vrijdag 24 april 2015

Kasper Holten met LOHENGRIN in Berlijn (***½)


THE DARK KNIGHT RISES

In Moskau had hij het werk al eens in scène gezet met Putin als Lohengrin en Medvedev als Gottfried. Lohengrin voorzien van een politiek tintje lag dus binnen de verwachtingen maar waar Kasper Holten naartoe wilde met deze conventionele voorstelling is niet duidelijk. Hij neemt Wagner zo letterlijk dat je denkt dat het pure ironie is en hij er elk moment een verrassende twist aan zal geven. Maar dat gebeurt niet. In het programmaboek beweert hij in Lohengrin een machtspoliticus te zien, even cynisch als Ortrud, een manipulator die zich door de oorlogssituatie onmisbaar tracht te maken voor het volk van Brabant. Holten had met zijn lezing van het stuk graag uitgekomen in de buurt van Anselm Kiefer en David Lynch. Ja, dat had ik ook wel gewild maar het bleef bij een wensdroom. Zijn zwaneridder is weinig meer dan een gevleugelde vredesengel en de productie ziet eruit als een repertoirevoorstelling uit de jaren 1950. Op het vlak van stagecraft en acteursregie scoort deze productie zondermeer slecht, althans in deze herneming drie jaar na de première. Er waren ook heel wat conventionele gebaren te zien en de behandeling van het koor was fantasieloos. Ik mag hopen dat zijn Meistersinger voor Londen, waar hij de grootste moeite lijkt te ondervinden om een frisse wind door Covent Garden te jagen, in seizoen 2016-2017 van een ander kaliber zal zijn.

De ouverture klonk als een requiem, opgedragen aan alle gesneuvelden uit de krijgsgeschiedenis. We zien een komeet zweven door de lucht. Vrouwen gaan op zoek naar hun geliefde op het slagveld. Bij het orchestraal fortissimo schreeuwt één van de weduwen het uit. Het is het beste dat we deze avond te zien zullen krijgen ook al is het eerder knullig uitgevoerd.

Geblinddoekt wordt Elsa naar haar proces gevoerd. De beul maakt reeds zijn opwachting. Wanneer Lohengrin de blinddoek verwijdert, schrikt ze. Blijkbaar had ze zich haar redder anders voorgesteld. Groene TL-lampen bepalen de sfeer van het tweede bedrijf. Voor Waltraud Meier en John Lundgren is dat voldoende voor een pakkend duet. De Münsterkerk krijgen we te zien als een projectie, in een gouden lijst als van een schilderij. Heel erg kitsch. Na het stellen van de verboden vraag transformeert het bruidsbed zich in een marmeren sarcofaag waarop Elsa het lijk van Gottfried legt. Wie heeft hem vermoord? Dat komen we niet te weten. Holten lijkt te suggereren dat Lohengrin misschien helemaal niet zal vertrekken en de dood van de "Schützer von Brabant" zal aangrijpen om zichzelf onmisbaar te maken. Dat had kunnen werken als hij ons in de loop van het stuk aanwijzingen had gegeven van zijn manipulatieve talent. Maar dat deed hij niet.

Klaus Florian Vogt kon behoorlijk veel respect afdwingen met zijn bijzonder gave voordracht. Zijn techniek moet zeer goed zijn want na al die jaren zit er nog steeds geen sleet op. Het vibrato is perfect, de articulatie kristalhelder, de pianopassages spint hij als zijden draden en toch projecteert hij ze moeiteloos in het auditorium. Dat ik zijn voordracht ooit als lammetjespap omschreef heeft dan ook niets te maken met de kwaliteit van zijn emissie maar met gebrek aan viriliteit. Wanneer hij zijn laatste monoloog "In fernem Land" aanheft begint toch een zekere vermoeidheid in te zetten. Ook in het gemoed van deze luisteraar want, hoewel het een kwestie van smaak is, viriel klinkt dit allemaal niet en op de duur gaat zijn androgyne voordracht frustreren. Een collega van Opernwelt formuleerde het zo : "Legt man die bisherigen Gesamtaufnahmen zugrunde, ist er einer der fünf wichtigsten Lohengrin-Sänger der Schallplattengeschichte (neben Franz Völker, Lauritz Melchior, Sandor Konya und dem jungen Peter Seiffert). Nicht so sehr, weil Vogt Wagner mit einer Mozart-Stimme singt. Sondern weil er inzwischen knabenhafte Leichtigkeit mit metallischem Schmelz zu verbinden weiß". Dat laatste is correct maar wat voor zin heeft het Vogt op één lijn te stellen met de onvergelijkbare baritonaal getimbreerde heldentenoren uit het verleden?

Waltraud Meier weet haar krachten goed te doseren om met maximaal effect in haar rol te komen op de momenten die ertoe doen. Zo kan je van een heel aanvaardbare prestatie spreken ook al dreigde het vibrato regelmatig te ontsporen. Haar Gott-uitroep in het tweede bedrijf deed ze schitterend.

Anja Harteros legde een minder vlekkeloos parcours af dan verwacht. De registerovergangen waren soms wat slordig. In het finale duet met Lohengrin haalt ze niet het niveau van München omdat de tamme enscenering veel minder emoties oprakelt en Vogt een minder boeiende sparringpartner is als Jonas Kaufmann.

John Lundgren bezit een markante bariton en zong een heel aantrekkelijke Telramund. Hij had nog net iets boeiender kunnen articuleren.

Voor Gunther Groissböck, een zanger die ik na zijn voortreffelijke Ochs in Salzburg meer en meer ben gaan appreciëren, valt de partij van koning Heinrich een tikkeltje te laag uit. Dat is vooral merkbaar tijdens het Gottesgericht maar houding en articulatie waren voortreffelijk.

Bastiaan Everink was een geschikte Heerrufer. Het koor presteerde voortreffelijk.

Voor alle solisten was de balans met het orkest door Donald Runnicles steeds gegarandeerd. De fanfare van het tweede bedrijf werd mooi opgebouwd, die van het derde bedrijf maakte extra indruk door de inzet van trompetten vanuit de zijloges. De tempi waren soms erg vlot, zoals de prelude tot het derde bedrijf.

Voor oudere recensies van Lohengrin, klik hieronder op het label Lohengrin

Geen opmerkingen: