donderdag 23 oktober 2014

Nieuwe Wagnerpublicaties in Nederlandse vertaling

Het Wagnerjaar is al lang voorbij en toch blijven er nog steeds Wagnerpublicaties in Nederlandse vertaling van de band rollen.

Na "Geschriften over kunst, politiek en religie" , "Het kunstwerk van de toekomst" en het zopas verschenen "Opera en Drama", in een vertaling van Philip Westbroek, kondigt uitgeverij De IJzer voor volgend jaar een nieuwe publicatie aan waarin Wagner zich uitspreekt over eigen werk.

Toelichting van de uitgeverij : "In 2015 verschijnt Richard Wagner, "Over eigen werk", een verzameling teksten waarin de componist ingaat op zijn eigen muziekdrama's. Wagner bespreekt hierin al zijn opera's, van Die Feen tot Parsifal, die in een periode van 50 jaar zijn ontstaan. De componist geeft zelf antwoord op essentiële vragen als: hoe verhouden zijn bühnewerken zich tot zijn theorie en hoe hebben zijn ideeën zich ontwikkeld? In dit boek gaan wij de dialoog aan met de componist : wat wil hij ons zeggen en wat zeggen zijn opera's ons tegenwoordig ?

Behalve "Eine Mitteilung an meine Freunde" uit 1851 en fragmentarische uitingen in zijn brieven ken ik geen teksten waar Wagner zich uitspreekt over zijn werken, althans niet over de werken uit de periode van zijn maturiteit. Geannoteerd door Philip Westbroek lijkt mij dit een publicatie te worden die stof voor discussie zal opleveren.
Hoedanook, de Wagnerbundel van De IJzer is een indrukwekkende en welgekomen prestatie. Jammer dat ze geëclipseerd wordt door de lafhartige houding ten aanzien van Wagners jodenkritiek. Die kan ik niet anders duiden als een opwelling van politieke correctheid. In een land waar de kleur van Zwarte Piet een staatsaangelegenheid kan worden, is dat misschien niet zo verwonderlijk. Maar omdat deze bundel voor vele jaren als de definitieve documentatie over Wagner binnen ons taalgebied zal dienen, is dit een gemiste kans om één en ander recht te zetten. Maar het moet gezegd : na de bitsige polemieken van Van Amerongen, De Rooder en Bruls kan de analyse van Westbroek niet anders worden gelezen als een stap vooruit. Het lijkt wel alsof ze in Nederland Leidmotief lezen!

Westbroek doet immers een ernstige poging om Wagners vijandigheid ten aanzien van de joden te plaatsen in zijn tijd, neemt geen aanstoot aan de veel geciteerde slotzin van het pamflet, besluit uit de ontmoetingen met Arthur Gobineau dat Wagner er een andere mening op nahield, maar maakt anderzijds gewag van versluierde antisemitische elementen in zijn werk. Verder getuigt zijn commentaar van een totaal gebrek aan empathie voor de situatie van de auteur van "Das Judenthum in der Musik", van overschatting van Giacomo Meyerbeer als kunstenaar en als moreel persoon. Hij doet niet eens een poging om Wagners jodenkritiek te begrijpen en te duiden zoals Bryan Magee dat deed in "Aspects of Wagner". De beschamende vertoning waarmee hardcore zionisten deze maand in New York de opvoering van "Death of Klinghoffer" hebben trachten te verijdelen moet in Walhall op heftig hoofdschudden zijn onthaald.

Westbroek eindigt zijn commentaar met : "Daarnaast moeten we waakzaam blijven voor alle vormen van generalisering en stigmatisering, want is er niet een griezelige overeenkomst tussen "Gejodel, Gegurgel und Geplapper in der Synagoge" en een "kopvoddentax"? Dit laatste vinden gelukkig de meeste mensen verwerpelijk, maar met een eenvoudig beroep op de vrije meningsuiting - K. Freigedank! - kan dit wel gezegd worden, zelfs in het huis van onze volksvertegenwoordiging. Als je erover nadenkt, is dit eigenlijk krankzinnig."

Blijkbaar is Westbroeks afkeer voor de niet genoemde Geert Wilders zo groot dat hij zelfs de vrije meningsuiting zou willen opgeven om dit individu de mond te snoeren. Samen met de Hongaarse socioloog Frank Furedi zou ik kunnen opwerpen dat zulke reactie op populisme gevaarlijker is dan het populisme zelf.

Bij Uitgeverij Roelants verscheen "Wegen naar Wagner" dat alle teksten bevat van Pierre Boulez over Richard Wagner.
Toelichting van de uitgever : "In het eerste deel schetst Boulez een beeld van Wagners persoon en werk, zowel in zijn eigen tijd als in historisch perspectief. In de omvangrijke stukken over Parsifal en Der Ring des Nibelungen gaat Boulez in detail in op de structuur van de muziek, de betekenis van de befaamde Leitmotive, Wagners behandeling van de 'tijd' en de gedurfde harmonische verbindingen. Hij neemt Wagners behandeling van het orkest onder de loep, gaat in op de mogelijkheden van de regie en wijst op de noodzaak van een nieuwe theatervorm voor Wagners muziekdrama's. Het boek besluit met een hommage aan Patrice Chéreau."

1 opmerking:

Anoniem zei

Eindelijk een reactie van een Wagner genootschap, de "eindelijk" slaat niet terug op Jos Hermans want hij is een voorloper op de kudde van niet volgende andere genootschappen.
Ik ben absoluut fier dat ik lid ben van zijn gezelschap want ik aanzie zijn commentaar als gezelschap naar mijn gemoedsrust over mijn ideale berichtgeving.
In Frankrijk hebben ze ook een voorvechter voor dat soort idealisme, alleen koppelt Hermans diepzinnige overwegingen en uitbreiding aan handige weetjes en gewaardeerde kritiek.
De vertalingen zijn vooral verwoord in sublieme vergietsels van Wagner zijn schrijfstijl waar ik het moeilijk mee had en mij doen afhaken.
Hier lezen de teksten als een trein en bieden perspectieven buiten proportie.
Het boek van Boulez zal mijn schatkist van een boekenrek vervoegen, nu nog de tijd indelen om de vruchten te plukken!
Wanderert