zaterdag 22 maart 2014

UGent lauwert Gerard Mortier


Bert Leyns, aanwezig op de uitreiking van het doctoraat honoris causa aan Gerard Mortier, stuurde mij volgende bijdrage:

Tijdens de academische zitting op Dies Natalis (21 maart) 2014, werden zes eredoctoraten uitgereikt, één ervan aan de op 8 maart overleden Gerard Mortier.

In de aula van de UGent waren naast het professorencorps en de rectoren of hun vertegenwoordigers van de andere universiteiten heel wat prominenten aanwezig, o.a. Jan Briers Jr, gouverneur van Oost-Vlaanderen, Karel Vinck, Tony Van Parys, Sas van Rouveroij, Jacques Dubrulle.

In haar welkomstwoord onderstreepte rector professor Anne De Paepe dat de UGent een sterke verbondenheid heeft met al haar docenten, studenten, en afgestudeerden, een verbondenheid die verder gaat dan een contract of een samenwerking en ook daarna voelbaar blijft. Het is precies in die context is dat vandaag aan Gerard Mortier dit eredoctoraat werd uitgereikt.

Na de uitreiking aan de eerste drie genomineerden was er een klein muzikaal intermezzo door het St. George Quintet met Boccherinis musica notturna delle strade di Madrid, op. 30, nr. 6. Na de volgende drie genomineerden speelde het Quintet nog de finale uit het strijkkwintet nr. 2, op. 77, van Dvorak.

Als laatste genomineerde van de tweede groep was het de beurt aan Gerard Mortier. De laudatio werd uitgesproken door professor Daniël Biltereyst van de faculteit politieke en sociale wetenschappen. Hij wees erop dat Gerard Mortier niet alleen een visionair was op operagebied, maar bovendien altijd had getuigd van een enorm sterk maatschappelijk engagement, en dat hij altijd die sterke band met de UGent had gekoesterd, zeker na zijn ontmoeting van professor Jan Briers Sr bij wie hij communicatiewetenschappen studeerde en wiens medewerker hij werd in het Festival van Vlaanderen. Gerard was ook de geëngageerde docent die op vraag van professor Els De Bens gedurende jaren gastcollege gaf op maandagmorgen, onbezoldigd op eigen verzoek. Die lessen in 'Socio-politieke analyse van de podiumkunsten' (een titel die zeker niet van hemzelf kwam) heeft hij gegeven tot in 2007 toen zijn contract met de Opera van Parijs teneinde was. Professor Biltereyst vergeleek Gerard enerzijds met Parsifal, gekenmerkt door een nobel streven naar het allerhoogste, het allerzuiverste, maar anderzijds ook met Poggio Bracciolini, de hoofdfiguur uit Stephen Greenblatts The Swerve, de 15de eeuwse obsessieve boekenjager die erin slaagt om het laatste exemplaar van Lucretius' traktaat De Rerum Natura te redden, en aldus belangrijke ideeën die aan de grondslag liggen van de moderne tijd opnieuw ingang te doen vinden.

Na deze laudatio werd door de rector met de geijkte formule het eredoctoraat postuum uitgereikt onder algemene rechtstaande ovatie. Het was Gerards voormalige assistent aan de Parijse opera, Jan Vandenhouwe, die de bul en het bijbehorende hermelijn in ontvangst nam.

Tijdens de daaropvolgende receptie in het peristilium werden onder een aantal aanwezigen herinneringen aan deze altijd charmante, steeds baanbrekende, vernieuwende, vaak ook controversiële operabezieler opgehaald.

Zelf zou ik Gerard het liefst typeren met de woorden van Wotan uit het tweede bedrijf van Die Walküre:
doch was noch nie sich traf,
danach trachtet mein Sinn.

Bert Leyns

Geen opmerkingen: