Pretty Yende als Violetta Valery © Wiener Staatsoper/Michael Pöhn
LA DAME AUX CAMELIAS - EEN GEUR VOOR DAMES
Op het eerste zicht heeft regisseur Simon Stone weinig meer gedaan dan Verdi’s populaire opera geïllustreerd met het hippe beeldenboek van onze “société du spectacle”, soms triviaal, soms sexy, soms fascinerend mooi. Tegelijkertijd solliciteert hij echter ook naar diepgang en emotionele betrokkenheid via de videowand. Hij doet dat op een manier zoals ik het nooit eerder zag en daarin ligt het ware potentieel van Stone’s procédé. Ik kan mij inbeelden dat het trendsettend zou kunnen zijn voor de jongere generatie van regisseurs.
Stone bedient zich daarbij van de draaibühne van Bob Cousins, een kubus die voor de helft met geprojecteerd licht wordt beschenen en voor de andere helft quasi lege toneelruimtes bevat die zich in de kijker werken rond een iconisch decorstuk. Stone kan zo naadloos overschakelen van de ene naar de andere gemoedsstemming met behulp van twee scenografische oplossingen, toneel en video. Voor een visueel ingestelde regisseur biedt dat enorme mogelijkheden, zeker ook voor de geïnterioriseerde drama’s van Wagner als Tristan und Isolde en Parsifal.
Video is stilaan niet meer weg te denken uit onze theaters. Het komt erop aan zich niet te verliezen in dure, onefficiënte oplossingen (genre Bill Viola en “Tristan und Isolde”) waarin scènische handeling en videokunst naast mekaar verlopen. Stone verdedigt de geïntegreerde aanpak en dat is degene die de toekomst heeft. Wanneer Stone volgend jaar Wozzeck in Wenen ensceneert, een stuk dat is opgebouwd met korte scènes en evenzoveel stemmingswisselingen, zal ik zeer benieuwd zijn om te zien hoe hij dit procédé kan laten werken in de context van Bergs expressionistisch meesterwerk.
Pretty Yende (Violetta), Juan Diego Florez (Alfredo) © Wiener Staatsoper/Michael Pöhn
Het iconische openingsbeeld is kenmerkend voor de hele productie. Het toont de gesloten wimpers van de tot influencer gemuteerde courtisane, gevangen in een super close-up shot. Miljoenen volgers liggen aan haar voeten, zo vernemen we al snel via één van haar sociale media pagina’s. De eigen intimiteit uit de privèsfeer op het net gooien in ruil voor een luxeleven? Kan dat doorgaan voor een courtisane? Het toont alleszins hoe centraal Violetta staat in deze enscenering en Pretty Yende heeft de looks en het talent om een hele avond lang het energetisch centrum van de productie te blijven. Ze sterft niet aan tuberculose maar aan kanker. Ook dat lezen we in haar chatberichten. Haar offer, Alfredo op te geven op verzoek van Vader Germont, doet ze opdat Alfredo’s zus met een Saoedische prins zou kunnen huwen. Erg geloofwaardig is dat niet. De popsterren van Instagram zijn geen outsiders. Heeft de regisseur daarom het obscurantistische milieu van een moslimland opgezocht? Een zeker standenverschil behoort alleszins tot de bedoelingen van de regisseur. Je zou aan Prince Harry en Megan Markle kunnen denken, zegt Stone.
Dat alles komen we stapje per stapje te weten door de projecties op de kubus. Dit wisselbad van tekst en beeld leidt wel eens af maar de emotionele inhoud van elke scène blijft perfect herkenbaar. Het is de vorm die nieuw is. Dat is even wennen maar het is ook bloedmooi : de voyeuristische blik van de camera geeft geen enkel frame te zien waarin Yendi niet op een flatterende wijze in beeld is gebracht (haar décolleté in Alice Babidge's glitterkleed in goudlamé van het eerste bedrijf is een regelrechte knockout). Pretty Yende zingt Violetta elegant en expressief met preciese coloraturen. Het is een debuut (première : Parijs 2019) dat haar carrière inmiddels ongetwijfeld een decisieve boost heeft bezorgd.
Pretty Yende (Violetta), Juan Diego Florez (Alfredo) © Wiener Staatsoper/Michael Pöhn
In nachtclub “Martina’s” lanceert Alfredo het brindisi vanaf een pyramide met champagneglazen. Het eerste liefdesduet ontpopt zich tegen een wand van rode en gele camelia’s waar ook afvalcontainers van de bar te zien zijn. Stone houdt van dit wisselbad van beelden; het is als een coup de grace voor het eenheidsdecor. In “E strano” laat hij zijn procédé voluit werken : Violetta begint eraan als reclame-icoon van haar eigen parfumlijn Villain om via het standbeeld van Jeanne d’Arc op de Place des Pyramides te eindigen aan een shoarma-tent. Even later vertrekt ze in een witte limousine.
De landelijkheid van het “casa di campagna” van het tweede bedrijf is heel letterlijk te nemen. Met een kruiwagen stormt Alfredo het toneel op voor “Lunge da lei”. Zijn verhit gemoed (“De’ miei bollenti spiriti”) blust hij met de voeten in een kuip met druiven. De koe die te zien was op de première in Parijs heeft Wenen niet gehaald. Juan Diego Florez is een Rossini-tenor en dat is toch wel te licht voor een Verdi-tenor als Alfredo, ook al is het werk nog sterk verankerd in het belcanto. Wat bij Florez altijd ontbreekt is de vurigheid van een jeune premier, dat tikkeltje vocale viriliteit dat voor mij ook een licht baritonale kleur moet hebben in “Lunge da lei” en “De’ miei bollenti spiriti”. Benjamin Bernheim, Frankrijks beste tenor op dit moment, deed het beter in Parijs, met alle toeters en bellen. Bij Florez blijft het bij lammetjespap. Dat was ook zo aan de zijde van Diane Damrau in New York.
Juan Diego Florez als Alfredo © Wiener Staatsoper/Michael Pöhn
Een tractor en balen stro leiden het duet in van Violetta met Vader Germont. Op de videowand krijgen we Violetta’s rekeninguittreksels te zien. Het draaitoneel brengt ons ook aan een kappelletje waar ze toegeeft aan de druk van Germont. Het hoogdramatische afscheid van Alfredo vindt plaats in een Biergarten temidden van keuvelende studenten. Het afscheidsbriefje krijgt hij bezorgd via DHL. Vertegenwoordigt Igor Golovatenko de oude Russische school of heeft de regisseur met opzet conventionele gebaren gevraagd aan de vertolker van Vader Germont? We durven vermoeden dat deze Instagramwereld niet de zijne is. Golovatenko zingt hem met een gave, gecultiveerde stem.
Het koor van de zigeuners en de matadors, hier een travestietenshow met kleurrijke freaks en niet meteen het hoogtepunt van deze productie, komt beter over dan in Parijs. Alfredo test zijn geluk in het spel met blackjack online.
Erg geslaagd is ook het hele derde bedrijf. “Addio del passato” brengt Violetta langs het beeldenboek van haar prille liefdesleven met Alfredo. Dat doet ze in haast choreografische bewegingen in relatie tot foto’s op de videowand of met echte acteurs die ze erbij droomt. Yende weet ook hier weer een hoogtepunt van te maken. Details worden soms handig uitvergroot zoals wanneer ze zegt : “Hier, neem dit beeld van mij” en we een signature foto te zien krijgen van de fraaie influencer op de videowand. Ook de finale kan ontroeren, niet vanwege “Parigi o caro” want daarin stelt de tenor van dienst weer eens teleur, maar vanwege Violetta’s transfiguratie in Wagneriaanse zin: doorheen een spleet stapt ze op een stralende lichtbundel toe, de anderen in duisternis achterlatend. Misschien brengt een alien haar wel naar een andere planeet, wie weet ?
Giacomo Sagripanti geeft een dynamisch extreme lezing van het werk. Dat gaat haast nooit ten koste van de zangers. De Wiener Philharmoniker hebben daarbij plaats genomen in de orkestbak zoals in pre-corona tijden. Bijna niemand draagt een mondkapje en de dirigent al helemaal niet. Dat was in Parijs (Aida) en Milaan (Salomé) onlangs toch even anders. Ongelooflijk toch, wat een schijtlaarzen Michele Mariotti en Riccardo Chailly wel zijn! Om nog maar te zwijgen van het signaal dat ze daarmee geven aan de toeschouwer thuis. Beide huizen zijn al maanden dicht en er is geen publiek aanwezig. Heeft iemand het ventilatiesysteem afgezet misschien?
Pretty Yendi als Violetta © Wiener Staatsoper/Michael Pöhn
La Traviata is weer te zien op 20 maart. Volg deze link.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten