maandag 19 januari 2015

Tristan und Isolde in Wenen (live stream) (***)


WHAT A LITTLE MOONLIGHT CAN DO

Prêt-à-porter, zo karakteriseerde Gerard Mortier ooit smalend het werk van David McVicar. Dat gaat zeker niet op voor 's mans beste producties voor Glyndebourne of Covent Garden maar zeker wel voor deze "Tristan und Isolde" waarvoor wij in de zomer van 2013 geen kaartjes konden bemachtigen. Much ado about nothing, zo blijkt nu. McVicar lijkt te produceren à la tête du client en dus krijgen we zijn beste werk nooit te zien aan conservatieve huizen als Wenen of New York. Een operahuis krijgt de regisseur die het verdient, zo lijkt het wel. Anders uitgedrukt, wanneer gaat iemand de Weense Staatsopera eindelijk eens op het spoor van de 21e eeuw zetten ? Dominique Meyer zal het niet zijn, zoveel is duidelijk.

Voor het eerste bedrijf laat scenograaf Robert Jones het karkas van een boot aanrukken, een gestileerde kaarsrechte boom met een kroon van neonlicht torent fallisch uit over het tweede bedrijf, een rotspartijtje doet dienst als Kareol. Een (meestal) bloedrode maan overgiet de scène met stemmig licht maar daar is in deze captatie weinig van te merken, al twijfel ik niet aan de efficiëntie van de immer vakkundig opererende Paule Constable. Streaming gebeurt doorgaans met slechts 2 camerastandpunten en dit keer ging er heelwat verloren.
Daar moesten we het mee doen. De rest werd overgelaten aan het talent van de solisten. Wat er dan doorgaans ontstaat heet in het Duits "Rampenstehtheater".

Om maar meteen ter zake te komen: de voorspelbaarheid die weegt op deze voorstelling is dodelijk. Ze catapulteert ons terug naar het anemische theater van de jaren 50. Dat hoeft niet eens een probleem te zijn als je solisten hebt die zulke routineuze regieconcepten weten te torpederen met een overmaat aan persoonlijkheid. Maar noch Peter Seiffert, noch Iréne Theorin behoren tot deze categorie. Podiumbeesten zijn aan hen niet verloren gegaan. Voor een intelligente rolinterpretatie die de routine overstijgt, moet je elders zijn.

Tweemaal wil Tristan zijn Isolde kussen vóór het drinken van de doodsdrank. Haar doodsdrift lijkt hem te exciteren en ze vliegen mekaar om de hals zonder het effect van de drank af te wachten. Het is zowat de enige insteek van de regisseur.

Het grote liefdesduet is doodsaai want van chemie tussen de geliefden is geen sprake. Krampachtig houden ze hun handjes vast en delen ze aaitjes uit.

Iréne Theorin zat meteen in haar rol met een uitstekende projectie. Zoals steeds is ze op haar best in de dramatische uithalen. De passages met halve stem neemt ze met zoveel vibrato dat het lelijk wordt. De Liebestod lukt haar aardig maar het scenische effect van de zinkende maan en het aanzwellende licht ging in deze captatie grotendeels de mist in.

Petra Lang fraseert mooi, articuleert erg nadrukkelijk alsof ze de "Bayreuth bark" terug wil introduceren, injecteert haar voordracht met een ongepaste teutoonse ernst, lijkt een boon te hebben voor archaïsche gestiek uit de jaren 50 en grijnst zo vaak dat "Tristan und Isolde" op een reclamespot voor tandpasta begint te lijken.

Peter Seiffert is één van die zangers wiens impact eigenlijk alleen in een zaal te beoordelen valt. Over de souplesse die eens over zijn bejubelde Lohengrin regeerde, beschikt hij vandaag niet meer maar echte heldentenorale power heeft hij nog steeds in huis en hij kan daar nog steeds met grote zinnelijkheid mee uitpakken. Niet op CD dus maar wel in de zaal. In tegenstelling tot Theorin kan hij zij vibrato beheersen in de stillere, lyrische passages maar de intelligente nuancering van een liedzanger bereikt hij nooit. Daarentegen was zijn grote uithaal bij "Sehnen, sehnen", halfweg het derde bedrijf, grandioos.

Albert Dohmen deed weer eens zijn best als Koning Marke. Dat betekent doorgaans niet zoveel. Bezieling, nuancering zoek je bij hem tevergeefs. In de pauze begon hij te schelden op het Regietheater (zonder te preciseren wat hij daarmee bedoelt) en een lans te breken voor de herwaardering van de zanger, waarmee hij de staatsopera vooral een vrijgeleide wilde bezorgen voor het soort theater dat zij bedrijft. "Die kein Himmel erlöst" kon hij de dynamische boost niet geven die vereist is. "Den unerforschlich tief geheimnisvollen Grund" leek uit de keel van een kikker te komen. Spuuglelijk was zijn vestimentaire outfit. Tongenaren zullen er Ambiorix in herkennen, de rest van de wereld de Yeti. Zijn gepantserde handlangers waren net niet dolkomisch ook al leken ze ontsnapt uit een aflevering van Monty Python.

Tomas Konieczny zette zijn kernachtige bariton in voor een uitbundige Kurwenal maar liet ook vaak een onaangenaam timbre horen.

"Mit heisses Herz und kühlen Kopf ", zo wilde Peter Schneider deze Tristan te lijf gaan en hij deed dat uitstekend. Niets op aan te merken.

De Staatsopera mag zich best wat minder op de borst kloppen met haar streaming service. Vele uren heeft het mij gekost om de stream op mijn beamer te krijgen. De contrastverhouding was verre van optimaal. Twee korte storingen deden zich voor en éénmaal moest ik manueel ingrijpen na een complete blokkering. Moeilijk te zeggen of dat aan de internetverbinding lag. Airplay via de Ipad is nog steeds niet mogelijk terwijl Glyndebourne en München dit allemaal probleemloos aanbieden en bovendien geheel gratis.

"Wie traurig ist der Opernalltag im Haus am Ring?" Het is een vraag die ik mij wel eens stel. De Weense Staatsopera zal een goede reden moeten verzinnen om mij opnieuw aan het scherm te kluisteren : het Elektra-debuut van Nina Stemme bijvoorbeeld.

1 opmerking:

JV zei

volledig mee akkoord ...
wellicht kwamen de kleuren en sfeer live nog beter tot hun recht ...
zangprestaties zeker niet verpletterend ...
Was erg fan van de klassieke regie van McVicar van bv. Die Meistersinger ... en dus vol verwachting ...
maar dat viel tegen ...
de live-stream werkte bij mij ook niet perfect, vooral in het begin storing en ook even moeten heropstarten ...

Leuk om je commentaar en scherpe tong te lezen ...