maandag 1 april 2013

Stefan Hertmans bekent zich tot Wagner


Hoe de Nietzscheanen, heel vaak zonder verstand van Wagner, zich door hun held te grazen laten nemen is onwaarschijnlijk. Voorbeelden zat. Dat de Nietzscheaan Stefan Hertmans zich niet alleen tot Wagner bekent maar ook ongezouten kritiek veil heeft voor de "minabele" reactie van de afvallige filosoof op Wagner is voor mij dan ook geen kleine verrassing. Het doet het allerbeste verhopen voor Tragedy of a Friendship, het nakende samenwerkingsproject tussen Hertmans en Jan Fabre.

Luc Joosten had een interview met de dichter voor het tijdschrift van de Vlaamse Opera. Enkele fragmenten daaruit :

Wat betekende Wagner voor jou, voor je aan het project begon? En is die houding nu veranderd?
"Ik ben eigenlijk vooral een fan van de Wagner net-voor-Mahler, ik bedoel: de geniale, haast doodsdriftige opiumschuiverij van Parsifal en Tristan. Vooral Parsifal vertegenwoordigt voor mij van het hoogste wat de muziek me kan aandoen, met haar dwingende en onweerstaanbare macht die je totaal in de greep kan krijgen. Tegelijk besef ik dat net Parsifal voor Nietzsche de grote steen des aanstoots was, juist om die mystieke kwaliteit. Dat werkt paradoxaal maar daardoor net nog fascinerender."

Heb je een lievelingspassage ontdekt in Wagner? Of nieuwe liefdes?
"Uit Parsifal: het begin van het derde bedrijf, Gurnemanz' haast priesterlijk-goedige Erwache dem Lenz, de gevoelsmatige raffinementen van die passage, waarin Kundry met een schreeuw zal ontwaken uit haar mystieke slaap, dat vind ik huiveringwekkend en subliem. Mythische zuiverheid en perverse kracht liggen daar geniaal verstrengeld. Uiteraard Mild und leise uit de Tristan, maar ook passages uit Tannhäuser, uit Siegfried, grote delen uit Die Meistersinger en zelfs Rienzi vind ik muzikaal inmiddels adembenemend. Vaak komt de verrassing ook door de grote dramatische kracht waarmee de recitatieven opgebouwd worden en ja als vanzelf tot de emotionele opening van de grote aria's en leidmotief wordt gebracht. Maar je ontdekt ook in de orkestratie telkens nieuwe subtiliteiten, soms een paar noten van de cello's, de overgang van een klarinet naar de strijkers, het is uiteraard een eindeloos universum dat je telkens onrecht aandoet als je er iets uitlicht. Verder is ook de vindingrijkheid in de herhaling-met-variaties bij Wagner onlosmakelijk verbonden met de intensiteit van onze luisterervaring."

Afgaande op je werk stond je ongetwijfeld dichter bij Nietzsche dan bij Wagner. Heb je partij moeten kiezen of gekozen? En heeft het je beeld over Nietzsche veranderd?
"Het vreemde is dat ik, die me uiteraard altijd al aan de kant van Nietzsche plaatste, nu bij het herlezen Nietzsche's doortraptheid en zelfs oneerlijkheid ten opzichte van Wagner heb leren doorzien. Zijn eerste geschrift over Wagner in Bayreuth bulkt van de zogezegde lofuitingen die eigenlijk subtiele beledigingen zijn, het is geniaal gedaan maar ergens ook minabel omdat hij niet rechtuit durfde te zijn tegen de man die hij een beetje als vaderfiguur zag. En de vadermoord in Der Fall Wagner is eigenlijk hysterisch, onsamenhangend, een filosoof van zijn kaliber onwaardig. Hij wist dit zelf wel; de geestelijke ineenstorting in Turijn die hij nooit meer te boven kwam, manifesteerde zich enkele dagen nadat hij na lang aarzelen het manuscript van Nietzsche contra Wagner naar de uitgever had gestuurd. In zijn laatste jaren waarin hij vaak versuft zat te dommelen, hief hij bij het horen van de naam Wagner het hoofd en mummelde: Den habe ich sehr geliebt. Tragisch genoeg."

Hertmans lijkt tot die conclusie te komen enkel en alleen door de lezing van Nietzsches teksten. Dat is bewonderenswaardig: de meeste Nietzscheanen zijn daar niet toe in staat. Beseft Hertmans hoeveel negatiever de balans voor Nietzsche zou uitvallen indien hij er ook het biografische zou in betrekken? Eén voorbeeld slechts: na Wagners dood verwacht Nietzsche door Cosima opgevorderd te worden voor de leiding van de Bayreuther Festspiele. Als Cosima daar steenkoud op reageert weet hij dat het tijd is zijn Bayreuther ambities definitief op te bergen. Wat daarna volgt is de pure afrekening. Alleen vanuit het biografische kan je zien hoe de gefnuikte ambities van de filosoof tot kontdraaierijen en later -na Wagners dood uiteraard- tot kleingeestige, rancuneuze afrekening zal leiden. Later zal ik dat in extenso aantonen in The Boulevard of broken dreams.

Hertmans had ook nog de muziekcriticus Nietzsche over de hekel kunnen halen want welke grote geest heeft zich in die hoedanigheid ooit belachelijker gemaakt?

Hertmans besluit met het aantrekkelijke maar geïdealiseerde beeld dat Wagner en Nietzsche "elkaars ideaal vertegenwoordigen : Wagner wou graag een groot cultuurfilosoof zijn in zijn talloze geschriften, en Nietzsche heeft gecomponeerd zonder ooit de grote componist te worden die hij zich droomde. " Dat Nietzsche zijn zelfbeeld als componist door de contacten met Wagner en diens omgeving aan flarden geschoten zag, is een feit. Anderzijds heeft Wagner nooit de ambitie gehad een cultuurfilosoof te zijn. Dat was een bijproduct van zijn grensoverschrijdend muziek-esthetisch oeuvre. Hij heeft daarmee in elk geval een grote invloed gehad op muziek en theater van zijn tijd. Nietzsche daarentegen is in zijn ambitie als componist vrijwel geheel mislukt.

2 opmerkingen:

Stefan Hertmans zei

Geachte, ik lees uw blogpost en wil even reageren, meer bepaald wat betreft de vraag of Wagner ambities had als cultuurfilosoof. Ik herinner er u graag aan, dat Wagner in Das Kunstwerk der Zukunft lang voor Nietzsches 'Geburt der Tragödie' reeds had geschreven over de terugkeer van de Griekse tragedie, van Aischylos in combinatie met de denkbeelden van Schopenhauer. Toen Nietzsches Geburt verscheen was zijn compliment betekenisvol genoeg: dit is het boek dat ik zelf zou geschreven hebben - zoals we weten had hij veel invloed op Nietzsches denkbeelden door de gesprekken in Tribschen en elders. Wagner hechtte groot belang aan zijn eigen geschriften, sloot Nietzsche in zijn armen als erfgenaam van zijn denkbeelden en als zijn spirituele zoon, maar zag daarna (in Menschliches bv.) hoe deze erfenis op zijn zachtst gezegd anders werd aangewend; het lijkt me dus niet overdreven te stellen dat Wagners ambities op dat punt reëel waren, wat hem overigens tot eer strekt. Verder is het zeker zo dat heel wat van Nietzsches algemeen gestelde aforismen venijnige steken onder water ad hominem waren en dat Wagner dus een tientallen keren grotere rol speelt, zelfs in de algemeen-filosofosche paragrafen, dan men gewoonlijk aanneemt... Ik denk dus zeker wel dat de symbolische 'échange' een grote rol heeft gespeeld voor beiden. Recente onderzoekers zoals Borchmeyer en Salaquarda zijn overigens dezelfde mening toegedaan. Met vriendelijke groet, Stefan Hertmans

Jos Hermans zei

Bedankt voor uw reactie, mijnheer Hertmans. Ik zie het toch een beetje anders. Met moet niet vergeten dat de theoretische geschriften van Zürich tot stand zijn gekomen in ballingschap toen de kunstenaar op zichzelf teruggeplooid leefde. Zou er zonder de revolutie van Dresden een Kunstwerk der Zukunft geweest zijn? Misschien. Wagners obsessie was in eerste instantie artistiek, het realiseren van zijn muziek-esthetische utopie, die van het muziekdrama vergde weliswaar maatschappelijke hervormingen. Als dat voldoende is om Wagner tot cultuurfilosoof te canoniseren waarom noemen we hem dan mislukt? Ik zie dat zijn principes vandaag nog altijd werkzaam zijn. Hij mocht natuurlijk wel jaloers zijn op de pen van Nietzsche.

Wagner was overtuigd van Nietzsche's talent als filoloog maar hij zag Nietzsche hoogstens als een lakei. Een evenwaardige persoonlijkheid zal Wagner nooit naast zich dulden. Daarvoor had hij te veel voor zijn kunst geleden en nu, anno 1876, was het tijd om te oogsten.

De symbolische "échange" waar u het over heeft was éénrichtingsverkeer, vrees ik. Tenminste dat was de opinie van Wagner zelf. Kort voor zijn dood zegt hij : "Nietzsche habe gar keine eigenen Gedanken gehabt, kein eigenes Blut, alles sei fremdes Blut, welches ihm eingegossen worden sei" (Dagboek 4 februari 1883).
Dat zegt hij natuurlijk met zijn beperkte kennis van de filosoof Nietzsche want na Menschliches ,Allzumenschliches haakt hij haakt af.

Borchmeyer en Salaquarda nemen Nietzsche op zijn woord. Dat brengt je nergens.
Nietzsche blaast koud en warm tegelijk. Waarom? Het antwoord ligt telkens in de privé sfeer. Nietzsche lezen zonder de privé-context is zinloos.
Van Borchmeyer is ook de uitspraak dat Nietzsche met Wagner gebroken zou hebben om als zelfstandig denker te kunnen overleven. De breuk zou dan veroorzaakt zijn door een diametraal tegenstelde ingesteldheid t.a.v. cultuur en de rol die kunst hoort te spelen. In het licht van de Nietzsche-biografie is dat compleet onhoudbaar. Ik verwijs hiervoor naar Nietzsche's Bayreuther Passion van Manfred Eger.

Hoedanook, wij hopen dat u Jan Fabre heeft weten te inspireren tot een gelukkiger experiment dan de slappe on-Faberiaanse Parsifal die momenteel in de Vlaamse Opera loopt.