zaterdag 13 november 2021

Verdi en Wagner. Deel 3.
Enkele biografische schetsen

Busseto - Teatro Giseppe Verdi

DE HEILIGE EN HET MONSTER

"Toen ik het bewijsmateriaal onderzocht dat ik uit vele openbare en particuliere archieven had verzameld, moest ik veel van wat decennia lang als 'waarheid' was aangenomen, opnieuw evalueren. Weinig inspanningen in mijn leven hebben me zoveel pijn gedaan, omdat ik intellectuele eerlijkheid moest afwegen tegen loyaliteit aan vrienden en mogelijke schade aan de reputatie van de componist, die evenzeer op legende als op waarheid was gebaseerd. Soms leken de conclusies die ik trok bijna niet te geloven, maar toch denk ik dat de documenten die conclusies rechtvaardigen."
(MARY JANE PHILLIPS-MATZ, Verdi. A biography, 1993)

Behalve het feit dat Verdi en Wagner in hetzelfde jaar zijn geboren zijn er nog wel meer parallellen te trekken tussen beide levens : beiden waren anti-clericaal, beiden waren nationalisten die hun patriottisme een plaats gaven in hun werk, beiden waren vervuld van een diepe liefde voor het theater en voor Shakespeare, beiden boekten hun eerste succes in 1842 (Verdi met Nabucco, Wagner met Rienzi), beiden kenden ze hun “galeijaren”, beiden lieten ze een werk van bakstenen achter, Verdi het Casa di Riposi, Wagner het Festspielhaus in Bayreuth.

Waarin ze echt verschillen is : terwijl Wagner voortdurend zichzelf ensceneert, heeft Verdi over zijn leven altijd de grootste terughoudendheid in acht genomen. Een publieke autobiografie zoals Wagner die voor Koning Ludwig geproduceerd heeft, was voor Verdi een ondenkbare inbreuk op zijn privacy. Die beschermde hij maniakaal. Slechts weinigen werden toegelaten tot zijn private kring en wie het waagde om in het openbaar over de intimiteit van zijn/haar band met de componist te spreken zag zich onmiddellijk verbannen uit zijn gunst.

Tot op vandaag doet Verdi er zijn voordeel mee : hij is erin geslaagd om vele potjes gedekt te houden. Dat terwijl Wagner niet alleen een autobiografie produceerde maar zijn vrouw vanaf 1869 ook nog toestond om een dagboek bij te houden zodat wij vandaag nog kunnen lezen dat hij aan de koffietafel grapjes maakte over het verbranden van joden. Is het dan verwonderlijk dat velen Wagner nog steeds zien als "een torenhoog genie maar een zeer nare man" zoals E.J. Hobsbawm het ooit formuleerde, terwijl Verdi lange tijd onaantastbaar kon blijven als monument van humaniteit. Hoog tijd dus om Verdi eens wat menselijker te maken. Daarna oordeelt u zelf maar wie het monster is en wie de heilige.

Hoewel we veel weten over zijn professionele carrière, weten we zo goed als niets over zijn eerste huwelijk met Margherita Barezzi, en niet zo heel veel meer over de cruciale periodes in zijn leven met zijn tweede vrouw Giuseppina Strepponi. De crisis in zijn tweede huwelijk veroorzaakt door Teresa Stolz, is onderzocht geworden maar blijft verbijsterend onduidelijk. Kort samengevat, Verdi’s sexueel leven is een gesloten boek, zegt Verdi-biograaf John Rosselli.

Niemand leek de authenticiteit van het officiële portret dat van Verdi bekend was in twijfel te trekken tot Frank Walker de Verdi-entry schreef in Grove (1954) en later met zijn biografie "The Man Verdi" (1962) zich concentreerde op een aantal onbelichte aspecten van Verdi's leven, zoals zijn jeugd, zijn relatie met Giuseppina Strepponi en de eigenaardige driehoeksverhouding tussen Verdi, dirigent Angelo Mariani en diens verloofde, de sopraan Teresa Stolz. Zelfs na Walker bleef de man Verdi een mysterie, schrijft Andrew Porter in zijn voorwoord tot de biografie van Mary Jane Phillips-Matz.

Phillips-Matz is vooral bekend van haar monumentale Verdi-biografie, die in 1993 verscheen bij Oxford University Press. Het boek was het resultaat van meer dan 30 jaar research. Daarin schreef ze alles neer wat er op grond van primaire bronnen over Verdi te zeggen viel. Onvermijdelijk stuitte zij daarbij op zaken die niet bij het heiligenleven paste dat sommigen van Verdi’s biografie hadden gemaakt, en ook niet bij de mede door hem zelf geschapen en gekoesterde legendes. Phillips-Matz was medeoprichtster van het American Institute for Verdi Studies, een onderzoekscentrum aan de New York University. Haar biografie ligt aan de basis van de hiernavolgende analyse.

Ik zou niet weten waarom ik de man Wagner een onaangename man zou moeten vinden. Eén keer ging hij echt in de fout, dat was toen hij loog over zijn verhouding met Cosima von Bulow tegen Koning Ludwig. Die leugen was weliswaar onvermijdelijk geworden omdat hij zich in nesten had gewerkt door zich met de Münchense politiek in te laten. Verdi anderzijds nam wel vaker een loopje met de waarheid. Zo is zijn verslag over de dood van zijn beide kinderen en van zijn eerste vrouw niet juist. Aan zijn biografen vertelde hij dat ze alle drie stierven in 1840 binnen een tijdspanne van 3 maand terwijl de kinderen in 1838 en 1839 stierven en zijn vrouw in 1840. Waarom hij dat deed weten we niet. In april 1890 zegt hij in het publiek dat Otello, dat hij 3 jaar vroeger had beëindigd, zijn laatste werk was, terwijl hij op 17 maart al het eerste bedrijf van Falstaff had afgewerkt.

John Rosselli schrijft : "Ik heb niet veel op met de man Verdi, in het bijzonder met de autocratische rentenier-annex-landeigenaar, parttime componist, en schijnbaar fulltime brombeer en reactionair criticus van de latere jaren, vanaf ongeveer 1860; toch heeft het mijn bewondering en respect voor hem verdiept, ja zelfs mijn vertrouwen. Verdi is in fundamentele zin te vertrouwen: er loopt een diepe integriteit door zijn leven, die zelfs voelbaar is wanneer hij onredelijk is of ongelijk heeft".

Villa Verdi in Sant'Agata

DE SHYLOCK VAN SANT'AGATA

Vanaf Nabucco is Verdi beroemd en kan hij, als “de meest zakelijke van alle componisten”, zijn vermogen opbouwen. Met de strictheid van een echte Shylock zal hij er steeds voor zorgen dat elke stuiver binnenkomt van iedereen die hem iets schuldig is. Zijn eigen familie zal hij daarvoor niet ontzien zoals de traumatische gebeurtenissen van 1851 aantonen.

Aan het einde van zijn leven heeft hij een kapitaal van ongeveer 50 miljoen gulden bij elkaar gecomponeerd, zo becijferde de Volkskrant; het geld werd voor het grootste deel gestoken in landbouwbedrijven rond Sant' Agata. Een groot deel van de erfenis ging naar liefdadige instellingen, met als voornaamste begunstigde het Casa di Riposi voor armlastige kunstenaars in Milaan.

Wagner is het tegendeel van een businessman. Door zijn meedogenloos gebrek aan bereidheid tot compromissen schiet hij zichzelf herhaaldelijk in de voet en verspeelt hij kansen. Terwijl Wagner geobsedeerd is door de realisatie van zijn artistieke koortsdromen lijkt het wel of het Verdi's primaire obsessie is om zijn landgoed te vergroten. “Als ik hier nog een paar jaar kon blijven, zou ik een zak van deze heilige, heilige munten kunnen meenemen”, schrijft hij aan Donna Giuseppina Appiani.

FAMILIECRISIS

In 1849 betrekt Verdi zijn huis in het landelijke Bussetto samen met Strepponi. En de relatie gaat over de tongen. Strepponi was bijna onzichtbaar en leefde als een non in afzondering. Niemand kon haar zien als ze kwam en ging, als ze in en uit Verdi's koets stapte op de afgesloten centrale binnenplaatsen van Palazzo Cavalli en Sant'Agata en reed, zoals veel mensen deden, met de gordijnen omlaag. Zolang zij in het huis bleef en niet in het openbaar rond Busseto werd gezien, was Verdi veilig, verschanst achter zijn vier muren. Waarom laat Verdi haar deze prijs betalen? Hij had zijn landgoed net zo goed ergens anders kunnen kopen. Nee, zegt Rosselli, Verdi moest en zou het landgoed hebben waar zijn voorouders eeuwenlang als pachters hadden geboerd.

Was het niet volkomen normaal dat Verdi's vrome vader, van wie Strepponi later schreef dat hij dagelijks naar de mis ging en 's avonds naar de kerk terugkwam om de rozenkrans te bidden, zich ongerust zou hebben gemaakt over het feit dat er een vrouw met een bedorven reputatie in huis was, of Verdi nu met haar getrouwd was of niet? Wanneer het tot een breuk komt met Verdi's ouders, heeft Strepponi ongeveer zestien maanden in Palazzo Cavalli gewoond. Uit haar brievenboeken en correspondentie weten we dat ze daar zeer slecht behandeld werd. In feite verslechterde de situatie in Busseto gestaag. Niemand was zeker van haar wettelijke status, want Verdi vertelde blijkbaar niemand of hij met haar getrouwd was of niet. Hij leefde vrijwel in afzondering; zoals hij Piave vertelde, ontving hij niemand behalve Antonio en Giovannino Barezzi. Zijn enige gasten, voor zover wij weten, waren Piave en Brenna.

Maar Verdi en Strepponi waren ongelukkig, beledigd door de nieuwsgierigheid van de buren. Ze ontwikkelden een belegeringsmentaliteit, de aanvallen afwerend van alle kanten. Verdi's woede lijkt zich vooral op zijn vader te hebben gericht, hoewel hij de beledigingen van andere Bussetanen aan zijn adres nooit zal vergeten. Carlo Verdi had alle reden om te protesteren, want net toen hij en zijn zoon ruzie kregen over het beheer van Verdi's bezittingen, waarvan een deel niet had kunnen worden verworven en onderhouden zonder Carlo Verdi's hulp, ontstond er een verscheurende familiecrisis.

In januari 1851 doet Verdi het ondenkbare en verbreekt de relatie met zijn ouders. Hij neemt notaris Ercolano Balestra onder de arm om een document op te stellen waarin de scheiding van zijn ouders wordt vastgelegd. Hij geeft zijn vader en moeder opdracht de boerderij in Sant' Agata te verlaten en vraagt hen binnen ongeveer 8 weken te vertrekken, zodat hij er eind februari zelf kan intrekken. Er ontstaat zo'n heftige controverse dat hij en zijn ouders niet meer met elkaar spreken en alleen nog via Balestra communiceren. Verdi had een zware schuld bij zijn vader; hoewel er geen melding wordt gemaakt van een regeling van hun zaken op dat moment, had Carlo Verdi alle reden om zijn zoon zijn schulden te zien afbetalen, want hij was niet in staat om in zijn eigen behoeften te voorzien.

Na bijna 38 jaar van opoffering en het delen van het leven van hun zoon, stonden Verdi's ouders op het punt uit Sant'Agata gezet te worden, terwijl zij hem het landgoed hadden helpen kopen, op een moment dat hij overstelpt werd door schulden en achterliep met de betalingen die hij had toegezegd voor deze eigendommen. Zijn ouders verkeerden nu zelf in ernstige financiële moeilijkheden en konden de huur van het huisje van Pietro Allegri in Vidalenzo, waar zij wilden gaan wonen, niet meer betalen. Carlo Verdi was toen 65, Verdi's moeder was 63 en ziek. Op een leeftijd waarop zij hadden kunnen hopen de roem van hun zoon te delen en er samen met hem van te genieten, zagen zij hoe hij zich opmaakte om zijn maîtresse naar Sant 'Agata te verhuizen, terwijl Carlo Verdi, ontdaan van zijn volmacht, zich dagelijks dieper in de schulden stak.

Wanneer Verdi en zijn vader op 29 april 1851, na maanden van bittere onenigheid, tot een definitieve regeling van hun verplichtingen komen, is Verdi Carlo Verdi 2.305 lire verschuldigd. Dat cijfer spreekt voor zich. Verdi's moeder sterft in Vidalenzo. Haar dood brengt Verdi in een soort emotionele shock, misschien verscheurd door schuld of wroeging, maar ook door verdriet.

Giuseppina Strepponi - Giuseppe Verdi

GIUSEPPINA STREPPONI

Toen Verdi Giuseppina Strepponi leerde kennen, was ze nog geen dertig, maar ze had haar stem toen al kapot gezongen. Een reeks verhoudingen had geresulteerd in drie onwettige kinderen, van wie niet in alle gevallen vaststond wie de vader was. Alle drie de kinderen liet ze achter in weeshuizen. Zo beviel ze op 9 februari 1839 van een meisje. Drie weken lang zal ze de baby verzorgen. Op 28 februari wordt de pasgeborene onder de naam Sinforosa Cirelli achtergelaten in het tourniquet voor achtergelaten zuigelingen van het Ospedale degli Innocenti. Dit was Giuseppa Faustina. We weten niet of Strepponi haar ooit nog heeft gezien. Camillo Cirelli, die er helemaal niet zeker van was dat hij de vader was, aanvaardde het vaderschap. Hij geloofde ook dat hij de vader was van het eerste kind van de sopraan, Camillino, die in januari 1838 in Turijn was geboren. Op 4 nov 1841 bevalt Strepponi van een andere dochter, Adelina Rosa Maria Theresia Carolina Strepponi. Hoewel de sopraan schriftelijk had laten weten dat ze met haar nieuwe baby naar Venetië zou gaan, waar ze beter verzorgd zou kunnen worden, liet ze de pasgeborene achter bij een arbeidersechtpaar in Triëst. Voor zover bekend heeft Strepponi haar dochter nooit meer gezien. Ze stierf aan dysenterie op 4 oktober 1842 en stond bekend als Adele Strepponi. Het is mogelijk dat er een vierde kind werd geboren terwijl Strepponi in Milaan was, want het patroon van de tijd die uit haar schema werd gehaald komt precies overeen met andere perioden van herstel van zwangerschappen. Dit was dus Verdi's grote prima donna sopraan: de 26-jarige moeder van 3 of 4 buitenechtelijke kinderen, van wie de oudste in 1842 net 4 jaar was geworden.

SANTA STREPPINI

De moeder van Santa Streppini werd zwanger rond eind juni of begin juli in 1850 en kon haar toestand niet verborgen hebben gehouden tegen het eind van het jaar, net op het moment dat er zich een afgrond opende tussen Verdi en zijn ouders. Was Strepponi zwanger, dan zou dit de oorzaak kunnen zijn geweest van de omwenteling in Verdi's familieleven in 1850 en 1851, waardoor lang gevestigde, stabiele relaties werden verbroken en de componist zich volledig van zijn ouders afkeerde en zelfs vervreemd raakte van de Barezzi’s. De geschiedenis van Santa lijkt sterk op die van het tweede kind en derde kind van Strepponi. Elk document dat betrekking heeft op Santa Streppini doet vermoeden dat zij één van Strepponi's in de steek gelaten kinderen was, meent Phillips-Matz.

“Zoals de meeste schrijvers over Verdi kan ik Mary Jane Phillips-Matz's theorie niet aanvaarden dat het meisje dat in 1851 naar het weeshuis van Cremona werd gestuurd en als Santa Streppini werd geregistreerd, op een moment dat Strepponi en Verdi niet ver weg in afzondering leefden, mogelijk of waarschijnlijk hun kind was. Om dit te aanvaarden moet men veronderstellen dat Strepponi en Verdi in staat waren te denken dat de verandering van één klinker voldoende vermomming zou zijn. De rest van het bewijsmateriaal van Phillips-Matz is indirect en kan gemakkelijk op andere manieren worden verklaard.”, zegt Rosselli.

In 1851 was Verdi een internationale beroemdheid die volgens de wet van de tijd ook stiefvader en voogd van Strepponi's buitenechtelijke kinderen zou zijn geworden, waarvan er slechts één (Giuseppia Faustina) was toegewezen (op basis van valse documenten) aan een echtpaar dat loog toen zij beweerden haar ware en wettige ouders te zijn. Was dat de reden waarom de Verdi’s pas trouwden op 29 augustus 1859 ? Misschien wenste Verdi niet wettelijk verantwoordelijk te zijn voor Camillino, die 21 was geworden in januari 1859. Vier jaar later zal de jongen sterven als een liefdadigheidsgeval in het Santa Maria delle Grazie ziekenhuis in Siena. Nergens in Verdi's of Strepponi's overgeleverde correspondentie is er een verwijzing te vinden naar zijn dood.

Een vergelijkbare geschiedenis met een buitenechtelijk kind doet zich ook voor in de biografie van Wagner: Wagners eerste vrouw Minna Planer, was op jeugdige leeftijd verleid geworden door een heer van stand, een zekere Ernst Rudolf von Einsiedel. Als 17-jarige schonk zij het leven aan een meisje, Natalie, maar voor de buitenwereld werd zij opgevoerd als haar zuster. Wagner kende de ware toedracht zoals te lezen staat in Mein Leben maar respecteerde Minna’s geheim zolang ze leefde. Na haar moeders dood probeerde Natalie te leven van verhuren van kamers en Wagner, die geen bijzondere band met haar had, hielp haar met een toelage van 120 thalers per jaar, en dat niettegenstaande zij weigerde om hem de 400 brieven terug te bezorgen die hij aan zijn vrouw had geschreven. Na veel aandringen zond ze hem 269 brieven maar hield een reeks brieven achter. Wagner moet geweten hebben dat zij brieven achterhield en stopte haar toelage van zodra ze trouwde. Wanneer Natalie kort daarop weduwe wordt en in een armenhuis terecht komt laat Wagner haar een uitkering toekomen van 3000 mark. In een brief van 17 mei 1882 spreekt ze haar oprechte dankbaarheid daarvoor uit. Tien jaar lang zal ze in het armenhuis verblijven en door Wagners weduwe Cosima, onderhouden worden.

Intocht van Napoleon III en Victor Emmanuel II in Milaan

VADERLAND

Wagner is voor de eenmaking van Duitsland, Verdi voor de eenmaking van Italië. Vaak wordt Wagner zijn nationalisme verweten. Niet zo bij Verdi. Integendeel zelfs: lange tijd heeft men van Verdi een grotere nationalist gemaakt dan hij eigenlijk was. Vanaf Nabucco werd hij een symbool van het Risorgimento, het streven naar de Italiaanse eenheid en onafhankelijkheid. Tot diep in de negentiende eeuw werd er bericht dat “Va pensiero”, het beroemde slavenkoor, wilde taferelen opriep van nationaal bewustzijn. Roger Parker heeft aangetoond dat die in het premièrejaar 1842 geen speciale opwinding veroorzaakte en dat dit zelfs tot in de revolutionaire jaren 1848 niet het geval was. Pas na de Italiaanse eenmaking ging men dat erin zien en groeide “Va pensiero” uit tot een soort nationale hymne. De meest bekende legende rond Verdi als icoon van het Italiaans nationalistisch bewustzijn was de slogan “Viva Verdi (als afkorting van Viva Vittorio Emmanuele Re D'Italia”). Die was gedurende enkele weken aan de Milanese Scala te horen geweest in 1859 maar was niet de populaire slogan die men ervan gemaakt heeft na de unificatie.

Terwijl Wagner tijdens de revolutionaire jaren 1848 zijn hele verdere leven en carrière op het spel zet en daarvoor 10 jaar ballingschap moet uitzweten, brengt Verdi de hele revolutionaire periode van 1848-49 door in Parijs, niet meteen een bewijs van zijn toewijding aan Italië. Nieuws over de revoluties maakte hem enthousiast en dat enthousiasme was beslist oprecht maar het was voor hem geen hoofdzaak. Hoofdzaak was geld verdienen. In mei kwam hij terug naar Italië om zijn landgoed te kopen om onmiddellijk daarna terug te verdwijnen naar Parijs.

Na een ontmoeting met Mazzini in 1848 gaat Verdi akkoord om een nationale hymne te schrijven maar er komt niets van. Uiteindelijk schrijft Verdi “La battaglio di Legnano”, voor Rome. Het was Verdi’s enige werk dat openlijk nationalistisch was, ingegeven door de omstandigheden en waarvan de première aanleiding gaf tot patriottische demonstraties in de straten. Verdi verblijft één maand in Italië en verdwijnt opnieuw naar Parijs. Verdi zal ook nog een tijdje in het parlement zetelen. Wagner die pro forma in het parlement zou plaatsnemen en daar zijn mond zou houden, het is ondenkbaar.

FRATE LASAGNE : HET GEVAL MARIANI

In 1857 wordt Verdi nauw bevriend met Angelo Mariani, zonder twijfel één van de beste dirigenten van zijn tijd. In 1871 zal hij verantwoordelijk zijn voor de geslaagde introductie van Wagner in Italië door de première van Lohengrin te dirigeren in Bologna. Het is niet duidelijk of dat meespeelde in de afkeer die de Verdi's mettertijd zijn gaan ontwikkelen voor Mariani, maar het kan zeker niet worden uitgesloten.

Er zijn 229 brieven bewaard van Mariani in Sant'Agata, velen van enorme lengte, uit de jaren 1858-70. Deze zijn essentieel voor het begrijpen van zijn betrekkingen met Verdi. Alleen door ze in hun geheel te lezen kan men een duidelijk beeld krijgen van deze man, in zijn grenzeloze toewijding aan Verdi. Mariani vereerde Verdi en zou zich in stukken hebben laten hakken om hem een plezier te doen. Bezorgd over de cholera-epidemie die in 1865 in Italië woedde, schreef Mariani: "Als de cholera mij doodt, zult u mijn Requiem-mis schrijven. Ik zeg u de waarheid: ik zou heel blij zijn te sterven, zodat Italië en de wereld zo'n mooi geschenk van u zouden krijgen.”

Een dergelijke houding van intens respect en toewijding was een eerste vereiste voor elke hechte vriendschap met Verdi. Mariani’s voortdurende liefde en verlangen om Verdi te dienen zijn bijzonder ontroerend. Verdi noemt hem Testa Falsa, "sufkop" zeg maar. Het is onmogelijk te geloven, na het lezen van brieven als deze, dat Mariani Verdi probeerde te verdringen in de operahiërarchie door Meyerbeer of iemand anders te verheerlijken. Verdi zou dat later insinueren in een brief aan Mariani.

Verdi’s vriendschap met Mariani had reeds vóór 1853 het niveau "Tu" bereikt; maar in 1857, 1858 en 1859 begonnen de componist en de dirigent van elkaar afhankelijk te worden voor nieuws en gedachtewisselingen over theaterzaken en politieke zaken. De componist gaf Mariani allerlei karweien, waaronder de verzending van geweren, beeldhouwwerken, sinaasappelbomen, magnolia's, meubelen, kunstwerken en kledingpatronen. Mariani deed de ene boodschap na de andere, gehoorzaam aan Verdi's verzoek, vaak moest hij daar veel tijd en energie in steken. Verdi genoot enorm van Mariani's gezelschap. Niet veel huisgasten kon gevraagd worden om tien jonge bomen, een marmeren beeld van een meter hoog en een geweer mee te nemen, samen met de eigen bagage. Maar voor Verdi en Mariani was dit soort verzoeken een essentieel onderdeel van hun vriendschap. Verdi gaf bevelen en Mariani gehoorzaamde.

Mariani blijkt behoorlijk neurotisch te zijn geweest, getekend door enkele masochistische trekjes en een onhandig onvermogen om beslissingen te nemen. Hij dirigeert de Italiaanse première van Don Carlo in 1867 en wordt verliefd op de Elisabetta uit de cast, Teresa Stolz. Beide verloven zich in de lente. Maar ook Verdi wordt verliefd op Stolz. Was het jaloersheid die de relatie tussen beide erg ging verzuren? Wanneer hij Verdi’s plan om een requiemmis voor Rossini uit te voeren door zijn getreuzel in de war stuurt, komt het tot een breuk. Verdi begint Mariani's reputatie als integer man aan te tasten in de kring van zijn naaste vrienden en slaagt er zelfs in een wig te drijven tussen de dirigent en mensen die hij al jaren kende.

De première van Lohengrin, aangekondigd voor het herfstseizoen van het Teatro Communale in 1871 betekende voor de dirigent uitzonderlijk veel extra werk. Aanvankelijk was hij tegen het project, maar geleidelijk aan accepteerde hij het en begon hij de opera te bewonderen, een feit dat in Sant' Agata werd neergezet als anti-Verdi, anti-Ricordi en anti-Italiaans. Verdi, Strepponi en Corticelli ontvingen van de stadsambtenaar een verslag van de vergadering waarop besloten werd om deze Lohengrin uit te voeren; hun informatiebron was Luigi Monti, de agent van Ricordi in Bologna. In Monti's verslag is een samenvatting opgenomen van wat Mariani tijdens de vergadering had gezegd: "Lohengrin moet worden gegeven" en "het productieteam was al gekozen voor de impressario van de Communale”. “Deze kameleon, Mariani,” zoals Monti hem noemde, “was een artiest die alle respect verdiende, maar als mens was hij de verachtelijkste die er bestond... Ik heb nooit gedacht dat hij zo'n schurk was; ik heb altijd gezegd dat hij als man een clown is, een vreselijke prater, maar ik zou hem nooit zo tweeslachtig en sluw hebben gevonden"

De cast van Lohengrin o.l.v. Angelo Mariani

Lohengrin in Bologna, op 1 november, schreef operageschiedenis. Het was een sensationeel succes en Bülow zelf had, na meer dan één uitvoering gehoord te hebben, veel lof voor Mariani. Wagner stuurde zijn portret, met de inscriptie: Evviva Mariani!!!". Deze triomf werd behaald ondanks intens lijden, fysiek en moreel. Nadat Stolz twee weken doorbrengt op Sant’Agata, verbreekt ze haar verloving met Mariani. Mariani's wereld stort rondom hem in. Het is moeilijk om niet te geloven dat zij dit deed naar aanleiding van wat daar over hem tegen haar werd gezegd. "Wie had ooit kunnen zeggen dat mijn vrienden, de twee mensen die ik vereerde en liefhad (...) samen zouden hebben gehandeld om mij te behandelen zoals zij hebben gedaan!!!", schreef de ongelukkige dirigent. Verdi bezoekt Lohengrin op 19 november. s’Morgens ontmoet Mariani hem toevallig in het station. Wanneer hij de componist zoals vanouds met zijn valies wil helpen, grijpt Verdi die van hem af en weigert elke poging om een gesprek aan te knopen. Dit kleine incident is onuitsprekelijk triest. Ze zouden mekaar nooit meer zien.

Eén van de meest onaangename kenmerken van de latere relatie van de Verdi's met Mariani is hun weigering om te geloven dat er iets ernstig mis was met hem. Mariani leed aan blaaskanker die de laatste jaren van zijn leven tot een hel maakte. Hij had constant pijn en kon, ondanks morfine, niet slapen. Ondanks de ondraaglijke pijn sleepte hij zich naar het theater voor de repetities en de vier voorstellingen per week van Lohengrin. In de kranten verschenen berichten over zijn gezondheidstoestand en tenslotte raakten zelfs Verdi en Giuseppina ervan overtuigd dat zijn kwalen niet allemaal denkbeeldig waren. Maar de Verdi’s lieten Mariani creperen als een hond. Zo probeerden ze hem uit Palazzo Sauli-Pallavicino te zetten waar de dirigent kamers huurde van de Verdi’s. Mariani, te ziek om te verhuizen, bleef waar hij was.

Mariani sterft op 13 juni 1873 na maanden van afschuwelijk lijden. In de 18 maanden daarvoor hadden de Verdi's eindelijk erkend dat hij ziek was, maar Strepponi was aan de vooravond van zijn dood nog steeds in staat om venijnig over hem te schrijven. Verdi, zo schreef ze, had Marchesa Pallavicino's poging om vrede te stichten tussen de "twee oude vrienden" begroet met een uitroep van afkeer. Er wordt gezegd dat Verdi, toen hij hoorde van het overlijden van de dirigent, opmerkte: "Wat een verlies voor de kunst!" Zo’n totaal gebrek aan empathie heb ik in heel de biografie van Wagner nooit aangetroffen.

Bronnen :
1. John Rosselli, The Life of Verdi, Cambridge University Press, 2000
2. Mary Jane Phillips-Matz, Verdi. A Biography, Oxford University Press, 1993
3. Frank Walker, The Man Verdi, The University of Chicago Press,1962
4. Bart Tromp, Giuseppe Verdi wordt nu toch wat menselijker, De Volkskrant 24-12-1995

Geen opmerkingen: