zondag 21 februari 2016

Robert Carsen met DE ZAAK MAKROPOULOS in Straatsburg (*****)


Raymond Véry / Angeles Blancas Gulin © Kaiser

DE DOOD ALS ZINGEVER VAN HET LEVEN

Het is in Straatsburg dat Robert Carsen zijn aan de Vlaamse Opera begonnen Janacek-cyclus heeft afgewerkt. Het koppelteken tussen beide halve cycli is intendant Marc Clémeur. Vijf jaar geleden hield deze productie première in het huis aan de Rijn. Dit keer stond er een nieuwe chef voor het orkest en lag er een nieuwe kritische editie van het werk op de lessenaars.

Reeds van bij de eerste maten van de geweldige prelude is het duidelijk dat dit vintage Carsen zal worden: na het ceremonieel drinken van het levenselexir laat hij Elina Makropoulos een vlucht nemen in de tijd. Ze wordt omsingeld door een legertje costumières. Die helpen haar vliegensvlug in de archetypische kostuums van de paraderollen die haar carrière als operadiva Emilia Marty zullen uitmaken: Elisabetta, de Marschallin, Tosca, Violetta, Rosalinde uit "Die Fledermaus" (kostuums : Miruna Borozescu). Peter van Praets lichtregie zal er ons nog vaak aan herinneren dat we ons in het theater bevinden. Telkens we de offstage banda horen laat Carsen zijn heldin verdwijnen achter een theatergordijn om seconden later terug te keren met een bos bloemen in de armen. Heel erg slim van de regisseur en meteen al een eerste manifestatie van hoe Carsen het hele werk heeft geënsceneerd vanuit de muziek. Voor een regisseur is dat zelden een slechte strategie.

Vervolgens dompelt Janacek ons onder in het juridisch imbroglio van het eerste bedrijf. Drie hoge rekken met dossiers bevolken het kantoor van Dr. Kolenaty en een handvol klerken houden het toneelbeeld in beweging. Het stuk werd opnieuw ingestudeerd door Laurie Feldman en de acteursregie is typisch voor Carsen : er valt geen enkel redondant of conventioneel operagebaartje te zien. Alle acteurs bewegen met een vanzelfsprekende natuurlijkheid. Muzikaal is er zoveel aan de gang dat het conversatiegedeelte van het stuk nooit verveelt.

Het tweede bedrijf brengt ons naar de natuurlijk habitat van de diva, de ruimte waar ze haar aanbidders ontvangt, de coulissen van haar lopende opera. Carsen koos voor Turandot, niet toevallig een opera die in hetzelfde jaar ontstond als De Zaak Makropoulos (1926) en die tevens bezet is met een gelijkaardig glaciaal personage in de hoofdrol. Het decor is een fraai maar kitscherig Aziatisch paleis met een troon in het midden en Carsen lijkt de draak te willen steken met Zeffirelli. Wanneer de diva zich geleidelijk aan uit haar even kitscherige kostuum wurmt transformeert ze in een look-a-like van Louise Brooks, de Lulu-figuur uit Pabsts "Die Büchse der Pandora". Zelfs het kleine rolletje van de opkuisdame krijgt een elegante oplossing: ze mag de bloemenregen opkuisen die aanbidders vanuit de zijloges bij de aanvang van het tweede bedrijf uitbundig op het toneel hebben gegooid. De machinist stelt een spotlicht af vanuit de nok van het theater en zingt bovendien uitstekend (Peter Longauer). Andreas Jaeggi is een prettig gestoorde Hauk-Sendorf. Zijn exentrieke dans-act kan hij gedeeltelijk overlaten aan Emilia en haar bewonderaars.

De liefdesnacht met Prus vindt plaats tussen de coulissen van haar theater. Dan komt het moment van Emilia Marty's grote bekentenis en doet de regisseur weer iets heel slim: hij laat het toneel volledig leeg halen om de emotionele ruimte te scheppen voor haar grote transformatie. Twee bedrijven lang heeft ze haar gebrekkig EQ op haar omgeving uitgewerkt. Janek is er aan bezweken. Nu is het tijd voor de grote levensles van de 337-jarige en die wil ze delen met ons, die zelf maar al te zuchtig zijn naar het eeuwige leven.
Ze verklaart zich slachtoffer van het tegennatuurlijke mechanisme van haar onsterfelijkheid. Verveling en afwezigheid van verlangen werden haar deel. De zin van het leven is : leren verlangen naar de dood, de dood zien als een vriend, een veilige haven. Langzaam schrijdt ze naar het theater van de overkant waar ze haar ultiem applaus in ontvangst zal nemen. Grandioos.

De Zaak Makropoulos eindigt niet als een utopie, noch als een dystopie maar in een groots Wagneriaans theatraal gebaar van verzaking, de verzaking aan het eeuwige leven. Alleen opera kan zoiets waarmaken. Karel Capek, science-fiction auteur en leverancier van de basisidee, vond het gegeven ongeschikt voor een behandeling in de opera maar liet zich wel royaal vergoeden voor de rechten. Hij hoefde zich geen zorgen te maken. This is the very stuff opera is made off. Janacek was wel handig genoeg om zijn opera niet te besluiten met Capeks droge metafysische bespiegelingen maar met een scène van diepe menselijkheid waar de toeschouwer gevoelsmatig kan op reageren. Het is één van de mooiste finales die er zijn. Helaas veel te kort.

Marc Clémeur had deze productie nauwelijks beter kunnen casten. De drie hoofdpersonages, Marty, Prus en Gregor lijken wel gepasseerd door de handen van dezelfde coach. Ze voelen de ritmische vereisten, de natuurlijke inflecties van de taal en de door Janacek gewilde pauzes van zijn Sprechgesang probleemloos aan. Het resultaat is een authentieke Janacek, ritmisch en dynamisch gedifferentieerd en bezield door personages met karakter.

Angeles Blancas Gulin als Emilia Marty beschikt over een mooi en warm timbre dat dicht in de buurt van een mezzo komt. Wie vertrouwd is met Anja Silja's legendarische incarnatie van de rol in Glyndebourne weet maar al te goed hoe frustrerend het is naar haar gehavende stem te moeten luisteren. Hier krijgen we een stem te horen in blakende gezondheid en met een zinnelijke projectie. Daarnaast was het vooral Martin Barta als Baron Prus, een zanger die zelden Praag verlaat, die opviel met zijn karaktervolle bariton. Ook Raymond Very als Albert Gregor presteerde uitstekend. Guy de Mey als Vitek klonk niet bijzonder stemvast en Sophie Marilley als Krista kon wat meer stem gebruiken.

Wat een plezier om deze fascinerende partituur met al haar kostbare details te horen in de kundige handen van de Sloveense muziekdirecteur Marko Letonja. Je zou haast vergeten te luisteren naar de zangers, zo druk ben je bezig je te vergapen aan al de sprankelende motiefjes die als kikkers opspringen uit de orkestbak. Vooral het koper maakte een bijzonder goede beurt. Vandaag zijn er drie edities van het werk. Na de versie van Charles Mackarras voor Universal zijn er op korte tijd twee kritische edities bijgekomen: die van Tomas Hanus bij Bärenreiter, waarover we reeds berichtten vanuit München, en die van Jiri Zahradka, opnieuw bij Universal. Letonja gebruikt de Zahradka-editie. Ook die klonk bijzonder overtuigend. Ze werd door Marko Ivanovic voor het eerst uitgevoerd op het Janacek-festival in Brno in november 2014. Ze zal ook door Donald Runnicles worden gebruikt in de nieuwe productie van David Hermann in Berlijn.

Voor oudere recensies van hetzelfde werk gelieve hieronder te klikken op het label De Zaak Makropoulos


Geen opmerkingen: