maandag 26 oktober 2015

Bartlett Sher met OTELLO in New York (****)


DRAMMA DELLA GELOSIA

Weinigen zullen er zich aan storen Wotan vertolkt te zien door een Afro-Amerikaan, zolang hij de partij maar overtuigend weet te brengen. Maar Otello, door Shakespeare én Verdi bedoeld als een Venetiaanse Moor, met schmink een donkere huidskleur bezorgen omdat een adequate Afro-Amerikaanse tenor niet voorhanden is, heet vanaf nu een sacrilege. De Met heeft het schminken van haar Otello's officieel afgevoerd nadat de ENO als eerste operahuis ter wereld vorig jaar tot dezelfde conclusie was gekomen.

De terreur van de politieke correctheid is dus nu ook opgerukt naar de opera. Dat is vreemd en beangstigend tegelijk. Kunst leeft van politieke incorrectheid en dit soort betutteling hebben we echt niet nodig. Waarom zou een Afro-Amerikaan zich storen aan een geschminkte Otello? Dat kan alleen te wijten zijn aan de collectieve herinnering van de minstrel shows waarvan de populaire Britse TV-serie "The Black and White Minstrel Show" de recentste was. Met hun racistische karikaturen hebben deze heren destijd menige televisieavond tijdens mijn jeugd geteisterd. De vraag is dus eigenlijk: hoe hebben we deze smakeloze parodie ooit kunnen toelaten?
The Washington Post polste vijf Afro-Amerikaanse operazangers naar hun mening over het schminken van een blanke acteur als Otello en "guess what": niemand had er ook maar het minste probleem mee. Natuurlijk niet, een geschminkte Otello is tenslotte geen minstrel met dikke lippen, witte kringen rond de ogen en een Uncle Tom attitude!
In hun briefwisseling noemen Verdi en Boito hun Otello enigszins denigrerend "het chocoladeproject", een uitspraak met een hoog minstrel-gehalte dat uit de mond van Wagner zonder twijfel als racistisch zou worden waargenomen.

Niemand zal betwisten dat de donkere huidskleur van Otello essentieel is voor de rol. Dat hij zich door Iago zo gemakkelijk in de luren laat leggen heeft alles te maken met zijn overgevoeligheid als outsider. Zonder donkere huidskleur moet de regisseur op zoek gaan naar wat hem tot outsider maakt. Dat doet Broadway-regisseur Bartlett Sher niet. Laat dat het eerste manco zijn van deze productie. Het tweede manco is dat Sher een zeer conventionele regie voert en ook geen enkele moeite doet om iets persoonlijks of verhelderends over het stuk te zeggen. Het koor laat hij geïmmobiliseerd op het toneel staan tijdens de stormscène. Walter Felsenstein zou er 50 jaar geleden een lichte hartaanval van hebben gekregen. Es Devlins bewegende paleismuren in plexiglas vormen een intrigerende scenografische oplossing en Luke Halls videoprojecties van een golvende zee, doorheen het ganse stuk, dragen bij tot het oppoken van de dramatische spanning.

Zeljko Lucic speelt Iago zonder enige overacting, meer als een Eichmann dan als een Goebbels. Dat werkt ook zeer goed en zijn "Credo", congeniaal ondersteund door de massieve akkoorden uit de orkestbak is één van de onbetwiste hoogtepunten. Het tweede en derde bedrijf zijn ijzersterk. Dat komt ook door de twee overige Oost-Europeanen in de cast.

Sinds zijn debuut in Salzburg (2008) is Aleksandrs Antonenko flink gegroeid als Otello, zowel scenisch als vocaal. Met "Esultate" maakt hij een mooie entree met zijn klaroentenor, in het liefdesduet overtuigt hij minder als crooner. Hij is dan nog maar aan het begin van zijn lijdensweg en alle emotionele uitbarstingen moeten nog komen. Die kan hij stuk voor stuk voorzien van een opwindend squillo en in het tweede en derde bedrijf is hij grandioos. Als acteur is hij wat onbeholpen maar zijn lichaamstaal is toch voldoende geloofwaardig om een allesverterende jaloezie-act neer te zetten. Wanneer de sluizen van de hel open gaan krijg je echt met hem te doen.

Sonya Yoncheva zingt het zeemzoete wilgenlied en het Ave Maria, niet Verdi's beste muziek naar mijn gevoel, vlekkeloos. In de buurt van de passagio verliest ze aan klankschoonheid. Het best presteert ze in de ruzieduetten met Otello en in haar repliek op de publieke vernedering in het bijzijn van de Venetiaanse gezant.

Het orkest behield alle transparantie tijdens de hoog opslaande golven in de orkestbak tijdens de stormscène. Yannick Nézet-Séguins directie was spectaculair in de ondersteuning van de dramatische ontwikkeling van het stuk. De finales van het tweede en derde bedrijf waren indrukwekkend, de prestaties van het koor voortreffelijk.

Het volgende rendez-vous met Otello is gepland in de Vlaamse Opera in de regie van Michael Thalheimer.

Geen opmerkingen: