woensdag 24 oktober 2018

Ted Huffman met Salome in Keulen (***½)

Angela Brimberg als Salome
© Paul Leclaire
NO SYMPATHY FOR LADY VENGEANCE

Demonische vrouwelijke seksualiteit was een thema dat het kunstenaarsgilde sterk bezig hield tijdens het negentiende-eeuwse fin-de-siècle. Salome, als toonbeeld van vrouwelijke sexuele ontsporing, werd met enige gretigheid beurtelings geportretteerd als frigide narciste, als femme fatale, als onschuldig kind en als wraakgodin. Regisseur Ted Huffman toont enkel interesse voor de laatste variant. Hij plaatst het stuk in een streng patriarchale omgeving en projecteert er de postmoderne, natte droom van het doorgeslagen hedendaagse feminisme op. Salome is een gevangene van deze brutale wereld en de dans van de zeven sluiers zal het kantelpunt zijn waarbij de vrouwelijke revolte losbreekt.

Het paleis van Herodes Antipas toont een zuilengalerij, een massieve poort in de diepte en een trap. Het 130-koppige orkest heeft plaats genomen rechts naast de scène. Vier jonge meisjes met blonde pruiken zitten ongeïnteresseerd op stoelen hun beurt af te wachten tot ze onder dwang worden afgevoerd naar niet getoonde peeskamertjes. Later zullen de macaber klinkende contrafagotten uit het tweede tussenspel het sexueel misbruik aan het Babylonische hof muzikaal illustreren.

Annemarie Woods heeft Salome niet in het gebruikelijke maagdelijke wit gestoken maar in het zwart. Het is een rijpere vrouw die ongehuwd is gebleven en Ingela Brimberg doet geen moeite om een jonger personage uit te beelden. Een tijdlang kan Jochanaan, vertegenwoordiger van een nieuwe wereld, Salome’s interesse wekken. Hij belooft verandering maar die brengt geen bevrijding voor de vrouw. Jochanaan is uiteindelijk een medeplichtige.

Samuel Pinkletons choreografie van de sluierdans heeft weinig te bieden. Halverwege krijgt Salome de hulp van drie dienstmaagden die zich laten betasten door de mannen. In de slotmaten gaat haar slipje uit en opent ze haar benen. Alleen voor de patriarch uiteraard. Behoorlijk pervers is de finale. Het is Salome die zich ontpopt tot de beul van Jochanaan en ze drijft hem een bestekmes in het hart. Tijdens de laatste maten, die de taal spreken van een sexuele extase, worden al de aanwezige mannen met medewerking van Salome, door de vrouwen afgemaakt. We kunnen nog meer #MeToo ensceneringen verwachten maar zo hoeft het zeker niet.

Ingela Brimberg kon niet echt overtuigen als Salome. De stem verliest haar attractiviteit in het borstregister en het veelvuldig schakelen naar borststem maakt de voordracht vermoeiend. Het best presteert ze in de finale wanneer de partij beter in het stabiele bereik van haar stem valt. Johan Heuzenroder maakt van Herodes een Louis de Funès-achtige neuroot. Dalia Schaechter, vijf jaren terug nog een goede Kundry, laat nu een redelijk gehavende stem horen als Herodias. Kostas Smoriginas kan de partij van Jochanaan niet doen uitstijgen boven het alledaagse noch qua interpretatie noch qua stempower.Dino Lüthy zingt een mooie Narraboth.

De beste prestatie van de avond wordt geleverd door het Gürzenich-Orchester Köln o.l.v. Francois-Xavier Roth. Na de voortreffelijke uitvoering van Die Soldaten was dat dan ook de eigenlijke reden van ons bezoek. Ook dit keer stelt Roth niet teleur maar het orkest, dit keer opererend in moeilijke akoestische omstandigheden, verliest een zekere mate aan helderheid. Het is deze helderheid als gevolg van het nauwe contact met het aanwezige publiek die de uitvoering van Die Soldaten tot zo’n zinnelijke ervaring had gemaakt.

Geen opmerkingen: