zondag 30 augustus 2009

Ook Wagner was, zoals Laura, een autodidakt

Johan Sanctorum

Onze dolgedraaide samenleving van de kick schuwt het echte avontuur


Uitgerekend in het jaar van Charles Darwin –u weet wel, de man die zijn revolutionaire wetenschappelijke inzichten opdeed tijdens een wereldreis per boot- waagt een tienermeisje het om dat exploot over te doen. Zomaar, omdat ze er zelf de tijd rijp toe acht, niet omdat regels of programma’s dat voorschrijven of om records te breken. Het verhaal heeft Wagneriaanse en vitalistische dimensies, daarom plaats ik het hier.
Haar instinctieve Wanderlust is in onze moderne samenleving moeilijk te plaatsen. O jawel, we gaan jaarlijks op vacantie naar het zuiden, we slaan op de vlucht voor alles, vooral voor onszelf; we vergapen ons aan semi-fictieve Robinson-toestanden op TV; de woorden “uitdaging” en “avontuur” zijn dé clichés geworden van een hyperkinetische prestatiemaatschappij. Maar momenten waarop een eigenzinnige tiener echt wil doorzetten en een eigen marsrichting kiest, het weze intellectueel, cultureel, of gewoonweg de boot op en het zeegat in, dan komen ineens de wetten, practische bezwaren en veiligheidsprotocollen naar boven die onze samenleving zo complex maken. Is men echt zo bezorgd om dat meisje, of voelt het systeem zich gepasseerd?

Ik denk veeleer het laatste. De actuele veiligheidsobsessie en de overbescherming van tieners in het post-Dutroux-tijdperk lijkt vooral in dienst te staan van een postmodern, betuttelend conformisme (“het gevaar loert overal, dus blijf op de rechte weg”), daaraan gekoppeld natuurlijk de mogelijkheden van een commerciële strategie gericht op een belangrijke, zeer beïnvloedbare markt, door de amusementsindustrie (vooral de popmuziek) aangestuurd. De jeugd is een cruciale doelgroep voor marketeers, die laat je niet zomaar vertrekken.
Het element “vrijheid” is daarin zeer problematisch en hypothetisch. Onder het mom van totale willekeur en normenloosheid wordt het jonge individu permanent gekneed, gemodelleerd en gebrainwashd, waardoor er überhaupt zoiets als een jongerencultuur mogelijk is. In zo’n constellatie besluit dan iemand om alleen de wereld over te zeilen in plaats van naar Pukkelpop te gaan. Intrinsiek getuigt dat van een subversiviteit die, om nog eens Darwin in herinnering te brengen, aantoont dat de menselijke geest het best sprongsgewijs functioneert in plaats van gezapig het vaste spoor te volgen.

Er is geen enkele reden om de eigenzinnigheid van grote geleerden of kunstenaars los te koppelen van de hormonale processen die zich in Laura’s interne keuken afspelen. Dat wat de filosoof Nietzsche zag als een aan de mens inherente boosaardigheid om te tarten, te negeren en te verbreken, is dezelfde drift die tieners doet weglopen, mensen hun job doet opzeggen of Einstein naar de relativiteitstheorie voerde. De afwijking is het enige dat ons kan redden. Via heel veel mislukkingen, uiteraard,- het instinct is geen toverpad.


De mythe van de puberteit


13 jaar, het is een sleuteljaar in iemands leven. Toen ik twaalf was pakte ik zonder veel na te denken mijn fiets en reed van Antwerpen naar Oostende, mijn geboortestad. Mijn ouders hielden me niet tegen, ze hadden toch niet gekund. Uiteraard niet te vergelijken met de wereldreis van Laura, want misschien nog veel gevaarlijker: achter elke boom kon er wel een Dutroux staan, en ik gebruikte de toenmalige steenweg van Antwerpen naar Gent, berucht als de “dodenweg”. Toch is 12 de leeftijd waarop kinderen klaar zijn om met gevaar om te gaan, hetgeen in traditionele culturen zoals die van de Masai bezegeld wordt met een jachtproef (op zijn beurt met de sexuele inwijding verbonden).

Doordat de moderne samenleving echter de puberteit verlengt tot 18 jaar, ontstaat er een vacuüm inzake psychosociale ontwikkeling tot zelfstandigheid Er bestaat een sexuele gedoog-vrijheid die niet existentieel kan ingevuld worden,- het is een pure prutserij van geslachtsdelen bij tieners die voor de rest als baby’s gepamperd blijven. De neurotische situatie van de adolescent is het gevolg van een decalage tussen fysieke maturiteit en gedwongen psychische immaturiteit die in de school wordt gecultiveerd. De vrijheid van de tiener is leeg en risicoloos, hij maakt deel uit van het post-’68-syndroom. Ze mogen alles, omdat niets ertoe doet. Daarom vervelen jongeren zich ontzettend, hangen rond, worden baldadig. Er is geen eigenlijke initiatie, geen verlokking van het avontuur, enkel een planmatig “leerproces” met examens en diploma’s, en daar tussendoor een hedonistische leegte.

De verlengde leerplicht en het verbod tot zelfstandigheid creëren als vanzelf Oedipale spanningen die weerom moeten afgeleid worden naar de roescultuur van popmuziek en drugs. Het feit dat ouders sterk ontmoedigd worden om hun kinderen zelf op te voeden, als alternatief voor het publieke onderwijssysteem, maakt duidelijk dat de familie op zich, als oer-tribaal substraat, niet meer gerechtigd is om in te grijpen in dit bureaucratisch systeem van verlengde adolescentie zoals het publiek onderwijs dat cultiveert, zie bij voorbeeld het tijdschrift “Klasse”. Ook zelfstudie en autodidactisme horen eigenlijk niet thuis in een veralgemeende bureaucratie die voor iedereen “trajecten uitstippelt” en elke burger pedagogisch wil “begeleiden”.
Laura wil in haar bootje tijdens de kalme uren nochtans wel degelijk studeren en achteraf een soort middenjury-examen afleggen, maar daar willen de Nederlandse leerplichtambtenaar (het woord alleen al), staatssecretaris Van Bijsterveld van Onderwijs en de Kinderbescherming niet van horen. Laura moet schoolgaan en de middelmatigheid ondergaan. Laura moet socialiseren en zich aanpassen. Het is een dwang die niets te maken heeft met bezorgdheid om haar fysieke of mentale integriteit, maar alles met de ijver van een systeem om jongeren klaar te stomen voor een gepreprogrammeerd leventje waar alles gebeurt zoals het te verwachten is. De school is zo saai en abstract als het leven van Jan Modaal zelf. De kennis, gecompileerd in dikke leerpakketten, is voor de meesten nooit een vertrekpunt voor een autonoom traject maar integendeel een doelloos weten, iets dat je uitspuugt op een examen. Wat heeft de school ons dan te bieden dat de moeite waard is? Niets. Ik heb er me alleszins rotverveeld, jammer dat ik geen ouders met een mooie zeilboot had. In “Emile, ou de l’éducation” (1762) betoogt de Franse Verlichtingsfilosoof Jean-Jacques Rousseau al dat het leven ons moet wijzer maken, niet de school en het maatschappelijk systeem (Laura in een interview op het Nederlandse jeugdjournaal: “Ik wil gewoon de levensschool volgen”). Vrijwel dadelijk belandde het boek op de index, wegens ondermijnend en staatsgevaarlijk… In dat opzicht is er weinig nieuws onder de zon: de overheid is als de dood voor autodidactisme of voor onderwijs in kleine, oncontroleerbare circuits. In “Deschooling Society” (1971) herneemt Ivan Illich J.J. Rousseau’s ideeën, en stelt dat het geïnstitutionaliseerd onderwijs eenvoudigweg nodig is om het socio-politiek status-quo te handhaven, de reproductie van de instellingen zelf dus, waarin we braaf horen mee te draaien. De onderwijsprogramma’s zijn eigen aan een inert systeem dat zo min mogelijk wil veranderen. De school handhaaft de maatschappelijke orde ten nadele van het (naar verandering snakkende) individu. En daarin is het begin van wat wij als de puberteit aanzien, 12-13 jaar, hét cruciale aangrijpmoment. De mythe van de puberteit is reactionair en regressief. Aankomende pubers mogen dus niet loslopen, hun hormonen moeten in een kleutertuin uitsudderen. Niet zozeer uit schrik voor pedofielen, wel omdat ze, zoals Laura, hun geslachtsrijpheid zouden kunnen vertalen in echte onafhankelijkheid die het systeem en zijn codes op losse schroeven zet. Ik blijf het ondertussen vreemd vinden dat onze supergemediatiseerde maatschappij van de kick en de opwinding het echte avontuur uitsluit. De kick bestaat alleen binnen de grenzen van zijn stimuli,- datgene wat media en publiciteit genereren om de amusementsindustrie in gang te houden.

Daarbinnen kan werkelijk alles. Ik zie dus wel piepjonge voetballertjes door hun ouders opgepept worden om de volwassen voorbeelden in het potstampen te overtreffen. Ik zie ook kind-meisjes van twaalf in hitsige korte rokjes het podium opdraven van het Euro Junior Songfestival. Hop maar, in die charades kan de volwassenheid niet snel genoeg bereikt worden, als beeld en karikatuur. Alleen een dwarse tiener die het zelf wil uitzoeken in een wereldreis-zonder-camera’s, dat kan dan weer niet,- zoiets past niet in de beeldvormingsstrategie van de société du spectacle.

Heel haar stout plannetje, weliswaar nu door de media uitgemolken, heeft dan ook niks uitstaans met de nieuwe totalitaire openbaarheid zoals die bv. in facebook wordt gecultiveerd. Ze heeft de publiciteit niet gezocht, het is veeleer omgekeerd. Ze wil het gewoon allemaal zelf uitzoeken. Haar taal en lichaamsenergie is die van het enkelvoud, de cel, de bark, dobberend op de oceaan, de spiegel van de kosmos. Een ontdekkingsreis naar het onbekende die samenvalt met een reis naar zichzelf. Terug meester worden over zijn/haar eigen lichaam, het is een reconquista die elke prille tiener zou moeten aangaan, tegen de stroom van hypes en trends in die het individu nietig maakt. De boot in dus. Niks geloven, zelf uitzoeken of de aarde echt wel rond is. Ik zou zeggen: Go for it, Laura! Leb wohl! Ook al wordt ze wellicht in de eerste haven onder strenge bewaking terug naar huis gestuurd, toch moet ze vertrekken. Dat alleen al is een overwinning.

vrijdag 28 augustus 2009

Het Summer HD Festival van de Met


Wie niet gelooft dat live-opera in de cinema beter kan zijn dan in het theater, die moet maar eens de moeite doen om Anthony Tommasini van The New York Times te lezen:
It's not over till the HD video is screened

donderdag 27 augustus 2009

Wahnfried krijgt een facelift tegen 2013


Villa Wahnfried, het woonhuis van Richard Wagner in Bayreuth, dat al decennia lang dienst doet als museum, wordt gemoderniseerd. In de komende jaren zal het museum worden gesaneerd en aangevuld met een moderne aanbouw. Tegen 2013 zou dan een meer eigentijdse expositieruimte zijn onstaan. De stichtingsraad heeft het licht op groen gezet om verbouwingswerken te starten waarvan de kosten op ca. 12 miljoen euro werden begroot.

dinsdag 25 augustus 2009

Opus Arte omhelst Bayreuth

Opus Arte, het beste dvd-label op de markt (inhoudelijk zowel als kwalitatief), heeft een langdurig contract afgesloten als partner van de Bayreuther Festspiele. Dat komt als een complete verrassing aangezien Katharina Wagner het jonge BF Medien in het leven heeft geroepen om de opname van haar Meistersinger te commercialiseren. De eerste release wordt Christoph Marthalers Tristan und Isolde, opgenomen tijdens deze zomer. De aangekondigde release van Stefan Herheims Parsifal daarentegen zou niet doorgaan wegens een probleem met de rechten. In plaats daarvan zou de Tankred Dorst productie van Die Walküre in 2010 worden opgenomen. Van Christian Thielemanns Ring zou een audio-versie worden gereleased, ook opgenomen tijdens de Festspiele van deze zomer.

A man of the most amazing self-assurance

Zelden hoor je iemand de enormiteit van Wagners artistieke prestatie roemen. Zijn kleine kantjes dik in de verf zetten des te meer. Een werk als de Ring schrijven over 20 jaar, aanvankelijk zonder enig uitzicht op de zekerheid dat het werk ooit zou worden opgevoerd, het is niet aan iedereen gegeven. Hedendaagse operacomponisten zetten geen noot op papier zonder een opdracht van een bevriende en door de overheid ondersteunde intendant op zak. Waarmee alles gezegd is over de toestand waarin de kunstvorm opera verkeert. Nu goed, John Deathridge deed het met verve in een BBC documentaire die ook op dvd verscheen. Blijkbaar moet je een Brit en dus een de facto ex-vijand van Adolf Hitler zijn om je in deze aangelegenheid zonder schroom te manifesteren. Sir Andrew Davis doet het nu in The Age: 'The Ring is one of the most remarkable achievements of Western culture. The thing I can never get over is how Wagner, in the middle of this huge, vast project, stopped and wrote Tristan and Meistersinger. This says to me, here is a man of the most amazing self-assurance. That he can drop something like The Ring and be confident enough of finishing it later on. Thank God he did.'

maandag 24 augustus 2009

Kent u Nikolai Schukoff?

Ik kende de Oostenrijkse tenor Nikolai Schukoff als een uitstekend performer in het kader van het lichtzinnige genre dat operette heet. U kan hem hier aan het werk zien in één van mijn favoriete operettes, Emmerich Kalmans "Gräfin Maritza" op het festival van Mörbisch in 2004.
Daar wordt u toch een beetje vrolijk van, niet? Groot was mijn verbazing toen ik Schukoff als Parsifal aan het werk zag in het hiernavolgende fragment van januari van dit jaar in de Peter Konwitschny-productie van München. Waarmee ik niet wil insinueren dat Parsifal met operettestemmen moet worden bezet maar dat operettes steeds met grote stemmen moeten worden bezet! Zoals bekend werd de operette in haar bloeiperiode steeds met Wagnertenoren bezet. Kwisvraag : hoeveel Placido Domingo's gaan er in één Schukoff?

zaterdag 22 augustus 2009

De kat van Misha Mengelberg

Omdat ik de opmerking kreeg dat Nora the Piano Cat niet zo muzikaal zou zijn als de kat van jazzpianist Misha Mengelberg, volgt hier het filmpje van Misha's muzikale huisvriend. Wie haalt het? De klassieke of de jazzcat? Oordeelt u zelf!

maandag 17 augustus 2009

Gramophone Awards 2009

De Ring van Kopenhagen kreeg van het Britse tijdschrift The Gramophone een award als beste dvd van 2009.
Meer info:
Gramophone Awards 2009
De box is verkrijgbaar via The Wagner Store.

zondag 9 augustus 2009

Romantiek. Een Duitse affaire

Ik heb al eens gewezen op het nieuwste boek van Rüdiger Safranski, dat onlangs in vertaling verscheen bij Atlas. Ondertussen heb ik er ook wat kunnen in lezen en ik mag wel zeggen dat het voldoet aan de hoge verwachtigen, wat zeg ik, het is een bijbel voor de romantiek. De Wagner/Nietzsche relatie is bijzonder indringend behandeld. De auteur beschikt over een grondige kennis van beide studieobjecten en dat is zelden het geval. Safranski is een auteur die zich niet verliest in academische volzinnen, en ook dat is uitzonderlijk voor een Duitser. Zelden zo'n heldere uiteenzettingen gelezen over zulke complexe materie als in deze boeiende studie. Zeer aanbevolen.

Noot van de uitgeverij:
"Aan het tijdperk van de Romantiek kwam onvermijdelijk een einde. Maar het romantische leeft voort: als geesteshouding in de poëzie, in de muziek, in de filosofie, in het alledaagse leven en niet in de laatste plaats ook in de politiek. Dat is het tweede verhaal dat Safranski vertelt over de ontwikkeling van het romantische tot op de dag van vandaag. Hij gaat via Heine, Wagner, Nietzsche en Mann in op de onrust van de jaren twintig, en gaat ook het misbruik van romantische motieven door het nationaalsocialisme niet uit de weg. Safranski eindigt bij de romantische kant van de beweging van ’68 met de vraag: hoeveel romantiek verdraagt de politiek? "

Een fragmentje uit de slotbeschouwing:
"De Romantiek is een glansvolle periode van de Duitse geest, met een uitstraling naar andere nationale culturen. De Romantiek als tijdvak is voorbij, maar het romantische als geesteshouding is gebleven. Het speelt vrijwel altijd mee als onbehagen in het bestaande en alledaagse op zoek gaat naar uitwegen, veranderingen en mogelijkheden om grenzen te overschrijden. Het romantische is fantasie- en vindingrijk, metafysisch, imaginair, experimenteel, uitbundig, afgrondelijk. Het voelt zich niet tot consensus verplicht, het hoeft niet dienstbaar te zijn aan de gemeenschap, ja niet eens aan het leven. Het kan verliefd zijn op de dood. Het romantische zoekt naar intensiteit, tot lijden en tragiek aan toe. Met dat al is het romantische niet bijzonder geschikt voor de politiek. Wanneer het de politiek binnenstroomt, moet dat met een flinke dosis realisme gepaard gaan. Want politiek moet op het principe van verhindering van pijn, leed en wreedheid gebaseerd zijn. Het romantische houdt van extremen, een verstandige politiek daarentegen zoekt het compromis. We hebben ze allebei nodig: de avonturen van de romantiek en de nuchterheden van een afgeslankte politiek. Wanneer we het gezond verstand van de politiek en de hartstochten van de romantiek niet als twee sferen begrijpen en uit elkaar weten te houden, wanneer we in plaats daarvan naar de ongebroken eenheid verlangen en niet bereid zijn in minstens twee werelden te leven, bestaat het gevaar dat we in de politiek een avontuur zoeken dat we beter in de cultuur kunnen vinden, of dat we omgekeerd van de cultuur hetzelfde sociale nut eisen als van de politiek. Een avontuurlijke politiek is echter net zo min wenselijk als een politiek correcte cultuur."

Beste koop : Webstore Azur

zaterdag 8 augustus 2009

Anja Kampe triomfeert als Isolde

Anja Kampe heeft haar debuut als Isolde niet gemist. De Engelse pers reageert dolenthousiast over haar prestatie in de derde revival van Nikolaus Lehnhoffs magnifieke productie voor Glyndebourne.

PERSECHO'S :
The Independent
The Guardian
The Telegraph
The Observer
Financial Times
London Evening Standard

vrijdag 7 augustus 2009

Een weekje Ringen in Bayreuth: Was ist’s mit den ewigen Göttern?


In de laatste week van juli had ik het genoegen om de complete Bayreuth-Ring te gaan bekijken, de herneming van de 2008-productie in de regie van Tankred Dorst en onder de muzikale leiding van Christian Thielemann. Het is de derde keer in mijn leven dat ik dit festival bezoek, en vind de tijd stilletjesaan gekomen om een paar mythes te doorprikken. Waar zal ik beginnen.
Vooreerst dat fameuze Festspielhaus zelf. Dat je er als haringen in een ton opeengepakt zit op harde houten banken (kussentjes in de vestiaire te verkrijgen), in een niet-geklimatiseerde en 's zomers dus veel te hete zaal, en dat alles voor enorm veel geld, mag nog als een soort Publikumsbeschimpfung gelden. Inderdaad, Wagner’s Ring-concept is intrinsiek beïnvloed door het 19de eeuwse anarchisme (dat was uiteraard ver vóór de ontmoeting met Ludwig II, het akelige conformisme van Die Meistersinger, en de omarming van Wagner door de Europese bourgoisie).

In de oorspronkelijke visie van de Meester moest de Ring trouwens opgevoerd worden aan de Rijn in een houten constructie die op het einde moest platgebrand worden. De jetset komt er in Bayreuth dus nog goedkoop vanaf, met een zeer zitvlak.
Voor een operaliefhebber is het Delvaux-achtig ruisen en fluisteren van dat snobpubliek een vertoning op zich. Er worden nogal wat tickets verkocht op de parallelle markt, via hotels, aan woekerprijzen waar rijke Amerikanen mee lachen: dit festival is een society-gebeuren, een zomerse etappe voor de beau monde die dan naar Cannes of Saint Tropez doorreist. De pauzes duren lang, té lang (telkens één uur), niet alleen voor de nodige decorwissels en om iedereen zijn broodje-met-worst te laten eten, maar ook en vooral om aan het eclatante exhibitionisme van het publiek te voldoen.
Het Festspielhaus zelf dan,- zoals bekend een poging van Wagner om de Griekse openluchttheaters te imiteren: het publiek in een groot halfrond verenigd, geen loges. Deze ambitie werd gecombineerd met een toneelmatig concept om het orkest te laten verzinken onder de scène, waardoor alle concentratie naar die Bühne kon gaan. En daar ligt een akoestische Achillespees. Het idee om een monsterorkest van 150 man weg te stoppen onder de grond is economisch tamelijk absurd, maar zorgt ook voor een zeer gedempt geluid waardoor de hoge tonen sterk weggefilterd worden. Dat hoor je vooral bij gesloten doek (waar Tankred Dorst tot mijn ergernis overvloedig gebruik van maakte, als was deze toneelmachinerie niet in staat om een scènewissel bij open doek te realiseren). De bekende treurmuziek in Götterdämmerung III bijvoorbeeld kwam daardoor helemaal niet uit de verf, klonk veraf en stoffig. Veel boembas maar weinig helderheid.
De reusachtige omfloerste braadworst rondom de afgrond stuurt dan nog eens het orkestgeluid vooral naar de scène in plaats van in de zaal. Hierdoor hebben de zangers de neiging om te gaan schreeuwen, wat zich vooral pijnlijk manifesteerde bij Christian Franz (Siegfried), die nauwelijks nog een toon maakte in zijn ijver om volume te creëren.
Ik weet dus niet goed waar dat fabeltje vandaan komt dat het Festspielhaus uitmunt in klankkwaliteit. Veeleer is het een architecturaal curiosum, een gezwollen muziekdoos die de mythologie van zijn bedenker schitterend geabsorbeerd heeft, maar die…door geen enkele architect nadien nog als voorbeeld werd gesteld.

Ich ben wer ich ben
Het vreemde is wel dat niemand dat opmerkt. Het tautologisch en zelfverwijzend karakter van Wagner’s kunst heeft dus ook betrekking op Bayreuth en zijn mentale architectuur. Het is een omgeving die geen externe kritiek verdraagt, zelfs geen ironische afstandelijkheid: voor de buitenstaander is ze ontoegankelijk. Dat is eigenlijk een oer-Duits en romantisch gegeven: het idee van het absolute, onherleidbare en naar zichzelf verwijzende topos, het verhaal, gedicht, roman, muziekdrama.
De Festspiele zijn dus ook een oefening in zelfbedrog, vreugdevol tenonder gaan, dat is de kwestie. Wie Bayreuth wil begrijpen, moet ook de stad bezoeken en het daarrond liggende Fichtelgebergte waar de waterscheidingslijn ligt tussen Rijn/Maas/Schelde-systeem en het Donaubekken. Hier begint het water Oostwaarts naar de Zwarte Zee te lopen en begint dus Midden-Europa: de Rijndochters moeten in deze gladde bedding oppassen dat ze niet in de handen van Servische pooiers vallen. Hier eindigt ook ons laag-bij-de-grondse Noordzeeperspectief dat opheldert, nuanceert, relativeert, verklaart, ironiseert. Hier vindt de Duitse cultuur pas zichzelf terug, als dodelijk-ernstige, irrationele, mythomane Verstiegenheit, verliefdheid op het noodlot, het ongeluk, de tragedie. Alleen Heine en Nietzsche konden er nog om lachen,- deze laatste brak op een zeker ogenblik dan ook compleet met de “magiër uit Bayreuth”. Als tegengif moet ik u trouwens ook de parodie “Her den Ring!” aanbevelen, die in de Festspielzeit door een obscuur lokaal theatergroepje wordt gepresenteerd nabij de Steingraeber-pianofabriek. Semi-ondergronds als het ware.

Dat brengt ons op het pseudo-cosmopolitische karakter van de Festspiele.
Wie het boekje van de Mitwirkenden doorbladert (met Deutsche Gründlichkeit opgesteld, gaande van de artistieke leiding tot de WC-dames), begrijpt pas hoe Duits dit festival wel is, onder zijn modern-universalistische vernislaag.
Van de 15 topmedewerkers (regisseurs, dirigenten) zijn er vijf buitenlanders, waaronder dan nog een Oostenrijker en twee Zwitsers. De Germaanse hegemonie is compleet, ook bij de zangers, het koor en orkest (exclusief samengesteld uit Duitse ensembles).
Ik wil hier helemaal het nazi-verleden en de verhalen rond Winnifred niet nog eens oprakelen, daar gaat het me helemaal niet om. Wel bespeur ik in heel de Bayreuth-liturgie een Duits-nationalistische lijn die metapolitiek is, cultureel-genetisch, haast organisch. Heel deze omgeving is geconcipieerd als een romantisch-decadent Walhalla, met alle autodestructieve kantjes vandien.

Zo kom ik tot de Ring-enscenering zelf. Het autodestructieve verhaal past perfect bij het Bayreuth-landschap, veel meer dan Parsifal dat speciaal voor deze plek was geschreven. Vreemd genoeg was deze Ring, naar artistieke maatstaven, ook zeer middelmatig. Hier en daar mooie visuele vondsten, dat wel (o.m. het openingsbeeld van Das Rheingold, leuk aquariumperspectief, en de eerste akte van Siegfried in een verkommerd klaslokaal) . Maar voor regisseur Tancred Dorst schijnt zoiets als personenregie compleet onbekend: de zangers doen maar wat. De slimsten, zoals Albert Dohmen/Wotan vallen terug op routine, de anderen zoals Christian Franz/Siegfried beginnen wanhopig met hun armen te zwaaien en te overacten. Die Christian Franz was zoals gezegd een kleine ramp, iemand die zelfs in een provincietheater het vocale niveau niet haalt. Maar dus wel een Duitser, net zoals Tancred Dorst.
De poging van de regisseur om zijn enscenering te “actualiseren” met spelende kinderen, verliefde koppels en fietsen op de scène was ronduit meelijwekkend. Het geheel baadde in een willen-maar-niet-kunnen-sfeer die inderdaad doet vermoeden dat Siegfried een genetische Duitser moét zijn, als eerste criterium.
Natuurlijk ben ik met een veel te kritische Noordzee-attitude naar de Groene Heuvel getrokken. Maar voor 200 Euro per voorstelling mag men kritisch zijn, dacht ik. Wagner is tijdeloos en Bayreuth zal het nog wel een tijdje uithouden. Toch is een grondige verbouwing van dit theater aan de orde, en zal men vroeg of laat het Wagner-monopolie moeten opgeven. Ik wil er bv. Strauss en Verdi wel eens horen klinken, ook al koesterde Wagner voor deze laatste een onverholen minachting.

Dat zal dan wel de ultieme Götterdämmerung zijn, ik kan niet wachten.

Johan Sanctorum

donderdag 6 augustus 2009

Yukio Mishima : Rites d'amour et de mort

De Japanse schrijver Yukio Mishima realiseerde tijdens zijn leven één film, de verfilming van zijn novelle Rouw om het vaderland. Mishima schreef het script, regisseerde en speelde de hoofdrol in het verhaal, gebaseerd op een historisch gegeven, van een jonge legerofficier die samen met zijn bruid in 1936 seppuku pleegt als gebaar van loyaliteit tegenover zijn medeofficieren die een staatsgreep probeerden te plegen met als doel de keizer weer aan te stellen als waarachtig hoofd van de natie. Het verhaal en film zijn een lang uitgesponnen fysieke beschrijving van het ritueel van seppuku en de aantrekkelijkheid van twee jonge mensen die de dood opzoeken en de sensualiteit van een scherp mes dat een gave huid doorsnijdt.
Het bijzondere aan deze film uit 1966 is dat behalve het feit dat de soundtrack van Richard Wagner afkomstig is, de film kan worden gezien als een generale repetitie van Mishima’s zelfmoord, 4 jaar later op 25 november 1970. Die ochtend arriveerde hij met enkele afgevaardigden van de door hem opgericht paramilitaire organisatie ‘Het Schildgenootschap’ (Tate no kai) bij het hoofdkwartier van de Japanse Zelfverdedigingsmacht voor een afspraak met de bevelvoerder. De generaal werd gegijzeld, de achthonderd boze soldaten vanaf een balkon toegesproken en opgeroepen tot nieuwe dienstbaarheid aan de keizer. Het is mogelijk dat niemand Mishima in het gejoel kon verstaan en de soldaten reageerden gedesinteresseerd. In het kantoor van de generaal sneed Mishima vervolgens met een dolk zijn buik open en liet zich onthoofden. Zijn naaste adjudant en minnaar deed hetzelfde.

Lees het artikel

Fragment uit de film. Opgelet: niet voor gevoelige kijkers!

zondag 2 augustus 2009

Wordt Quentin Tarantino de nieuwe Ring-regisseur?

In Bayreuth loopt het gerucht dat filmregisseur Quentin Tarantino de nieuwe Ring-regisseur van Bayreuth zou kunnen worden. In de loop van de week zou Katharina Wagner zich naar Berlijn hebben gespoed om een belangrijk contract af te sluiten. Daar stelt Tarantino momenteel zijn nieuwe prent Inglorious Bastards voor. Pure speculatie natuurlijk maar als het waar zou blijken dan zou dit het meest opwindendende bericht uit Bayreuth kunnen worden sinds de deelname van Lars von Trier. Zou het kunnen dat de nieuwe directie zich heeft laten inspireren door de Tarantineske productie van Kasper Bech Holten uit Kopenhagen? Hoedanook, voor het einde van de Festspiele zou de nieuwe Ring-regisseur bekend worden gemaakt.