Paula Murrihy (Idamante) & Nicole Chevalier (Elettra) © Ruth Walz
NEPTUNUS EN DE CLUB VAN ROMEMet Idomeneo staan Peter Sellars en Teodor Currentzis, het succesteam van “La Clemenza di Tito” anno 2017, opnieuw in de Felsenreitschule. Dat succes van twee jaar geleden doen ze vandaag dunnetjes over in een productie die zeer gelijkaardig oogt en zich hetzelfde soort vrijheden permitteert. Idomeneo is een opera over de oceanen, zegt Sellars en in het verhaal van de vader die zijn zoon offert in een lichtzinnige deal met Neptunus mogen we gerust de gelijkenis zien van een schuldige samenleving die het milieu om zeep helpt op kosten van de komende generaties. Natuurlijk is niemand tevreden met de plastieksoep in Neptunus’ oceanen maar Sellars hoefde tijdens zijn Festrede in Salzburg zijn toehoorders niet te vermoeien met stijgende zeespiegels en eloges aan spijbelende schoolkinderen.
"Auf der ganzen Welt sitzen heute Verantwortungsträger an den Hebeln der Macht, die bereit sind, die kommende Generation zu opfern, die sich den dringend zu ergreifenden Maßnahmen und der sofortigen Reaktion auf das, was unser Planet einfordert, verweigern. Wie viele Wirbelstürme sind noch notwendig? Wie viele Hitzewellen?", vraagt Sellars zich af. En de Griekse tragedie leert ons: "Es gibt nicht das Böse, es gibt nur Ignoranz." Precies. En van die drammerige onwetendheid legt hij vervolgens getuigenis af door te stellen : “Die Wissenschaft gibt uns noch genau 15 Jahre, um eine neue, eine ökologische Zivilisation zu schaffen. Und wo sind die Künstler?” of “In diesem Jahr haben erstmals erneuerbare Energiequellen die Rentabilität der fossilen Brennstoffe übertroffen. Sogar der Kapitalismus scheint dies zu erkennen.”
Peter Sellars, steeds in bloemenhemd en parelkrans om de nek alsof hij permanent op Hawai leeft, blijven wij ondanks het gepreek onverminderd een toffe peer vinden. Zijn talent als regisseur staat buiten kijf en zijn core-business -mensen verbinden in diversiteit- is één van de permanente opdrachten van de kunst. Dat hij zijn kunstenaarsbubbel ook verlaat om, gezeten op de wolk van zijn moral high ground, ons meent te moeten onderrichten over zaken waar hij geen verstand van heeft, is eerder problematisch. Theater verliest alle geloofwaardigheid als het de politieke agenda van het IPCC dient en het verdienmodel van gewiekste groenlinkse oligarchen aanprijst. Mozart als hofcomponist van de Club van Rome? Nein, danke!
Dat dit ecologische bewustzijn zijn weg gevonden heeft naar de voorstelling wordt door alle commentatoren opgepikt. Maar het hoeft niet. Je kan de doorzichtige amforen, de petflessen, de mossels, de kwallen waarmee het koor in de weer is, ook gewoon als esthetische objecten zien. Sellars doet er verder namelijk niets mee. Hij laat ook de finale van het vader/zoon conflict niet uitdraaien op een demonstratief Greta Thunberg scenario. Maar het happy end is er wel degelijk en voor één keer krijgen we Mozarts balletmuziek te horen die normaal altijd geschrapt wordt. En deze blijkt niet zo bijster boeiend.
Zo goed als alle secco-recitieven zijn geschrapt. Daardoor ontstaat een verdichting die het stuk een zekere vaart geeft maar waardoor het niet altijd even gemakkelijk te volgen is. Ook zijn er aria’s gesneuveld zoals “No, la morte io non pavento” (derde bedrijf) waarbij Idamante de dood aanvaardt voor de lieve vrede in het vaderland en de gemoedsrust van zijn vader: “Wir haben nicht 1936, Hitler sitzt im Publikum und der Sänger ist blond. Ich kann diese Arie nicht auf der Bühne haben, sie ist ein Stück Müll.”, zegt de regisseur daarover in Die Süddeutsche waarmee hij zich ontmaskert als een wel erg fervent beeldenstormer van het postmoderne identiteitsdenken. Ter compensatie zal Idamante in de finale de concertaria "Ch'io mi scordi di te?" te zingen krijgen.
Paula Murrihy als Idamante © Ruth Walz
De ouverture schildert het krijgsgevangenschap van de Trojaanse prinses Ilia. Tijdens haar verhoor zingt ze over het verlies van haar vader en haar broers. Ronny Duiveman heeft het koor in home wear pakken gestoken die het midden houden tussen pyjama’s en camouflage-uniformen, oranjebruin voor Troje, blauw voor Kreta. De cruciale scène van Idomeneo’s landing en de noodlottige ontmoeting met zijn zoon dompelt de Felsenreitschule in adembenemend blauw en rood licht en scenograaf George Tsypin laat opnieuw zuilen van plexiglas uit de toneelvloer oprijzen.
De behandeling van het koor, vaak met synchrone handgebaren, werkt nog steeds na 30 jaar en de koorpassages als het slotkoor van het eerste bedrijf, “Nettuno s’onori” en “Corriamo, fuggiamo quel mostro spietato ” in het tweede bedrijf, behoren tot de onmiskenbare hoogtepunten van de avond.
Van Elettra’s aria “Idol mio, se ritroso” maakt de regisseur een minutenlange erotische knuffelpartij: vintage Sellars. De stormscène doet de Felsenreitschule verdwijnen in wolken van koolzuursneeuw!
De door David Steffens bijna Wagneriaans gedeclameerde aria voor bassolo “Ihr Kinder des Staubs” uit “Thamos, König von Ägypten” past naadloos in het stuk. Het markeert ook de obligate passage van het koor in de zaal. De knapste verwezenlijking van de 24-jarige Mozart is wellicht het kwartet “Andro ramingo e solo”. Het komt niet echt uit de verf met deze solisten.
Het laatste woord is aan de bloedmooie Brittne Mahealani Fuimaono, met een smile als de rijzende zon, en Arikatau Tentau in een rituele Polynesische dans (choreografie: Lemi Ponifasio), een celebratie van de levensvreugde, liefde en teruggekeerde harmonie. De vermeende plastiektroep zweeft nu hoog boven de hoofden in de Felsenreitschule. Ironisch genoeg ligt deze Polynesische oase op een boogscheut van het grootste stort in Neptunus’ oceaan, de Great Pacific Garbage Patch, halfweg tussen Hawai en Californië.
Brittne Mahealani Fuimaono in het finale ballet © Ruth Walz
De sopranen presteren net iets onder het duizelingwekkende niveau dat hier in Salzburg van Mozartinterpreten verwacht wordt. Ying Fang als Ilia is interpretatief te vlak. Haar problematische dictie laat medeklinkers teveel verdwijnen. Het best scoort ze met “Zeffiretti lusinghieri” waarin ze een aardig messa di voce laat horen.Nicole Chevalier heeft de helderste stem en met haar furie-aria “D’Oreste, D’Aiace’” scoort ze een hoogtepunt. Paula Murrihy als Idamante heeft naast Ierse sproeten ook het talent in huis om een écht androgyn personage op het toneel te zetten.Russell Thomas boeit het meest in de eerste twee bedrijven. Hij accentueert doorgaans erg goed maar de wendbaarheid van zijn baritonaal gekleurde tenor is echt onvoldoende voor de pyrotechnische hoogstandjes die vereist zijn voor “Fuor del mar”.
De hyperactieve Teodor Currentzis houdt het Freiburger Barockorchester, spelend op historische instrumenten, goed bij de les al klinkt het bijwijlen pompende orkest nooit zo extravagant als de eigen manschappen van MusicAeterna. Uit Perm heeft hij enkel het koor meegebracht en dat presteert zoals steeds voortreffelijk.
Nog te zien in replay bij Medici TV.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten