zondag 25 december 2016

Alex Ollé met Der Fliegende Holländer in Madrid (***½)

© Javier del Real

LOST IN TRANSLATION

Deze voorstelling gaat terug op de Fura-productie van oktober 2014 die in Lyon nogal positief werd onthaald. Ik vond er weinig aan.

Waar vind ik een land waar kapitein Daland zijn dochter zomaar kan versjacheren voor een zak bankbiljetten, moet Alex Ollé gedacht hebben. En hij kwam uit in Bangladesh, meer bepaald op de scheepswerf van Chittagong waar men het niet zo nauw neemt met het milieu. Noorwegen wordt ingeruild voor Azië en de Hollander zal, eens aangemeerd op de werf, zijn roestige boot gedemonteerd zien gedurende de loop van het stuk. De spinsters zijn arbeidsters die de onderdelen van het schip recupereren en opblinken op het strand. Uiteindelijk zal er niets meer van het schip overblijven en terwijl de Hollander door de golven van de oceaan zal worden verzwolgen zal Senta in de finale alleen overblijven. Met de grijns van een wereldverbeteraarster op de lippen zal ze tijdens de slotmaten op ons toestappen en ons het gevoel trachten te geven door haar offer de oceanen te hebben bevrijd van vervuilers als haar vader en de Hollander en de natuurlijke orde te hebben hersteld waar Wagner zo tuk op was. Senta als eco-terroriste? Mij kon het niet overtuigen en Wagner, zo hij al gekeken zou hebben naar deze live stream vanuit Madrid, evenmin vermoed ik. De regisseur had ook geen enkele moeite gedaan om de keuze van Senta voordien enigszins te verklaren.

De acteursregie was steeds middelmaat, het koor van de spinsters was levenloos, de choreografie van het indische vrouwenkoor in het derde bedrijf, compleet met zwaaiende handjes, was van zo'n overrompelende eenvoud dat mijn tenen er krom van gingen staan. Alex Ollé lijkt als acteursregisseur erg gehandicapt als zijn assistente Valentina Carrasco niet in de buurt is. Het best komt deze productie uit de hoek tijdens de spektakelmomenten waarbij videast Franc Aleu met cinematografisch realisme het aanmeren van de boot van de Hollander tracht te verwezenlijken terwijl de golven wild opspatten uit Wagners partituur.

De voordracht van Kwangchul Youn is er met de jaren niet op verbeterd. Met zijn totaal gebrek aan autoriteit en charisma, zijn wakkelvibrato en matige projectie, heeft zijn Daland ons weinig te bieden. Het is nauwelijks te bevatten dat deze provinciale zanger jarenlang de belangrijke basrollen in Bayreuth heeft mogen zingen.

Samuel Youn presteert beter. Met een dotje in het haar en een witgepoederd gelaat houdt hij het midden tussen een samoerai en een butoh-danser. Als Aziaat past hem dat goed, net als de zorgelijke blik waarmee hij de horror van de Hollander als gedrogeerde zombie tracht weer te geven. Zijn bariton klonk doorgaans kernachtig, zijn portret van de Hollander was genuanceerd en doorleefd, zij het met een imperfecte dictie.

Ingela Brimberg is een lichte dramatische sopraan. Registerovergangen verlopen moeizaam en worden bepaald problematisch bij elke afdaling naar het borstregister. Nikolai Schukoff doet weinig moeite om te verleiden met de stem maar met de vertelling van zijn droom en zijn laatste aria weet hij de aandacht goed vast te houden. Benjamin Bruns zong een zeer behoorlijke Steuermann. De directie van Pablo Heras-Casado was uitstekend maar de balans was altijd in het voordeel van het orkest, althans in deze live-relay.

Geen opmerkingen: