zondag 12 oktober 2014

Macbeth in New York (via Kinepolis) (****)

THE DEVIL WEARS PRADA

Dit had een gekmakende voorstelling kunnen zijn, een voorstelling zo opwindend dat ze solisten en publiek op de rand van de waanzin had kunnen brengen. Dat werd het net niet. Vocaal werd het weliswaar een grote avond aan de Met maar regisseur Adrian Noble, opgevorderd voor slechts een herneming, had net iets te weinig in zijn acteurs geïnvesteerd, hen teveel aan zichzelf overgelaten waardoor alle vertolkingen grotendeels in conventionele operagestiek bleven steken. En de scenografie van Mark Thompson leverde ook al geen aanknopingspunten om de voortschrijdende waanzin van het moordenaarskoppel te ondersteunen. In feite bewees deze productie dat perfect afgeleverde zangprestaties niet het hele verhaal zijn en dat scènische overtuigingskracht net zo onontbeerlijk is om opera op te tillen tot het niveau dat we zo graag uitzonderlijk noemen.

De heksen, gestoorde boomknuffelaarsters met gekke hoedjes en een handtas, konden niet echt overtuigen ondanks de grappige choreografie. De scène met het "brindisi" lukte nog het best. En de aanloop tot de revolte van de Schotse rebellen rond een legerjeep wist iets van militaire opwinding op te roepen. Macbeths laatste bezoek aan de waarzegsters met flauwe geestesverschijningen leverde het zwakste tafereel op van de avond.

Primadonna assoluta Anna Netrebko lijkt alle rollen aan te pakken waarmee Maria Callas furore maakte in het midden van de vorige eeuw. Lady Macbeth was een show case voor de Griekse beroemdheid; Norma, een rol waarmee de Russische Callas de Met zal openen in 2017, was dat nog veel meer. Na een verbluffende Leonore in Salzburg kon La Netrebko nu opnieuw demonstreren hoe ze Callas in pure vocale zinnelijkheid overtreft. De registerovergangen bezorgen haar niet de minste problemen. Ook al zijn de coloraturen en de intonatie niet altijd even perfect, ze weet de souplesse van het belcanto te paren aan de toeters en bellen van het voor haar nieuw verworven vak van dramatische sopraan.
"Eindelijk kan ik mijzelf zijn", vertelde ze in een interview. Haar persoonlijkheid is onweerstaanbaar maar het verschroeiende temperament en de moordenaarsblik van Callas heeft ze vooralsnog niet in de aanbieding. Anders uitgedrukt: haar vertolking mist een zekere diepgang. Wellicht klonk deze Lady Macbeth ook mooier dan Verdi zich haar gedroomd heeft. Voor Verdi moest ze vooral, rauw, donker, gevoileerd klinken: als de stem van de duivel. Maar heeft Verdi daarvoor wel de muziek geschreven?

De blonde pruik, een onmiskenbaar attribuut van vrouwelijke sexsymbolen, was het idee van Netrebko. Het wapen van Lady Macbeth is sex. Wie zou niet tussen haar zwarte satijnen lakens willen vertoeven. Haar flinterdunne nachtjapon waait voortdurend open. Macbeth is weinig meer als een gewillig lichaam dat overgeleverd is aan haar genade, een vaststelling die bij uitbreiding ook geldt voor de mannelijke helft van de "global community" die wereldwijd toekijkt vanuit de bioscoop. Haar sexuele overredingskracht piekt in het afsluitende duet van het derde bedrijf, "Ora di Morte". Met een koortsig "vendetta" op de lippen sleept ze Macbeth op de vloer en dwingt hem tot gemeenschap. Toch komt het eigenlijk nooit tot chemie tussen beide.

Zeljko Lucic is een echte Verdi bariton. Dat had hij al uitvoerig gedemonstreerd in Rigoletto,ondermeeer op de dvd van de productie van Nikolaus Lehnhoff in Dresden. Zijn grote aria "Pieta, rispetto, amore" in het vierde bedrijf liet fraaie zangkunst horen.

Joseph Calleja mocht de Schotse bannelingen aanvoeren als MacDuff. "A la paterna mano" deed hij uitstekend maar van zijn benepen timbre in de hoogte zal ik nooit houden. Tijdens "Patria oppressa" moest ik onwillekeurig denken aan de gefrustreerden van de Scottish National Party.

René Pape, niet direct een stijlicoon van italianità, was desondanks fantastisch in zijn beide aria's als Banquo: warm, genereus en met een scherp gevoel voor dynamiek.

Fabio Luisi ging voor de Parijse versie van 1865 maar verzuimde het om Macbeths stervensaria "Mal per me" te recupereren uit de oorspronkelijke versie van 1847, zoals Antonio Pappano dat had gedaan in Londen. Dat was doodjammer. Immers, had Simon Keenlyside er geen verschroeiend hoogtepunt van gemaakt in Londen? Waarom Verdi deze aria schrapte bij zijn revisie voor Parijs is redelijk onbegrijpelijk. Luisi stelde eigenlijk alleen teleur tijdens het geweldige orkestrale forte tijdens Macbeths laatste bezoek aan de heksen. Pappano deed dat echt wel beter.

Algemene conclusie: welke intendant brengt Anna Netrebko samen met Simon Keenlyside en de juiste regisseur?

Te bekijken in reprise bij Kinepolis op 20 oktober.

2 opmerkingen:

Johan Uytterchaut zei

Niet helemaal eens, Jos. Lucic bekoort mij in deze versie geenszins, op enkele momenten na. Ik vond hem als zanger én als acteur technisch ondermaats.

Jos Hermans zei

Als acteur is Lucic vanzelfsprekend beperkter dan Keenlyside. Daarom zou Simon mijn eerste keuze zijn. Mijn eerstvolgende Macbeth wordt Placido Domingo. Ik kan je vertellen dat ik daar niet bepaald naar uitkijk!