zaterdag 3 april 2021

Christine Mielitz met Der Fliegende Holländer in Wenen (****½)

Pretty Yende als Violetta Valery © Wiener Staatsoper/Michael Pöhn

FLAMMENTOD

De opdeling die mensen maken tussen traditioneel en modern vind ik in de context van het theater weinig interessant. Wat je hebt zijn goede en slechte ensceneringen. De vorm is daarbij van secundair belang. Waar het om gaat is dat de vereende krachten in de orkestbak en op het toneel de partituur doen schitteren als een ongeslepen diamant. Als zangers en acteurs dat op hun beurt doen door de toeschouwer via hun talent in het stuk te trekken, dan is succes verzekerd. Dat is wat hier gebeurt. Enkele achterdoeken doen misschien wat gedateerd aan in deze uit 2003 stammende productie maar Christine Mielitz toont vakmanschap en talent voor het releveren van de werkzame momenten in de partituur. Zo lijkt Wagners vroegste werk uit de Bayreuther canon helemaal geen vreemde eend in de bijt. De casting van deze reprise uit februari 2015 is voortreffelijk. Het resultaat een grote Wagneravond.

Mielitz maakt er grotendeels een nachtstuk van dat mij wel eens doet denken aan de producties van Wieland Wagner zoals ik mij die wel eens voor mijn geestesoog haal op basis van de overgeleverde foto’s. De belichting is daardoor vaak suggestief zoals bijvoorbeeld tijdens de monoloog van de Holländer, een entree die moeilijk te overtreffen is. De groupuscule die zijn schurkachtige, in zwarte trenchcoats gestoken handlangers vormen, en waaruit hij zich losweekt, onderlijnt zijn mythisch karakter, net als de grote wijnvlek rond zijn rechteroog. De benedendekse belichting priemt bloedrood door de spleten van het plankier van Stefan Mayers houten scheepsromp. Michael Volle is daarbij een fantastische Holländer. De monoloog is intelligent gefraseerd, dramatisch mooi opgebouwd en opwindend tot en met de finale climax van “Wann alle Toten auferstehn”. Echt niets om bij in te dommelen zoals de Steuermann. Omdat ik de laatste weken zoveel teleurstellende Wagnerinterpreten gehoord heb, heb ik dit wel driemaal gebisseerd. Ik heb Bryn Terfel routine-Holländers weten zingen die hier niet aan kunnen tippen. Het enige probleem bij deze relay is dat de klank niet optimaal is. Ik weet niet hoe het momenteel gesteld is met de Weense streams maar De Ring van 2016 gaf precies hetzelfde suboptimale klankbeeld te horen : de stemmen missen présence, verdwijnen enigszins naar de achtergrond ten koste van de balans met het orkest. Dat is jammer wanneer iemand met zo’n om aandacht smekende stem staat te zingen. In september nog hoorde ik hem live in Zürich en ik kan u verzekeren van de intensiteit waarmee hij de stem in het auditorium kan catapulteren. Volle beschikt over een echte heldenbariton en dat is de stem waarvoor Wagner Wotan heeft geschreven. Een bezoek aan zijn Walküre-Wotan dringt zich op.

Ricarda Merbeths licht geëxalteerde Senta dreigt in de lyrisch-dramatische passages wel eens af te glijden naar een zekere hysterische schrilheid maar ze doet dat gelukkig nooit. In de hoogte heerst ze soeverein, uiterst belangrijk in deze partij. Erg goed is het duet met de Holländer. Voor de finale reserveert ze een verrassing: met de inhoud van een jerrycan simuleert ze haar zelfverbranding.

Hans-Peter König heeft alles in huis voor Daland. Zijn Lamme Goedzak persoonlijkheid stoort in deze rol geenszins. Herbert Lippert zingt een heel overtuigende, doorleefde Erik. Thomas Ebenstein is een soliede maar onopvallende Steuermann.

Kapitein Peter Schneider loodst de Wiener Philharmoniker vakkundig door de woelige wateren van Wagners partituur, het spektakel van de orkestrale explosies niet schuwend. Opnieuw moet ik de opname in vraag stellen: ik miste detail en helderheid in de orkestrale fortes en de Engelse hoornsolo van de ouverture bijvoorbeeld. Een merkwaardige decalage tussen koor en orkest in “Mit Gewitter und Sturm” was een duidelijk minpuntje.

Geen opmerkingen: