dinsdag 4 maart 2014
Vergeet de 20e eeuw niet !
Van Ludo Pieters ontving ik volgende bijdrage :
In zijn bijdrage over het seizoen 2014 - 2015 van Met Opera Live in HD geeft Jos Hermans een terechte kritiek op de programmering, meer bepaald op de hernemingen van oninteressante producties en grijs gespeelde opera's terwijl meesterwerken uit de twintigste eeuw worden genegeerd. In een breder kader gesteld is dat een fenomeen dat zich vaker voordoet in de programmering van operahuizen. Steeds opnieuw verschijnt op hun kalender de zoveelste 'Carmen', de zoveelste 'La Bohème', de zoveelste 'La Traviata', terwijl er een schat aan weinig of nooit opgevoerde opera's uit de twintigste eeuw te ontdekken valt. Niet Richard Strauss, wiens opera's qua ontstaansperiode bijna volledig in de twintigste eeuw vallen, maar die vanuit muzikaal standpunt beschouwd een componist uit de negentiende eeuw blijft. Idem voor Puccini. Het is misschien precies door hun verankering in de negentiende eeuw dat deze componisten zo vaak op het programma staan.
Anderzijds hebben een aantal opera's uit de 'echte' twintigste eeuw volkomen terecht een vaste plaats verworven in het repertoire. 'Bluebeard's Castle' van Bartòk, 'Le dialogue des Carmélites' van Poulenc, 'Peter Grimes' en stilaan ook 'Billy Budd' van Benjamin Britten, 'Wozzeck' en 'Lulu' van Alban Berg, de opera's van Leos Janacek, 'Pelléas et Mélisande' van Debussy, 'Lady Macbeth of Mtensk' van Dmitri Sjostakovitsj om er enkele te noemen.
Anderzijds zou ik graag tussen dat lijstje de volgende opera's zien prijken. Het is een persoonlijke, dus per definitie arbitraire keuze maar het zijn opera's die mij weten te fascineren en waarvan ik meen en hoop dat ze voor een 'zoekende' operaliefhebber een waardevolle ontdekking kunnen betekenen.
1. 'Oedipe' van George Enescu : een ronduit fantastische opera. Dramatisch, muzikaal enorm origineel. Echt een dijk van een opera die iedereen die de complexiteit van 'Electra' of 'Wozzeck' kan verteren bijna verplicht zou moeten beluisteren. Een absolute 'must' voor elke operafanaat.
2. 'Ariane et Barbe - Bleue' van Paul Dukas naar het boek van Maurice Maeterlinck. Deze opera verdient m.i. evenveel aandacht en waardering als de 'Pelléas' van Debussy. De orkestratie van Dukas is verbluffend mooi. De zware vocale eisen die worden gesteld aan het hoofdpersonage Ariane staan misschien een frequente programmering in de weg. De rol vergt een Franstalige Brünnhilde, maar als een zangeres over dat soort stem beschikt wordt ze in gans wereld gevraagd om........inderdaad, het platgespeelde repertoire te vertolken.
3. 'Guercoeur' van Alberic Magnard. Een filosofische opera die ik jaren geleden haast gelijktijdig heb ontdekt samen met de al even schitterende 'Le Roi Arthus' van Ernest Chausson. Die laatste duikt tegenwoordig hier en daar op, maar blijft toch eerder een zeldzaamheid. 'Arthus' ligt nochtans gemakkelijk in het oor. Het is een met de Franse zon overgoten 'Tristan.' Ondanks de evidente gelijkenissen met 'Tristan' blijft 'Arthus' m.i. toch een origineel werk en is het geen echt epigonenwerk. 'Guercoeur' van Magnard is op dat vlak wel origineler. Zowel qua thema als qua muziek. Het is trouwens een klein mirakel dat de partituur van deze opera nog bestaat. In 1914 is ze, evenals Magnard zelf, in de brand gebleven nadat de Duitsers Magnard's huis hadden in brand gestoken. Het is Guy Ropartz die op basis van de pianoversie en uit geheugen de opera terug heeft gereconstrueerd. Zowel Ropartz, Magnard, Duparc als Chausson waren gek op Wagner en dat hoor je aan hun muziek. Het geeft een beeld hoe kolossaal die invloed van Wagner is geweest. Componisten die echt origineel wilden zijn deden dat niet om iets origineels te schrijven, maar als reactie, om iets te schrijven dat niks met Wagner te maken had en dan was het bij wijze van spreken automatisch origineel. Wagner moet bijna als een soort gigantische kooi aangevoeld zijn geweest, waarbinnen andere componisten konden rondlopen, maar waar ze niet uit konden ontsnappen. Stravinsky is daar misschien het beste in gelukt.
4. 'Fennimore und Gerda' van Frederick Delius. Ik durf toegeven dat ik schaamteloos kan genieten van de muziek van Delius. Schaamteloos omdat het muziek is die soms op het randje van de kitsch balanceert. Het eerste contact met de muziek van Delius was jaren geleden met een TV - uitzending van zijn Engelstalige opera 'A village Romeo and Juliet'. Een ondraaglijk romantische verfilming met acteurs die de rollen speelden en niet de echte zangers, met uitzondering van de hele jonge Thomas Hampson als de 'Zwarte vedelaar'. De muziek sprak mij desondanks meteen aan en blijkt bij frequente beluistering ook niet zo eenvoudig te zijn dan dat ze op het eerste zicht lijkt. Delius slaagt er met zijn 'Fennimore und Gerda' een opera te schrijven die gek genoeg op de keper beschouwd over niks gaat, maar die muzikaal gesproken toch enorm te appreciëren valt.
De zoektocht in het muziekrepertoire van de twintigste eeuw is een fascinerende en boeiende bezigheid die inspanning vergt van de luisteraar. 'Lear' van Aribert Reimann staat al vele jaren in mijn CD - kast. Elk jaar onderneem ik een poging en elk jaar opnieuw moet ik passen. Maar opgeven wil eigenlijk niet omdat ik denk: het zal wel aan mij liggen. De opera's 'Peter Grimes' en 'Billy Budd' van Benjamin Britten behoren tot mijn favorieten in het ganse operarepertoire maar ik moet bekennen dat ik niet onverdeeld enthousiast ben over zijn 'Gloriana', 'The rape of Lucretia', 'The turn of the Screw' en 'Owen Wingrave' en dat ik zijn 'Death in Venice' ronduit 'extremely boring' vind. Hoe schitterend Visconti de novelle van Thomas Mann weet te vatten in zijn film, hoe vervelend is Brittens operaversie.
Het feit dat de 'tand des tijds' het kaf nog niet van het koren heeft gescheiden betekent dat er op de zoektocht naar boeiende opera's uit de twintigste eeuw per definitie teleurstellingen te verwerken vallen. Dertig jaar geleden had ik het genoegen om in Siena een gesprek te hebben met de Duitse componist Karlheinz Stockhausen. Hij vertelde met aanstekelijk enthousiasme over de opvoering van zijn 'Donnerstag aus Licht' dewelke die avond in het Teatro Dei Rinnovati ging plaatsvinden. Afgaande op de passionele, bezielende uitleg van Stockhausen, kreeg ik de indruk dat mij die avond het grootste meesterwerk sinds 'Der Ring des Nibelungen' te beurt zou vallen. Helaas het werd met afstand de allergrootste muzikale ontgoocheling tot nog toe in mijn leven.
Maar laat die historie de operaliefhebber niet afschrikken en hem vooral niet weerhouden om voor een keertje 'Salome' en 'Turandot' links te laten liggen en op zoek te gaan naar de verborgen meesterwerken uit de twintigste eeuw.
Ludo Pieters
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Volledig akkoord! Let wel, ik heb absoluut niets tegen de meeste absolute meesterwerken van het zg 'ijzeren repertoire' maar sommige werken worden inderdaad wel heeeeel vaak herhaald en mogen best eens afgewisseld worden met 'onbekendere werken'. Er is trouwens al een beetje een evolutie in die zin aan de gang maar nog te weinig! Op sommige vlakken hebben we ook schijnbaar dezelfde smaak! 'Oeidipe' werd reeds in de Munt gegeven (prachtwerk!). 'Ariane et Barbe Bleue' heb ik al eens in Parijs en in Amsterdam gezien (prachtwerk!-heb ik trouwens 3verschillende opnames van) 'Guercoeur' ken ik enkel van de opname met oa Van Dam en Behrens. Van 'Fennimore und Gerda' weet ik enkel het.bestaan.
Ook 'Fervaal' van d'Indy moet een interessant werk zijn (nooit gehoord).'Penelope' van Fauré idem. Ook een werk zoals 'Vanessa' van Barber en de werken van Menotti mogen wat meer terug aan bod komen. Ik ben ook een grote fan van Britten, natuurlijk van 'Peter Grimes' en Billy Budd', maar toch ook van 'The turn of the Screw' en 'The Rape of Lucretia'. Maar ik vind dat ook van bekende componisten vele werken ten onrechte verwaarloosd worden (ik weet dat sommigen het hier niet eens zullen mee zijn...)
Werken als l'Amico Fritz en Iris van Mascagni, La Boheme, Zaza en I Medici van Leoncavallo, Madame sans-Gène van Giordano (ik weet dat sommigen deze werken 'gedateerd' zullen noemen) en ook de jeugdwerken van Verdi en Wagner(!) (die bij sommigen helemaal geen genade kennen) mogen allemaal wat vaker gegeven worden. En als ik wat nadenk vind ik nog wel wat werken Er moet dan ergens wel een (moeilijke) vizieuse cirkel doorbroken worden van : men speelt het niet omdat men het niet kent en men kent het niet omdat men het niet speelt, maar het gangbare repertoire zou bijna verdubbeld kunnen worden...!
Stefan Caprasse
Ik kijk trouwens uit naar 'Le Roi Arthus' in Parijs volgend seizoen in een (op papier) droombezetting maar eventueel ook naar 'Le Cid' ook in een droombezetting!
Een reactie posten