donderdag 26 juni 2014

Jonathan Kents "Manon Lescaut" in Londen (Utopolis) (****)


GLITTER AND BE GAY (IN PINK)

Waarom "Manon Lescaut" veel minder wordt gespeeld als Puccini's populaire trits is mij niet geheel duidelijk. Het werk kent een aarzelende start maar bevat verder voldoende vintage Puccini om gelijke tred te houden met Bohème,Butterfly,Tosca. Boze tongen beweren dat het libretto rammelt. Het is waar dat grote delen van het narratief plaats vinden tussen de bedrijven door zodat er vragen open blijven. Waarom verliet Manon Des Grieux voor Geronte na het eerste bedrijf? Wat gebeurde op haar proces? Waarom zijn de geliefden veroordeeld om om te komen in een dorre Amerikaanse woestijn? Voor Puccini moet het antwoord op al die vragen bijzaak zijn geweest want hij concentreert zich op 4 snapshots uit het leven van zijn twijfelachtige heldin. Het moet hem om de karaktertekening van zijn personages te doen geweest zijn en om hun emotionele reis, een reis waarmee het publiek zich moeiteloos zou kunnen identificeren. En dat is in deze productie aardig gelukt.
Elke vrouw zal zich herkennen in het dilemma van Manon: de keuze tussen luxe of liefde, ook als de berooide minnaar Jonas Kaufmann is. Elke man zal zich als gewillig slachtoffer naar de afgrond laten slepen éénmaal in de gunst van een fatale schoonheid als Manon, zeker als ze de looks heeft van Kristine Opolais. Identificatie is gegarandeerd zeker wanneer een droompaar als Kaufmann en Opolais, erotische spanning incluis, op het toneel te beleven valt.

Jonas Kaufmann mocht weer eens opdraven als weerloos romantisch slachtoffer, speelbal in de handen van een besluiteloos vrouwspersoon. Net als Werther gaat hem dat uitstekend af, ook al is het weer een debuut. Met zijn licht bronzen tenor zijn we onderhand genoegzaam vertrouwd. Ook met de minder aangename hese, baritonale kleur en met het feit dat zijn stem de warme glans van een Del Monaco of Corelli ontbeert. Maar wat hij doet met hetgeen de natuur hem heeft geschonken is fenomenaal. Ik ken geen zanger die zijn mogelijkheden zo voor de volle 100 procent weet te exploiteren. Nog euforischer zou ik moeten zijn over Kristine Opolais, een echte rasactrice die werkelijk alles aankan. Het is geen straf om 2 uur lang naar haar blote dijen te moeten gapen. En ze kan ook zingen, zij het steeds lichtjes onderkoeld. Haar zakdoekenmoment "Sola, perduta, abbandonata" was hartverscheurend. Het hele tweede bedrijf lang, met zijn grote liefdesduet, toont ze het beste acteerwerk dat ik ooit in een opera heb gezien. De meeste collega's - voor het gemak noem ik nu even geen namen- kunnen hier geen 50 procent van waar maken. Anders uitgedrukt : zonder dit droompaar zakt deze productie als een mislukte soufflé in elkaar.

Geen gepoederde pruiken in Jonathan Kents verfrissende mise-en-scène. Kent serveert geen schilderij van Watteau maar verismo van vandaag en houdt daarbij de sexindustrie tegen het licht. Kent en vooral Paul Browns decors werden in Londen behoorlijk afgebrand. The Telegraph had het zelfs over de lelijkste productie in Covent Garden sinds mensenheugenis. Daar was weinig van te merken. Alsof het publiek in de zaal een andere voorstelling te zien had gekregen. Waarmee weer maar eens bewezen is dat een voorstelling beter kan overkomen in de cinema als in de zaal. Het glazen boudoir ten huize van Geronte waar Manon haar softporno diensten aanbiedt voor een publiek van oude kale mannetjes was erg knap en visueel aantrekkelijk. De reality show die volgde bij de inscheping van prostituees in Le Havre en waarbij Geronte zich ontmaskert als pion van de vrouwenhandel, was interessant. De Amerikaanse woestijn van de finale werd gesubstitueerd voor een verlaten viaduct dat nergens naartoe leidde. In het blauwe schijnsel van het achterdoek kwam het in de buurt van een surrealistisch schilderij van Dali. Ik had met deze productie geen enkel probleem. Integendeel.

Antonio Pappano was in bloedvorm. Dat viel vooral op door de levendigheid van het tweede bedrijf en de sombere kleuren van het intermezzo. Hij demonstreerde nog maar eens dat hij Puccini beter begrijpt dan Wagner.

De volgende regisseur die aan zet is, is Hans Neuenfels, dit keer met Kaufmann en Netrebko. Première in München op 15 november. Waarschijnlijk volgend seizoen te zien als live-stream.

dinsdag 24 juni 2014

Calixto Bieito's "Die Soldaten" in Berlijn (****)


LA FILLE DU REGIMENT

Weinig ervaringen in het theater zijn zo overrompelend, zo verschroeiend als "Die Soldaten". Telkens wanneer Bernd Alois Zimmermanns striemende aanklacht tegen oorlog en geweld neerstrijkt in één van de grote operahuizen van Europa katapulteert het werk zich geheid tot het hoogtepunt van het seizoen. Dat was zo op de Ruhrtriennale (2006) als op de Salzburger Festspiele (2012). Niet minder dan twee exemplarische producties zagen het licht dit seizoen, unaniem bejubeld door pers en publiek in Zürich, München en nu ook in Berlijn. Daarmee lijkt "Die Soldaten" nu goed op weg om zijn plaats te veroveren in het repertoire. Dat is niet alleen goed nieuws, dat is uitstekend nieuws.

Lange tijd gold "Die Soldaten" als onspeelbaar. De uitdagingen ten aanzien van ritmische precisie zijn enorm en Zimmermanns instrumentarium voor 120 muzikanten, percussie, jazz combo en orgel is met geen mogelijkheid in de orkestbak te krijgen van een regulier operahuis. De oplossing die Calixto Bieito en scenografe Rebecca Ringst voor de opera van Zürich en de Komische Oper in Berlijn verzonnen zal daarom misschien school maken. In battledress zitten de muzikanten op het podium, meer bepaald op een stalen portaalconstructie die het toneel overspant. Tegelijkertijd kunnen mobiele percussiegroepen over de toneelvloer worden aangeschoven wanneer nodig. Het speelvlak is de afgedekte orkestbak. Een hulpdirigent leidt de solisten vanaf de eerste parterrerij. Die kunnen zich daardoor moeiteloos handhaven naast het orkest en staan in direct contact met het publiek. Het is een pragmatische oplossing die slechts éénmaal frustreerde met name toen het geweldige pauken-ostinato van de prelude een beetje verzoop in de klankmassa omdat de regisseur het koor de hele vrije ruimte had laten innemen ten koste van de pauken. Erg jammer.

In vergelijking met "Die Soldaten" is Wagners "Ring des Nibelungen" kinderspel. Het is telkens opnieuw fascinerend om vast te stellen hoe onspeelbaar geachte werken zichzelf mettertijd toch een plaats in het repertoire weten te verwerven. "Orkesten zijn vandaag ervarener en flexibeler geworden. De opleiding aan de hogescholen is vandaag stukken beter dan ten tijde van de première in Keulen anno 1965", meent Gabriel Feltz, GMD van Dortmund en dirigent van dienst. Als de laatste tonen van de indrukwekkende partituur zijn uitgestorven staat Feltz te blinken in zijn kaki combatshirt, drijfnat van het zweet.

In een stuk dat van sex en geweld zijn bloederig hoofdthema maakt, hoefde Calixto Bieito, de zogenaamde schandaalregisseur, nauwelijks uit zijn rol te vallen. Het verhaal van het burgermeisje Marie dat door soldaten tot hoer wordt gemaakt om uiteindelijk in de goot te belanden zodat zelfs haar vader haar niet meer herkent, is een gegeven ontleend aan de "Sturm und Drang"-dichter Jacob Lenz dat door Zimmermann evenwel op een hoger plan wordt getild. Als een vrouwelijke Christusfiguur, halfnaakt, de armen gespreid, overgoten met een emmer theaterbloed - een overduidelijke cinematografische verwijzing naar Brian De Palma's "Carrie" - zal Bieito Marie opvoeren in de finale als symbool van een uit zijn hengsels gelichte, verkrachte wereld, als slachtoffer ook van de nietsontziende vernietigingskracht van alle oorlogsgeweld.

Marie is nochtans vol "joie de vivre" en zeer zelfbewust. Niemand dwingt haar tot geflirt met de soldaten. Ze leert over de wereld door te experimenteren zonder ook maar één ogenblik de consequenties daarvan te vermoeden. De angst komt later. Simultane videobeelden tonen haar in haar aanvankelijke onschuld als 10-jarige met een slachtrijpe haan in de armen.
Sociale promotie is wat haar drijft -en tevens haar vader- en dat gaat ten koste van haar verloving met Stolzius. Ze is koket in de beide verleidingsscènes met baron Desportes, ze draait haar vader om haar vinger, ze flirt met het publiek en gunt ons uitdagend een blik op haar borsten. Sex is hier minder expliciet als in Bieito's Antwerpse "Lady Macbeth" maar Desportes mag toch haar slipje uittrekken en zich laven aan de weelde van haar onderlijf.

Bieito's massascènes in het koffiehuis zijn vol leven. Ze verwijzen ondermeer naar de folterpraktijken van Abu Ghraib maar ze zijn niet strikt gechoreografeerd zoals in München. Die licht groteske bewegingsregie van de soldaten in nazi-uniform was nochtans het eigenlijke hoogtepunt van Andreas Kriegenburgs Münchense productie.

Bieito koos eerder voor afwezigheid van historische referenties hetgeen spoort met de veelzeggende tijdssituering van de componist : "gestern, heute, morgen". Geweld is van alle tijden, aldus de pessimistische boodschap van de componist. Zimmermann wist waarover hij sprak. Hij maakte Wereldoorlog II mee aan het front als 20-jarige. Zonder enige twijfel ligt zijn oorlogstrauma aan de basis van het stuk en mogelijkerwijze ook aan zijn zelfmoord, 5 jaar na de succesvolle première in Keulen.

In het vierde bedrijf gaat Zimmermann zo ver de Aristotelische eenheid van ruimte,tijd en handeling op te blazen. Of het nu gisteren, vandaag of morgen is, alles gebeurt op hetzelfde moment, tegelijkertijd, het is een toren van Babel. Het gebeuren rondom Marie en haar vader wordt met optische en akoestische middelen gekonfronteerd die niets meer met het drama van Lenz te maken hebben maar rechtstreeks met de directe leefwereld van de componist. Door het integreren van marcherende soldaten en oorlogsgeluiden op klankband wordt de handeling tot een paradigma voor de zinloze brutaliteit van om het even welke oorlog.

Zimmermann probeert hier het theatermodel te realiseren dat hij als "totales Theater" of "pluralistischen Oper" zal omschrijven : "Die eigentümliche Situation, in der sich unser heutiges Theater befindet, insbesondere in Deutschland, bringt es mit sich, daß über das, was für die Gegenwart zu fordern ist, als von etwas gesprochen werden muß, was erst die Zukunft bringen kann. Wenn dergestalt von Oper die rede ist, so ist an eine Oper zu denken, besser noch: an ein Theater, unter dem ich die Konzentration aller theatralischen Medien zum Zwecke der Kommunikation an einer eigens dafür geschaffenen Stätte verstehe. Mit anderen Worten: Architektur, Skulptur, Malerei, Musiktheater, Sprechtheater, Ballett, Film, Mikrophon, Fernsehen, Band-und Tontechnik, elektronische Musik, konkrete Musik, Zirkus, Musical und alle Formen des Bewegungstheaters treten zum Phänomen der pluralistischen Oper zusammen"

Zo spreekt een man die niets anders doet dan het theoretisch werk van Wagner verder te denken, en dat zonder ook maar één noot schatplichtig te zijn aan de meester van Bayreuth.

Tijdens het daaropvolgende diminuendo moest van de componist op het toneel langzaam de wolk van een atoombom zichtbaar worden. Bieito steekt spots aan in de zaal om de lichtflits te simuleren. Op het vlak van de integratie van moderne media is zeker nog niet alles gezegd.

Susanne Elmark heeft alles in huis om de partij vocaal en scenisch naar haar hand te zetten. Haar dictie is perfect, haar intonatie loepzuiver ondanks de halsbrekende intervallen, haar emissie ruim voldoende voor een uitstekende Wozzeck Marie. Het kietelduet met Desportes was verrukkelijk en hilarisch tegelijk.

Martin Koch als Desportes was uitstekend, geen versmachte tenor ondanks de moeilijke tessituur. Hetzelfde gold voor Tom Erik Lie als de gekwelde Stolzius, ook al ligt de partij erg hoog voor een bariton, en Jens Larsen als Wesener, Marie's vader. Noemi Nadelmann als de Gravin had iets meer last van het grillige parcours van Zimmermanns "dodecafonisch belcanto".

Opgelet ! "Die Soldaten" maakt het knap lastig voor andere componisten. Toen Calixto Bieito daags na de première in Zürich naar Londen vloog om de première van zijn Fidelio bij te wonen kon hij, naar eigen zeggen, Beethovens muziek nauwelijks nog verdragen. Daar kan ik goed inkomen. Zulke dingen doet "Die Soldaten" met je. Omdat het tegelijk intellectueel fascinerend én muzikaal beroezend is, wat mij betreft de kenmerken van het échte meesterwerk.

Met "Die Soldaten" achter de kiezen blijft Bieito positief voor de toekomst van de opera: "Ich hatte den Glauben daran aufgegeben, dass das Theater Menschen verändern kann. Aber vielleicht ist es tatsächlich ein Stück weit möglich. Oper wäre dafür jedenfalls geeignet. Die Oper ist die Kustform der Zukunft, weil sich Oper im Kopf und im Herzen festsetzt. Im Sprechtheater versucht man heute, musikalisch zu sein, um das zu erreichen. Aber bei Texten ist es schwieriger, weil sie einen eher auf intellektuele Weise ansprechen; Oper geht unmittelbar in den Bauch".

zondag 15 juni 2014

Seizoen 2014-2015 : De Highlights


Afgezien van de Scala, dat zich de strapatsen van Alexander Pereira moet laten welgevallen, zijn de teerlingen geworpen in alle grote operahuizen voor het komende seizoen. Wat weer eens opvalt is hoe grote operahuizen als Wenen en Parijs zich wentelen in zelfgenoegzaamheid en weigeren zichzelf heruit te vinden, met complete veronachtzaming van de meesterwerken van de twintigste eeuw. Dat is niets minder dan een regelrechte schande. Niet elke intendant is een Gerard Mortier, zoveel is duidelijk. Of zoals Frie Leysen het gisteren in de Standaard uitdrukte: overal waar Mortier verdwijnt treedt onmiddellijk de restauratie op. Dat kon je in Madrid weer heel mooi zien. Dit alles stemt niet vrolijk. De Engels pers meende dan weer lichtpunten te zien in Kasper Holtens eerste zelfstandige jaarprogramma in Londen. Sorry, maar ik zie het niet.

Wat mij betreft zijn dit de highlights van het komende seizoen. Leidmotief zal daarop, in de mate van het mogelijke, aanwezig proberen te zijn.

JUNI 2014
Berlijn : Die Soldaten (Calixto Bieito/Gabriel Feltz)
Londen : Manon Lescaut (Jonathan Kent/Antonio Pappano) -Utopolis

JULI 2014
Stuttgart : Tristan und Isolde (Jossi Wieler/Sylvain Cambreling)

SEPTEMBER 2014
Antwerpen : Elektra(David Bösch/Dmitri Jurowski)
Salzburg : Don Carlo (Peter Stein/Antonio Pappano) - UGC

OKTOBER 2014
Brussel : Shell Shock (Sidi Larbi Cherkaoui/Koen Kessels)
New York : Macbeth (Adrian Noble/Fabio Luisi)-Kinepolis
New York : Le Nozze di Figaro (Richard Eyre/James Levine)-Kinepolis

NOVEMBER 2014
Antwerpen : Khovanstsjina(David Alden/Dmitri Jurowski)
New York : The Death of Klinghoffer(Tom Morris/David Robertson)-Kinepolis
München : Die Soldaten (Andreas Kriegenburg/Kirill Petrenko)
Aix-en-Provence : Elektra (Patrice Chéreau/Esa-Pekka Salonen) - UGC

DECEMBER 2014
Brussel : Don Giovanni(Krzystof Warlikowski/Ludovic Morlot)

JANUARI 2015
Parijs : Don Giovanni (Michael Haneke/Alain Altinoglu) -UGC
Wenen : Tristan und Isolde (David McVicar/Peter Schneider) - Live-Stream

FEBRUARI 2015
Antwerpen : Akhnaten(Nigel Lowery/Titus Engel)
Londen : Der Fliegende Holländer (Tim Albery/Andris Nelsons) - Utopolis
New York : Iolanta/Blauwbaards Burcht(Mariusz Trelinski/Valery Gergiev)-Kinepolis
Stuttgart : Jenufa (Calixto Bieito/Sylvain Cambreling)

MAART 2015
Brussel : Jacob Lenz(Andrea Breth/Franck Ollu)
Berlijn : Wozzeck (Andrea Breth/Daniel Barenboim)
Berlijn : Lulu (Andrea Breth/Daniel Barenboim)

APRIL 2015
Berlijn : Parsifal (Dmitri Tcherniakov/Daniel Barenboim)
Berlijn : Lohengrin (Kasper Holten/Donald Runnicles)
Berlijn : Gianni Schicchi/Blauwbaards Burcht (Calixto Bieito/Henrik Nanasi)
Brussel : Penthesilea(Katie Mitchell/Ludovic Morlot)
Mannheim : Die Walküre (Achim Freyer/Dan Ettinger)
Baden-Baden : La Damnation de Faust(Simon Rattle)
Baden-Baden : Der Rosenkavalier (Brigitte Fassbaender/Simon Rattle)
Londen : Mahagonny (John Fulljames/Mark Wigglesworth)-utopolis

MEI 2015
Brussel : Un Ballo in Maschera(Alex Ollé/Carlo Rizzi)
Parijs : Le Roi Arthus (Graham Vick/Philippe Jordan)

JUNI 2015
Amsterdam : Lulu (William Kentridge/Fabio Luisi)

JULI 2015
Londen : Guillaume Tell (Damiano Michieletto/Antonio Pappano) -Utopolis
München : Eugen Onegin (Krzysztof Warlikowski/Leo Hussain)
München : Manon Lescaut (Hans Neuenfels/Alain Altinoglu)


maandag 9 juni 2014

Richard Jones 'Der Rosenkavalier' in Glyndebourne (live-stream) (***½)


FOR YOUR EYES ONLY

Dat Richard Jones "Der Rosenkavalier" zou bevrijden van enkele van zijn clichés lag geheel in de lijn van de verwachtingen. Daarvan zou hij dan ook onmiddellijk werk maken want als het doek opgaat zien we de Marschallin onder de douche, frontaal naakt als een Venus van Milo met een dankbare Octavian en het publiek als toeschouwer. Het klassieke kingsize bed dat het centrum vormt van deze post-coitale scène is spoorloos. Er volgen nog wat ondeugende spelletjes met fruit maar was dit wel zo'n verfrissende start als het op het eerste zicht lijkt?
Het gele, schreeuwerige behang met grote "fleur de lys"-motieven, de kleurrijke bloemenprints op de jurk van de Marschallin, het doet allemaal een beetje pijn aan de ogen, is anderzijds niet atypisch voor de ruimten die Richard Jones laat ontwerpen maar meer gepast voor een Gianni Schicchi dan voor de uit alle poriën Weense decadentie ademende Rosenkavalier. De levée is niets meer als een lauwe, haast statische parade rondom een aberrant lange sofa die ondertussen de kamer is gaan beheersen en de handeling op het toneel zo goed als immobiliseert. Ook Baron Ochs, een uit de kluiten gewassen schooljongen eerder dan een boers aristocraat, kan de scéne niet dynamiseren.

De Marschallin is een tikkeltje vulgair en zal daardoor ook de morele autoriteit ontberen om Baron Ochs in het derde bedrijf op zijn plaats te zetten. Ze is ook zo "very British" waardoor de Weense zon nauwelijks de kans krijgt om door te breken door dit wolkendek van Brits flegma. Tijdens haar monoloog die ze verveeld op de sofa doorbrengt krijgt ze bezoek van ene Siegmund Freud die rustig plaatsneemt met een notaboekje in de hand maar tot enige introspectie die ons zou kunnen ontroeren is Kate Royal niet in staat. Jones laat er verder weinig twijfel over bestaan dat Mohammed, hier voorgesteld als een 19-jarige cloon van Prince, wel eens haar volgende toy-boy zou kunnen worden. Hij snuffelt aan haar kleren dat het een lieve lust is en zij van haar kant laat hem ook naderen tot op zekere hoogte.

Gelukkig gaat het crescendo bij de Faninals, een huis van "nouveau riches" waar we toetsen van art nouveau in ontwaren. Erg geslaagd is de openingsscène: terwijl Sophie in de voorkamer in haar bruidsjurk wordt gehesen smijt Marianne Leitmetzerin de deur open telkens zij nieuws heeft over de aanstormende Rosenkavalier, de verwachtingen van de aanstaande bruid aldus torenhoog opzwepend. Teodora Gheorgiu is de ontdekking van deze productie. Met kijkers zwart als kolen en de enige echte volmaakte Straussiaanse stem op het toneel beschikt de ravissante Bulgaarse over alles om de partij moeiteloos naar haar hand zetten. De presentatie van de roos is dan ook het enige moment in het stuk dat voor ontroering zal zorgen. De handlangers van Ochs hijsen haar ongeneerd op de tafel voor de vleeskeuring. De hersenloze Leopold is erg goed getypeerd. Waarom doet hij mij voortdurend aan Geert Wilders denken? Ochs blijft zijn saaie zelf. Voor zijn duel met Octavian kan hij weinig meer in de strijd gooien als de veer waarmee hij de notarisakte denkt te ondertekenen. Van de opgewonden graaf krijgt hij de scherpe punt van de roos in de bips. Jones rondt af met een geintje en laat de handlangers van Ochs een catalogus ontrollen met halfnaakte dames terwijl de baas zich overgeeft aan zijn Weense wals. A dirty mind is a joy forever.

Ter hoogte van het derde bedrijf aangekomen laat Richard Jones eindelijk zien tot wat hij in staat is als acteursregisseur. Waar andere regisseurs gewoonlijk mislukken tijdens de Weense maskerade lukt het hem om hiervan het scènische hoogtepunt van de voorstelling te maken. Met een elektrisch verstelbaar zetelbed als vrolijk centrum is deze duizelingwekkende farce én grappig én helder, geheel in lijn met de voortreffelijke Gianni Schicchi die hij ontwierp voor het ROH in Londen. Lars Woldt geeft hier het beste van zichzelf. Daarna gaat het weer enigszins bergaf. Bij gebrek aan vocale glamour verzuipt het finale trio en duet te midden van het schreeuwerige behang. Waarna Mohammed, bij gebrek aan zakdoek, nog maar eens aan de kleren van zijn meesteres snuffelt.

Wat de Britten in Kate Royal zien is mij een raadsel. Vocaal is ze een ramp. Haar licht mekkerend vibrato is nauwelijks te harden. Nooit zal ze een toon laten aanzwellen vanuit het niets, zingen doet ze zonder enige sensualiteit en met weinig gevoel voor nuances.
Lars Woldt is teveel bariton en te weinig bas voor baron Ochs. Hij sculpteert onvoldoende met de stem en levert daardoor een te monochroom klinkend personage af. Ook idiomatisch valt zijn voordracht eerder mager uit. Tenslotte is het toch zijn vette Weense accent dat zijn personage vormt.

Rond de Ierse Tara Erraught, de Octavian van dienst, ontstond meteen een rel in de pers nadat het orakel van de Financial Times haar vrouwelijke rondingen "a chubby bundle of puppy-fat" had genoemd. Ze is een toonbeeld van jeugdig optimisme, levert een eerder puberaal portret af maar ze kan haar stem tenminste laten openbloeien ook al is ze gehandicapt door een imperfecte dictie. Erraught deed overigens geen moeite om Octavian als een man te spelen, een spel met illusies dat je eigenlijk nooit kan winnen, zal Richard Jones wellicht gedacht hebben. Maar dit was helemaal niet het probleem van deze Rosenkavalier.

Ook het orkest kon mij niet over de streep trekken. Dit was niet de geoliede machine vervuld van Weense esprit die Karajan en Kleiber op het werk plachten los te laten. Wat gingen die cello's merkwaardig uit balans tijdens de prelude. Het kan aan de opname liggen maar de nieuwe muziekdirecteur Robin Ticciato heeft wat mij betreft nog alles te bewijzen.

Deze Rosenkavalier was de verplaatsing niet waard. Een geluk dus dat er zoiets als live-streaming bestaat. Of zoals de Baron Ochs van de Financial Times het formuleerde: "this is a Rosenkavalier for eye and mind, not the heart."