maandag 7 december 2015

Jan Fabre met MOUNT OLYMPUS in Brugge (*****)

© Sam de Mol / Troubleyn/Jan Fabre

ENJOY YOUR OWN TRAGEDY

Richard Wagner was de afgelopen weken op een bijzondere manier aanwezig in onze theaters. Ivo van Hove had de prelude tot Götterdämmerung heel slim in zijn nieuwe theaterproductie binnengeloodst, het 4 uur durende "The Fountainhead", dat verder een "wagneriaanse" theatermarathon heette te zijn. Jan Fabres 24-uur durende marathon, Mount Olympus, heet dan weer "post-wagneriaans" want ja, zelfs Wagner, uitvinder van de theatermarathon had iets van dergelijke omvang nooit ondernomen. Fabre's dolle rit doorheen de Griekse antieke tragedies liep non-stop, slechts onderbroken door drie powernaps van in totaal een kleine 2 uur. Het lag in de bedoeling van de maker om dit keer niet alleen zijn acteurs en dansers uit te putten maar ook zijn publiek. Dat moest willens nillens een catharsis doormaken met het verstand op nul.

Zo kregen theaterliefhebbers nu eens de kans om te testen waar hun grenzen lagen. Bij mij ligt die, zo weet ik nu, op ca. 6 uur. Na zes uur concentratie op tekst, muziek en handeling is mijn point-of-no-return bereikt. Daarna ben ik mentaal zo uitgeput dat mijn beoordelingsvermogen verzinkt in volslagen apathie. Op dit punt aangekomen ben ik nauwelijks nog in staat een piemel te onderscheiden van een vagijn, hetgeen in deze voorstelling toch echt wel een handicap is. Theater heeft voor mij dan geen zin meer. Bertolt Brecht zou het mij zeker niet uit het hoofd praten. Als ik mij na 6 uur Troubleyntheater dus overgaf aan de armen van Morpheus, één van de Griekse goden die prominent aanwezig was maar niet op het programma stond, om 10 uur later, fris gedouched, de laatste rechte lijn in te zetten, dan zegt dat niets over de kwaliteit van de voorstelling. Hoe Lies Vandewege het ervan afgebracht heeft met Wagners Liebestod uit "Tristan und Isolde" moet ik u dus schuldig blijven. Overigens behoorde de inleg van aria's van Mozart, Verdi, Schubert, Massenet, Händel tot de minder geslaagde ideeën van deze voorstelling, evenals de iets teveel voor de hand liggende interventies van Maria Callas doorheen de luidsprekers.

De electronische muziek van Dag Taeldeman was doorgaans erg goed. Ze beschikte over een spirituele kwaliteit die ons gemakkelijk in verbinding leek te stellen met hoe de antieke tragedie destijds geklonken kan hebben. Ze leverde ook de brandstof voor het meest pompende dansnummer, een orgiastische twerk waarmee de voorstelling begon en eindigde en die Andrew van Ostade, als blubbervette Dionysos, in de gelegenheid stelde een rode draad van roes en waanzin doorheen de voorstelling te weven.

Met Mount Olympus levert Fabre zijn meestomvattende en misschien ook wel zijn meest mature theatervoorstelling af. Inhoudelijk en scenografisch verschilt ze nauwelijks van "Tragedy of a friendship", ze verschilt hiervan enkel door haar buitensporige omgang met het tijdsbesef. Mount Olympus is een wisselbad van dolkomische verkleed en make-up scènes, Fabriaans gekruide monologen van tragische helden en heldinnen, love battles in olijfolie, zelfpijnigende acts, het spelen van opsinjoorke met brokken rauw vlees, het droogneuken van kuipboompjes, het voorspellen van de toekomst door het opdiepen van tekstlinten uit de vagina's van de Griekse heldinnen, een Schwanzentanz op de tonen van de syrtaki, een handsfree erectie, droomsequensen gehuld in wolken van theatermist, en nog veel meer want bijna de helft heb ik gemist.

Verdere hoogtepunten waren ondermeer : Marc Moor van Overmeir, meestal witgeschminkt als een marmeren standbeeld als Eteocles en Pentheus ("I happened to be away"), de gemartelde Philoctetes ("Je n'ai rien d'autre à offrir que ma blessure"), het duet Jason/Medea met een kokhalzende Jason en Els de Ceukelier als ijskoude tragédienne, de hilarische scène van de pijprokende filosofen die zich bogen over allerlei vormen van orgastisch gekreun.

Toch haalde Jan Fabre zijn slag thuis want naarmate de finale naderde werd het publiek steeds enthousiaster. Ik begrijp dat vooral vanuit een "sense of community" die zich beetje bij beetje onder het publiek installeerde en die het ook een beetje tot krijgers van de schoonheid bevorderde. Verder ook aan de empathie die het publiek ontwikkelde voor de acteurs, die, dat moet gezegd, zich weer eens met zoveel goesting aan dit zeer fysieke spel overgaven, een haast bovenmenselijke prestatie. Menige fan was daardoor tot tranen toe bewogen in de finale apotheose waarbij de meeste bezoekers van het Concertgebouw door hun dak gingen.

Deze tragedies gingen over ons. "Enjoy your own tragedy" was niet toevallig de laatste zin van de tekst. Jeroen Olyslaegers had de antieke tragedies heel gepast tot hun naakte essentie herleid. Zijn doorzichtige linkse doorsteken naar de huidige politieke actualiteit nemen we daar graag bij.

Persoonlijk vind ik dat de voorstelling in een meer gebalde vorm veel aan kracht zou winnen maar omdat dit de vorm is zoals de maker het bedoeld heeft, laat ik die overweging niet meespelen in mijn eindbeoordeling. Zoals elke theatermarathon was dit verslavend theater. Liefhebbers van "Der Ring des Nibelungen" weten wat dat betekent. Reeds sinds 1876.

Geen opmerkingen: