Gibichung scène was over het algemeen saai en traag te noemen. Het grootste probleem hadden we met het personage van Hagen, die weliswaar een klok van een stem had, maar als personage net dat tikkeltje dreiging en oer-haat miste. Je had niet echt schrik van deze Hagen.
Het stem-timbre van Gutrune kon me zeker bekoren en Wendy Bryn Harmer zette haar personage goed neer. De Gunther was oké.

Het gitzwarte Wachtlied van Hagen klonk dreigend genoeg in het orkest maar de Hagen van dienst zat er weer mak bij alsof het hem niet veel kon schelen.

Daarna kwam misschien wel het hoogtepunt van de avond : de Met kan zich de luxe permitteren om zelfs in de bijrollen de allergrootsten te casten en zo konden we smullen van de acteer- en zang-glorie van de gevierde Waltraud Meier die tegelijk een lesje dictie gaf aan haar Amerikaanse collega's. De donkere tijdingen van Waltraute blijven een prachtig moment in de ganse Ring en het werd met verve gebracht.

Het slot van Acte I bleef op hetzelfde niveau met een sterk dramatische scène waarin Siegfried met behulp van de Tarnhelm op brutale wijze Brünnhilde inpalmt.

De actie in Acte II is veel gebalder en krachtig en meestal werkt dit goed, te meer doordat Wagner hier het koor meesterlijk mee inzet.
Weer werden de zangers niet geholpen door de planken-machine, die nu een symboliek van houtringen weergaf.
In Hagen's droomvisioen van zijn vader Alberich zagen we de bas Eric Owens terugkeren met een krachtige Alberich stem. Maar waarom kijkt hij steeds naar het publiek als hij zijn zoon Hagen duister toespreekt ?
Het vervolg van de fantastische tweede acte verliep goed ; het is dan ook een dankbare brok muziektheater. Het Gibichungen-koor klonk krachtig en vol. De confrontaties gaven vonken.

Ondertussen was de avond reeds ver gevorderd en we verwachtten een mooie apotheose van de Ring-cyclus. De moord op Siegfried werkte nog enigszins efficient, met een opvallende nadruk op de schaamte en het berouw van Gunther, terwijl Hagen afwezig bleef. De grandioze muziek van Siegfrieds Dodenmars kwam minder tot zijn recht door wat te veel beweging op de scène, die alleen afleidde van dit moment waarop de wereld even stiltaat.

Spijtig genoeg viel het slot ook tegen. De monoloog die Brünnhilde's zelfopoffering voorafging was weliswaar goed gezongen, maar mag hier ook wat wanhoop, angst, doodsverlangen en een tikkeltje hysterie bij ?
Debby Voigt leek hier haar zelfgekozen dood toch wat licht op te pakken.
De enscenering met het paard was zelfs potsierlijk en gekunsteld. En wat te denken van de zwakke beeldentaal van plaasteren godenbeelden die ontploften.
Er is al heel wat inkt over gevloeid, maar het blijft toch vreemd dat Lepage met deze Götterdämmerung (en Ring) geen enkele maatschappelijke, sociale, culturele asscociaties maakt en zich letterlijk bij de oubollige traditie houdt.

Het orkest was over de ganse lijn sterk, doorzichtig en consequent in de keuzes van de dirigent. Bravo. Het is nu wachten op enkele volledige Ring - Cyli vanuit de Met. Hopelijk wordt er in de zomer ook in de Cinema een cyclus uitgezonden ?

Geen opmerkingen: