Jacques Imbrailo als Billy Budd ©Erik Berg
DAS BOOTGeïmmobiliseerd op een stoel houdt Captain Vere zijn monoloog in een maritiem museum. Zijn looks zijn vergrijsd, de decoraties pronken op zijn oudstrijdersuniform. Dan suggereert de belichting dat zijn herinnering aan de Indomitable tot leven is gekomen. In deze omgeving moet Annilese Miskimmon decorstukken en rekwisieten laten aanrukken om de ambiente van een schip enigszins te simuleren. De rekruten verdwijnen via een opening in de toneelvloer. Kisten fruit en groenten worden ingescheept. Ondertussen is duidelijk dat de Indomitable een onderzeeboot is en zich onder de toneelvloer bevindt. Dat werkt allemaal niet zo goed en het sfeervolle openingskoor “O heave! O heave away” gaat daardoor de mist in maar het orkest houdt je op het puntje van je stoel met dreunende bassen en snedige interventies van het koper. Bij streaming hangt de klank weliswaar een beetje van je eigen instellingen af maar het orkest klinkt fantastisch en het is de belangrijkste reden om deze productie te bekijken. Operasnobs die niet kunnen nalaten om lucht te geven aan hun afkeer voor electronische reproductie van opera moeten hier maar eens naar luisteren want er is zoveel detail te horen in het orkest zoals je het in het theater zelden te horen krijgt: bijvoorbeeld de harpen tijdens het onderhoud van Vere met Flint en Redburn of de meanderende altsaxofoon. De meest fascinerende bijdrage aan het klankbeeld wordt geleverd door de samenzwering tussen contrabassen, lage houtblazers en pauken. Voor de paukenist is dit werk sowieso een feestje. Alle intermezzi krijgen in de handen van Mark Wigglesworth een dwingende, meeslepende uitvoering.
Maar dan komt, halfweg het eerste bedrijf, het magistrale tussenspel met het “Blow her to Hilo”-koor dat smeekt om een grandioze decorwisseling. Die krijgen we ook want het museum verdwijnt in de diepte en de benedendekse duikboot rijst omhoog en dompelt ons meteen in de claustrofobische realiteit van het leven onderzee. Een periscoop staat in het midden, een loopbrug bovenaan wordt goed benut. Zoals altijd staat Paule Constable garant voor sfeervol licht. Met zijn niet zo heldere basbariton en zijn Frankenstein motoriek haalt John Releya het maximum uit Claggarts duistere monoloog “Oh beauty, Oh handsomeness,goodness”. Een indrukwekkende prestatie.
Klaar voor de oorlogssituatie worden torpedo’s aangevoerd tijdens “This is our moment”. Heel mooi zijn de langzaam uitstervende dreunen na de mislukte aanval wegens de mist. Homo-erotisch verlangen is aanwezig onder de bemanning, zo stelt de kapitein vast tijdens het tussenspel dat Billy’s confrontatie met Claggart voorafgaat. Toch inspireert het de kapitein niet tot een motief voor Claggarts valse aanklacht. Op de kapitein heeft de berechting niet meteen een verwoestende invloed. Peter Hoare zingt een mooie Captain Vere maar het personage zou winnen aan dramatische geloofwaardigheid indien een grotere vertwijfeling zich van hem meester zou maken. Billy houdt zijn finale aria in het ruim temidden van het oorlogstuig. Voor Jacques Imbrailo is dit, sinds Glyndebourne, een signatuurrol geworden. Goede prestaties ook van Alexander Nohr en Johannes Weisser als Mr.Redburn en Mr.Flint in het knappe duet in de kajuit van de Kapitein.
Nog te zien bij Operavision tot 7 augustus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten