zondag 1 november 2015
Otto Schenk met TANNHÄUSER in New York (***)
DEAD POETS SOCIETY
Deze productie van Otto Schenk was al belegen toen ze haar première hield in 1977, bijna 40 jaar geleden dus ! Jon Vickers had de première moeten zingen maar stapte uit de productie omdat hij de opera anti-christelijk vond. Dat zegt vooral iets over de conservatief-religieuze denkbeelden van Vickers. Wie Schenk en Schneider-Siemssen zegt, zegt regieloosheid, scenografische fantasieloosheid, immobilisme, middeleeuwse soepjurken, ouderwetse beschilderde doeken, kortom een al te letterlijk non-interpretatie, erg vermoeiend allemaal om 4 u lang naar te kijken.
Aan dit circus van de smakeloosheid zou de zorgvuldige carrièreplanner Jonas Kaufmann zijn medewerking nooit hebben verleend. Kaufmann is dan ook een spilfiguur in Peter Gelbs moeizame maar gestaag voortschrijdende poging tot artistieke vernieuwing van het repertoire van de Met. Gelb heeft deze productie zeker niet met veel gusto gepland. Stond hij onder druk van de muziekdirecteur? Was dit een cadeautje om de honger te stillen van het ego van de almachtige James Levine? Vergeleken met Die Meistersinger einde vorig jaar is zijn mobiliteit aanzienlijk verslechterd. Hoe de orkestleden in staat zijn om de spastische bewegingen van hun leider vanuit zijn dirigeermobiel te decoderen is mij een volslagen raadsel. En hoe hij met dergelijke slagtechniek Lulu dacht te dirigeren, nog meer. Gelukkig heeft hij dat plan inmiddels laten varen. Het orkest musiceerde voortreffelijk maar agogisch was dit allemaal niet zo evenwichtig : nogal wat passages dreigden te slepen, de "Einzug der Gäste" was te traag, de zangwedstrijd nam hij dan weer met erg vlotte tempi.
Het eerste bedrijf was een echt dieptepunt. Dieper dat dit kan Wagner moeilijk zakken. De choreografie van het bacchanaal door Norbert Vesak was slaapverwekkend en aan het duet Tannhäuser/Venus leek maar geen einde te komen. Johan Botha kon het allemaal weinig schelen. Hij hoefde alleen maar één zijn twee bekende poses aan te nemen : staan of liggen. Michele De Young als Venus verloor zichzelf in de meest verschrikkelijke stereotiepe gebaren. Haar voordracht ontbeerde persoonlijkheid en van haar Duits kon je geen woord verstaan. Haar blote dij was het meest opwindende dat er in dit eerste bedrijf te beleven viel. Zelfs het herderinnetje dat de mei aankondigde klonk niet jeugdig en fris genoeg. Het weerzien van de Wartburgridders was oersaai. Kortom : Geeuw. Geeuw. Geeuw !
Veel beter was het tweede bedrijf dat door Eva-Maria Westbroek met een voortreffelijke Hallenaria gepast werd ingezet. Westbroek heeft alles in huis voor de Hallenaria en het duet "Gepriesen sei die Stunde" was één van de onbetwistbare hoogtepunten.
Om Eva-Maria Westbroek maakte ik mij zorgen want enkele maanden geleden liet ze een flakkerend vibrato horen als Santuzza. Een stemcrisis leek mij toen in de maak. Daar heeft ze blijkbaar aan gewerkt want hoewel het vibrato niet perfect was, was hiervan nog weinig te merken.
Zoals verwacht was Peter Mattei weer fantastisch. Het lied waarmee hij de zangwedstrijd opende maakte hij tot een echt hoogtepunt. Door zijn goddelijk timbre en zijn intelligent fraseren kan hij zich moeiteloos meten met de beste Wolframs uit het grote geschiedenisboek van de Wagnerreceptie.
Johan Botha maakte in feite een goede beurt. Het timbre is mooi en de frasering vrijwel onberispelijk maar boeiend wordt het nooit. Met een meer uitgesproken baritonaal timbre zou zijn voordracht nog winnen aan zinnelijkheid. Botha is echter een zangmachine zonder persoonlijkheid.
Günther Groissböcks Landgraaf was intelligent gefraseerd maar zoals zo vaak miste hij de vereiste gravitas voor deze vaderfiguur.
Besluit: deze productie mag nu echt wel naar de schroothoop!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Inderdaad, deze productie mag definitief naar een donkere archiefhoek verwezen worden! Wat James Levine betreft, de man heeft zeker grote verdienste gehad, maar thans is hij én door zijn opgelopen fysieke handicap, én door zijn leeftijd wel dringend aan pensionering toe. Dat liet zich inderdaad niet alleen zien in zijn directiestijl, maar kon ook al een paar keren gehoord worden in het orkest. Jammer. Dé hoogvliegers van deze voorstelling waren ongetwijfeld Eva-Maria Westbroeck, die een perfecte vertolking bracht van Elisabeth, en Peter Mattei, een zachtaardige Wolfram. Bij hem miste ik een sterkere aanduiding dat ook hij verliefd is op Elisabeth, maar dat ligt uiteraard aan de regie. Johan Botha heeft een goede stem, voor mij iets te karamelachtig voor Tannhäuser (ik wacht op Kaufmanns vertolking), maar als acteur is hij absoluut gebuisd. Hij staat, zit, of ligt (bij voorkeur op zijn buik), en zijn grootste acteerprestatie was in het 3de bedrijf wanneer hij Venus opnieuw aanroept het cynische glimlachje en de dito blik. Als Venus sloeg Michelle Deyoung echt niets dood. Vokaal was het OK, zij het zonder overtuigend te zijn. Neen, zo kan Venus geen enkele man verleiden, tenzij Johan Botha misschien.
En het ballet, ochgottekes, pover. Geef mij dan maar de John Neumeier versie van Bayreuth 1970! Maar waar men aan de Met moet beginnen aandacht aan schenken, en vooral met dergelijke oudere producties, is dat waar men in de zaal een hoop details niet ziet, de camera alles wél registreert! Zo bvb het kostuum van Venus! De dijsplit was te hoog zodat af en toe haar ondergoed te zien was, en bovendien vraag ik mij af wat zij onder dat kostuum aan had! Ik kreeg de indruk dat zij een korset droeg en dat liet zich duidelijk zien. Tannhäuser tokkelde op zijn harp met altijd identieke bewegingen, en waarom Peter Mattei een oefensessie met de harpist had gehad is mij een kompleet raadsel: hij tokkelde zelfs niet! Het plaatje van het 2de bedrijf zag eruit als een vervalste kopie van de gebroeders Van Eyck. Merkwaardig ook in het 3de bedrijf was de staf waarmee Tannhäuser uit Rome terugkeert: hij heeft een natuurlijk uitziende staf in de hand, een andere is er niet te zien, maar o mirakel, wanneer hij sterft is die staf veranderd in een gesculpteerde houten kromstaf! Heeft de Met niet een nieuwe productie aangekondigd in de komende 5 jaar? Hopelijk wel!
Een reactie posten