dinsdag 28 april 2020

Philippe Sivadier met Don Giovanni in Aix-en-Provence anno 2017 (****)

C'EST QUOI, BRÛLER LES PLANCHES?

Het moet een memorabele avond geweest zijn om deze Don Giovanni -de achtste reeds van het in 1948 gecreëerde Festival d’Aix-en-Provence- mee te maken onder de Provencaalse hemel in het Théâtre de l’Archevêché. De enscenering van Jean-François Sivadier mag dan in geen enkel opzicht vernieuwend worden genoemd, het naakte toneel -een licht hellend speelvlak dat verder enkel met kleurlampen en gordijnen wordt toegerust- ademt de degelijkheid van Peter Brook en Patrice Chéreau. Ze verveelt geen seconde vanwege het intense spel dat de regisseur van zijn acteurs weet te verkrijgen. Anderzijds zijn er de puike vocale prestaties van het hele team.

Sivadier maakt van Don Giovanni het brandpunt van de hele voorstelling en de charismatische Philip Sly maakt er op zijn beurt een heel fysieke rol van. Zijn monsterende blik tijdens de openingsmaten van de ouverture, is een grandioze start, die door de camera beter wordt gevangen dan door de aanwezige toeschouwers in de zaal. De kern van Don Giovanni’s bestaan draait rond zijn ontembaar libido en de fascinatie die vrouwen daarvoor koesteren. Sivadier houdt die regielijn het hele stuk vol tot in de finale wanneer “Ah che barbaro appetito” op zijn seksuele appetijt blijkt te slaan in een laatste verleidingspoging van de dienstmaagd van Donna Elvira, die we vroeger seksueel hebben zien ontwaken tijdens de revelerende cataloogaria. Als symbool van onvermoeibare vitaliteit zal hij in de slotmaten, nadat hij als een Christus in ondergoed, zijn hellevaart heeft beleefd met het hoofd in de wolken van de Commendatore's cigarillo, het brandpunt blijven van zijn omgeving en een laatste maal zijn monsterende blik in het publiek projecteren.

Vocaal is Sly het best in zijn rol als verleider, in “Deh vieni alla finestra” en “Là ci darem la mano”, een gedeeld hoogtepunt met Julie Fuchs. Heupwiegend begint hij aan de champagenaria om dan te eindigen met een koprol. Soms trapt hij op zijn adem zoals in de finale. Nahuel di Pierro is een degelijke Leporello al lijkt de stem niet zo bijzonder goed te projecteren. Isabelle Leonard weet haar verontwaardiging met zoveel intensiteit in te kleden dat haar ree-ogen soms vuur schieten. In “Mi tradi quell'alma ingrata” toont ze dat de wendbaarheid van de stem niet ideaal is en haar gebrekkige dictie van de medeklinkers is over de hele lijn een probleem. Eleanora Buratto als Donna Anna manifesteert zich als een voortreffelijke lichte dramatische sopraan. Het eerste duet met Ottavio is meteen raak en die zin voor dramatiek houdt ze de hele avond vol. Julie Fuchs is een complete Zerlina met soubrette-charme in de keel en vrouwelijke charme op het toneel. “Vedrai carina” voorziet ze van enkele originele versieringen. Kzrysztof Baczyk, een soliede Masetto, doet er zijn voordeel mee. David Leigh is ondanks zijn leeftijd, een behoorlijk diep resonerende Commendatore. Pavol Breslik heeft mijn hart nog nooit gestolen. Dat doet hij hier ook niet. De stem is nooit echt helder en interpretatief vind ik hem middelmaat in elke rol die ik al zag. Met “Dalla sua Pace” en “Il mio tesoro” valt toch wel iets meer te scoren als je een lyrische tenor bent die op schoonzang inzet.
Jérémie Rohrer legt een deken van donker fluweel over het stuk. Allicht omdat door de Cercle de l’Harmonie periodeinstrumenten worden gebruikt. Briljant klinkt het daardoor nooit en details springen zelden over de rand van de orkestbak maar dat kan ook aan de opname liggen.

Overige gestreamde producties van : Aix

Geen opmerkingen: