dinsdag 22 april 2014

Romeo Castellucci's Parsifal (dvd) ... et pour les Flamands la même chose !



Op 20 februari 2011 werd in de Brusselse Munt een opname gemaakt van Parsifal, in de regie van Romeo Castellucci en onder muzikale leiding van Hartmut Haenchen. In het inlegboekje van de daaruit voortvloeiende DVD wordt uitgelegd hoe theaterman Castellucci – vooralsnog gespeend van ervaring met opera – overtuigd werd om deze productie gestalte te geven. Op zijn beurt vertelt Castellucci in een bijdrage hoe hij tewerk is gegaan om wat hij zelf als een ernstige uitdaging beschrijft aan te pakken. Het geheel van zijn tekst wekt de indruk dat hij zich op het randje bevond van een reeks psychedelische ervaringen. Hij beschrijft een aantal beelden die hem bij het her- en herbeluisteren van de muziek van Parsifal “in een staat van amnesie” voor ogen zijn gekomen. Een groot aantal van die beelden zijn inderdaad ook in de scenografie te herkennen. En in die scenografie wijkt Castellucci bijzonder ver af van, laat het ons maar “de traditie” noemen. Zelf verklaart hij dat vanuit zijn keuze om alles te vergeten wat hij over Parsifal wist, en met een volkomen open geest van nul te vertrekken.

Dergelijke aanpak kan voordelen hebben. Al te dikwijls wordt (vooral “werd”) aan Wagners basisdramaturgie uit 1882 krampachtig vastgehouden – zwaktebod, als je het mij vraagt. Bovendien wordt daarmee voorbijgegaan aan Wagners eigen opvatting over muziekdrama, waarin hij zich met overtuiging verzette tegen het al te irrelevante naturalisme dat de Bühne toen teisterde. U weet wel, zijn opinie over het “onzichtbare theater”. En “Kinder, schafft Neues!”.

Castellucci’s antwoord op het dramaturgische skelet van Wagners Bühnenweihfestspiel is dus radicaal vernieuwend. En soms komen er bijzonder interessante inzichten aan de oppervlakte. Alleen is het mij niet duidelijk welke samenhang dat antwoord moet vertonen. Het eerste bedrijf toont … ja, wat eigenlijk? Groen. Vegetatie. En daarmee is bijna alles gezegd. De zeer gewoon geklede Parsifal die in dat bos binnendringt maakt duidelijk dat de ridders van Montsalvat in een soort illusie verstoppertje spelen, en de voortrazende wereld niet wensen op te merken. Daarop wijst m.i. het geraamte van de zwaan die blijkbaar al héél lang dood is, hoewel Gurnemanz tekstueel blijft volhouden dat Parsifal, de snoodaard, het arme dier dodelijk verwond heeft. Als idee is daar zeker iets mee te doen. Of Klingsor die in het tweede bedrijf als een verstarde dirigent, een soort Wizzard of Oz, zijn eigen illusie probeert staande te houden. De Bloemenmeisjes krijgt u overigens alleen te horen. Het is “l’origine du monde” die Parsifal in de ban wil houden. En in het derde bedrijf zijn ze “samen onderweg” – een soort lange mars, aangevoerd door Parsifal. Verwacht geen Kundry om zijn pas gewassen voeten te drogen met haar lange haren; na haar “Dienen!” verdwijnt ze van het podium om enkel nog terug te komen om te groeten.

Duidelijk een opvatting die het beeld centraal stelt in een soort symboolgeladen diashow. Soms indrukwekkend virtuoos. Maat uiteindelijk blijft ik op mijn honger zitten. Castellucci maakt m.i. de fout tabula rasa te maken met wat Parsifal dramatisch te bieden heeft. De meest boeiende regie-opvattingen die ik al zag (in welk repertoire ook) zoeken steeds een interessante spanning tussen traditie en vernieuwing; een gegeven dat doorheen de tijd uiteraard aan continue verschuiving onderhevig is. Wie de traditie naast zich neerlegt dreigt zich echter aan solipsisme te bezondigen. En dat lijkt mij hier in belangrijke mate het geval. Castellucci vertelt honderduit over wat hij allemaal “gezien” heeft in zijn opbouw van nul. De vraag is hoe je dat leesbaar maakt voor wie die beelden niet gezien heeft. En daar slaagt hij lang niet altijd in. Bovendien kiest hij ervoor om de personenregie te beperken tot bijna niets. Enkel in het begin van het derde bedrijf heb je iets van spanning tussen Gurnemanz en Parsifal. Maar daar blijft het bij. Ontgoochelend. Op mij maakt het geheel daardoor al evenzeer de indruk van een zwaktebod: deze Castellucci heeft geen echt dramatisch antwoord op Parsifal.

Muzikaal is deze release wél genietbaar. De bezetting is op niveau, van een vintage Jan-Hendrik Rootering, over een schitterende Victor von Halem, tot overtuigende Anna Larsson en Andrew Richards (in de titelrol). Het koor klinkt eerlijk gezegd mager; van warmte of sonoriteit heb ik niet veel gemerkt. En het orkest levert vrij proper werk af, op enkele (live-) schuivertjes na.

En dan nog dit. De Munt is, tenzij het statuut kwansuis gewijzigd is, een nationale instelling; wat verwacht je anders van een Nationale Opera? Blijkt volgens deze release nochtans dat de Munt enkel een “Orchestre Symphonique de la Monnaie” heeft, en een “Choeurs”. De begeleidende teksten in het boekje staan er ook in het Nederlands in; de ondertiteling eveneens. Dat zou er nog aan ontbreken. Maar in de hele generiek van de DVD staan welgeteld 2 woorden Nederlands: het obligate “De Munt” onder of naast “La Monnaie”. Voor de rest? Pour les Flamands la même chose. Deze productie is afgewerkt, zo blijkt uit het slotregeltje op de aftiteling, in “Bruxelles, 11 juin 2011”. Daar had evengoed “1958” kunnen staan. Ik vraag mij in alle ernst af hoe Peter de Caluwe dit heeft kunnen laten gebeuren.
Johan Uytterschaut

Geen opmerkingen: