Holger Falk (Kassandra) en Myriam Schröder (Klytaimnestra)
© Sandra Then
© Sandra Then
OP DE WAGEN VAN THESPIS
Ingenieur-architect Iannis Xenakis hield opera voor een totaal voorbijgestreefd genre. En toch wilde hij iets kwijt over Griekenlands meest beroemde dysfunctionele familie, de Atriden, toen de bewoners van het Amerikaanse stadje Ypsilante (Michigan) zich plots bewust werden van hun Griekse roots en hem, midden jaren 1960, uitnodigden voor een muziekfestivalletje op het plaatselijke baseballterrein. Net als Bernd-Alois Zimmermann was hij getraumatiseerd door de Tweede Wereldoorlog. Het was in die dagen dat hij zijn linkeroog verloor en als communist in eigen land ter dood werd veroordeeld. Als politiek vluchteling belandde hij in Parijs anno 1947. Olivier Messiaen werd een fan maar niet zijn andere leraar Arthur Honegger. Ook de kring rond Boulez en Stockhausen kon zijn werk niet smaken. Als componist was Xenakis jarenlang geïsoleerd.
Zijn Oresteia werd een soort politieke bekentenis, een hymne op de democratie, in de finale gedragen door de keel van een onschuldig kinderkoor. Zijn belangrijkste streven daarbij was om de Attische tragedie te laten klinken zoals ze ooit geklonken moet hebben in het antieke Griekenland, uiteraard met de middelen van vandaag. De ruggegraat van het werk zijn de 3 delen, ontstaan in 1966, van wat aanvankelijk als kooropera was bedoeld : Agamemnon, Choephoren en Euminiden. Later voegde hij daar twee monologen aan toe: Kassandra (1987) en "La déesse Athéna" (1992), beide voor bariton solo en slagwerk of ensemble. Vrouwen waren in de Attische tragedie destijds niet toegelaten als toneelspeelsters net zomin als in het No-Theater waarmee het werk een grote stilistische affiniteit vertoont.
Xenakis muziek is niet altijd even boeiend. Het kamerorkest met slechts één strijkinstrument (een cello), hout- en koperblazers, brengt vooral kleuren aan maar de toon wordt gezet door het slagwerk: brutaal, ritualistisch, archaïsch, extreem van dynamiek en soms ook met de bedoeling om effect te ressorteren. Het koor treedt daarbij op als een boeiend acteur, uniek in de operaliteratuur : soms wordt er gefluisterd, soms maken ze schurende geluiden met de handen, soms beroeren ze donderplaten, soms stampen ze met de voeten. Het kinderkoor in de finale houdt het bij triangels. Alle gezongen teksten worden gedebiteerd in het oud-Grieks.
Met zijn 50 minuten muziek is Xenakis' Oresteia geen avondvullend werk en dus voegde Calixto Bieto er gesproken tekst aan toe, geplukt uit een nieuwe vertaling van Kurt Steinmann van Aischylos' origineel. Het woord is afwisselend aan de zangers, het koor en de acteurs. Dat is meteen de zwakte van de voorstelling die daardoor heel gefragmenteerd overkomt en een dwingende dramaturgie ontbeert.
Gespeeld wordt er op een zware plankenbodem als ware het de wagen van Thespis. Links in de diepte resideert het kamerorkest (12 leden van de Basel Sinfonietta), rechts de uitgebreide slagwerkbatterij. Van dirigent Frank Ollu zien we alleen zijn rug. Op het videoscherm (video: Sarah Derendinger) zien we het ontzielde lichaam van de jonge Iphigenia, omspoeld door het water van de branding. Het herinnert aan het aangespoelde Syrische jongetje Aylan en in het volgende videofragment zien we hoe de mafiose Agamemnon te werk is gegaan, zijn dochter wurgde en in brand stak. Daarmee is de spiraal van moord en geweld ingezet en wordt het wachten tot Athéna ons zal gidsen van bloedwraak naar rechtspraak.
De acteurs zijn frontaal belicht. Dat is heel fraai en het zet hen in een dramatisch perspectief. Erotiek is niet afwezig. Niet tussen Agamemnon en Elektra. Ook niet tussen Agamemnon en Klytaimnestra. Ze simuleert de moord op haar echtgenoot door een paringsdans waarbij het bloed uit haar mond stroomt. Zelf zal ze door haar zoon Orestes minutenlang gewurgd worden en uitdoven in een rochelende doodsstrijd.
Holger Falk is de enige zanger/solist in het stuk. Als Kassandra zorgt hij voor het muzikale hoogtepunt van de avond. Als innerlijk verscheurd personage moet hij van Xenakis voortdurend schakelen tussen borststem en kopstem en hij is in staat tot indrukwekkende vocalises. Scènisch laat hij zijn genderidenteit zweven tussen mannelijk en transseksueel en hij zet zijn fysieke aantrekkelijkheid in tot hij in een zwarte boxershort op het toneel staat en copuleert met een antieke driehoekige aeolusharp. Een geweldige prestatie.
Als Athéna -muzikaal een minder boeiende rol- kleeft hij alle koorleden een verblindende stembrief op het voorhoofd. De democratie is een moeilijk evenwicht lijkt Bieito te zeggen want hij laat Orestes in een wankel evenwicht op een wiebelig stapeltje planken klauteren om de glazen urne, symbool van de pasgeboren democratie, vervolgens met kracht tegen de bodem te gooien. Dan wordt het pikkedonker. Democratie is een staatsvorm van blinde burgers die zich door demagogen laten oplichten, lijkt Bieito hier te zeggen. Benieuwd wat Xenakis hiervan zou gevonden hebben.
Myriam Schröder,Simon Zagermann, Michaël Wächter,
Lisa Stiegler waren alle uitstekend in de gesproken rollen als Klytaimnestra, Agamemnon, Orestes en Elektra. Ook het Chor des Theater Basel stelde geenszins teleur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten