maandag 25 april 2016

Kent Nagano met Tristan und Isolde in Hamburg (****½)



FOR YOUR EARS ONLY

Gelukkig overleefde Kent Nagano het tweede bedrijf van "Tristan und Isolde". Felix Mottl (†1911) en Joseph Keilberth (†1968) was het destijds niet vergund. Iedereen haalde probleemloos het einde van de voorstelling behalve de enscenering van Ruth Berghaus. Die sneuvelde omdat de vakbond (ver.di) het technisch personeel tot een waarschuwingsstaking had weten te verleiden. Ja, u leest het goed: staken om te waarschuwen! Don't try this at home. Wij hopen hen bij ons volgende bezoek terug aan het werk te zien met een fijne loonsverhoging.

Over Ruth Berghaus' legendarische productie, die mij in eerste instantie naar Hamburg had gelokt, kan ik dus niets rapporteren. Slechts weinigen leken dit te betreuren. De Hamburgse staatsopera had immers een mooie cast verzameld en de indruk ontstond al snel dat orkest en solisten extra hun best zouden doen om de afvalligheid van hun stakende collega's te compenseren. Aldus geschiedde.

Bij mijn vorig bezoek aan de staatsopera hadden we enkele reserves opgetekend. "Les Troyens" hadden we niet gehoord met de gewenste transparantie. Het ontbrak het orkest aan detail, kleur en dynamische accentuering. Lag het aan het orkest of aan de akoestiek? We gingen het orkest, dat volgens lokale waarnemers onder Kent Nagano op een hoger niveau is getild, verdenken van slordigheid. De orkestbak ontvlucht voor deze concertante opvoering hoefden we niet lang te wachten om vast te stellen dat het orkest in blakende gezondheid verkeerde. Onze reserves gingen meteen op de schop. Hier was een corpus aan het werk dat ageerde als één man, zich volledig engageerde en voldoende precisie aan de dag legde. Kent Nagano van zijn kant stuurde aan op een lezing die agogisch heel gedifferentieerd was, erg traag zonder spanningsloos te worden in de eerste prelude, vlot en krachtig in de naar hysterie neigende uithoeken van de partituur.

Ricarda Merbeth kon mij meteen bekoren door haar charmante verschijning en haar bloedmooi timbre. Ze zong Isolde met veel engagement en vol overgave. De stem kreeg regelmatig te weinig ademsteun en werd daardoor te dun maar op alle cruciale momenten had ze haar dramatische sopraan paraat en liet ze niet in de steek. Beter dan verwacht kon ze standhouden naast Stephen Gould. Hun liefdesduet was dan ook het vocale hoogtepunt van de avond. Behalve de beelden van Berghaus heb ik hier niets gemist.

Stephen Gould bevestigde zijn status van numero uno onder de Tristans. Wat onmiddellijk opviel: het grote gemak waarmee zijn stem de zaal vult, hij hoeft er niet eens voor te zingen. In het tweede bedrijf was hij grandioos, de lyrische delen nam hij soms met teveel stem, anderzijds was hij ook in staat tot pianissimi die hem tot in de kopstem voerden. Ook in het derde bedrijf presteerde hij weer uitstekend.

Wilhelm Schwinghammer zong de partij van Koning Marke met alle nuances. We hoorden een grote monoloog, geschraagd door een mooi timbre, die hij wist af te ronden met een indrukwekkende finale.

Werner van Mechelens Kurwenal was voldoende genuanceerd maar zijn timbre kon mij minder bekoren. Het bezat onvoldoende glans. Het ontbrak zijn voordracht daardoor aan pure zinnelijkheid.

Lioba Braun als Brangäne liet het minst aangename timbre horen. Haar voordracht was dynamisch weinig gedifferentieerd en daardoor nooit echt in staat om te boeien.

Geen opmerkingen: