zondag 21 februari 2016

Richard Jones met DE ZAAK MAKROPOULOS in Frankfurt (***)


Susan Bullock © Barbara Aumüller

STILLEVEN MET GOUDVIS

Richard Jones laat het stuk beginnen met een natuuridylle. Hij maakt daarbij gebruik van 7 dankbare acteurs: het zijn kippen die cirkelen rond een kippenhok. De knalgele afscherming en de stralend blauwe wolkenlucht die haast pijn doet aan de ogen, laten er geen misverstand over bestaan dat we het kleurrijke universum van Richard Jones zijn binnengetreden. Dichter dan dit zal hij in de loop van de avond niet bij Janacek uitkomen. Wat volgt is pure slapstick. Wanneer de 16-jarige Elina Makropoulos de eieren ophaalt krijgt ze bezoek van de koninklijke garde die haar onderwerpt aan de test van het levenselixir. Wanneer ze het goedje binnenslikt valt het doek en zet de prelude in. Wat Janacek daarin vertelt krijgt geen visuele ondersteuning. Daarmee is de onmacht van de regisseur al snel aangetoond. Vervolgens zullen we twee uur lang moeten kijken op het spuuglelijke bordkartonnen kantoor van Dr Kolonaty. Enkel zijn bureau zal muteren tot een kaptafel voor artiesten in het tweede bedrijf en de foto's aan de wand in die van gedateerde operasterren. Een langwerpig venster in de achtergrond gunt ons een blik op een gangenstelsel waar allerlei vreemde figuren in rondwaren. Het hele stuk door is de sfeer uitgesproken Kafkaiaans. Het is een steriele omgeving die Janaceks muziek geen enkele kans geeft. O ja, een speelgoedtrein met daarop de cijfers 337 rijdt het hele stuk door van links naar rechts.

Met Jonathan Darlington als dirigent, Susan Bullock als hoofdrolvertolkster en de regie in handen van Richard Jones leek dit wel een Brits onderonsje. Ooit waren de Britten trendzettend inzake Janacek maar als deze uitvoering iets aantoonde dan toch wel dat die tijd achter ons ligt. De verdiensten van Charles Mackarras wil ik zeker niet minimaliseren maar de échte steun voor Janacek komt vandaag van zijn landgenoten. Sinds 2008 loopt er een heus Janacek-festival in zijn geboortestad Brno. Daarover later meer. Het programmaboek maakt geen gewag van de gespeelde versie maar ik vermoed dat het die van Mackarras was. Ze verschilde als dag en nacht van de versie die Marko Letonja daags voordien had laten horen in Straatsburg. Het verschil was hallucinant. Dat lag zeker niet alleen aan de gebruikte editie maar ook aan de dirigent die de partituur routineus afhaspelde alsof het om een romantische partituur uit de 19e eeuw ging. Samen met de kritisch editie hoort, zo hebben Tomas Hanus en Marko Letonja aangetoond ook een gedisciplineerde musiceerwijze, die de échte Janacek aan de oppervlakte brengt. De vereiste ritmische en dynamische differentiering ontbrak geheel en dat gold net zo goed voor de solisten. Hun acteerprestaties deden eerder geforceerd aan.
Susan Bullock als Emilia Marty kon haar blatend vibrato niet steeds verhullen. Alleen Sebastian Geyer als Jaroslav Prus kon mij enigszins bekoren.

Veteraan Graham Clarke als Hauk-Sendorf kreeg wat meer ruimte als normaal. Hij mocht een pantomime spelen bij het begin van het tweede bedrijf. Telkens verbaas ik er mij over hoeveel stem hij nog bezit ondanks de gevorderde leeftijd. Zijn komisch talent is onaangetast maar het dansen ging hem minder goed af. Het bleef een zeldzaam geval van ongeforceerd acteren. Tweemaal wordt hij met geweld afgevoerd door drie mannen in witte jassen.

Jones meent dat Emilia Marty niet hoeft te sterven aan het eind. Het libretto zegt dat ze in zwijm valt. Haar omgeving reageert erg negatief op haar bekentenis. Er wordt zelfs een steen door het venster gegooid. In de finale maten staat ze voor het haardvuur met de formule in haar hand. Ze kan niet beslissen of ze de formule nu in het vuur zal gooien of niet. Erg flauw. Een in alle opzichten complete miskleun.

Geen opmerkingen: