Joshua Geurrero (Des Grieux) & Asmik Grigorian (Manon) © Barbara Aumüller
LOVE IS ALL YOU NEEDManon is een mannenfantasie, ontsproten aan het brein van een geestelijke, de Abbé Prévost, auteur van “Histoire du Chevalier des Grieux et de Manon Lescaut”. Later zal componist en womanizer Giacomo Puccini er vier scènes uit destilleren. De operaliteratuur, volledig gedomineerd door blanke mannen, al dan niet geïnspireerd door een vrouwelijke muze, zou niet hetzelfde zijn zonder deze mannenfantasieën.
Klinisch psycholoog Paul Verhaeghe had nochtans gewaarschuwd : er is geen rationeel argument te bedenken om een relatie te beginnen. Vertel het aan de Chevalier Des Grieux! Van zijn op bling bling beluste oogappel kan hij geen afscheid nemen. Ze sleept hem mee naar de afgrond, Des Grieux staat erbij en kijkt ernaar. Eénmaal in de gunst van een fatale schoonheid als Manon, zou u zich als man als een gewillig slachtoffer naar de afgrond laten slepen? Zou u zich als vrouw herkennen in het dilemma van Manon, dat van de keuze tussen een leven in luxe aan de zijde van een rijke Sugardaddy of een leven in liefde met een arme student? Manon Lescaut levert aanknopingspunten ter identificatie zowel voor het vrouwelijke als het mannelijke publiek. Die identificatie is cruciaal. Een catharsis is er niet : weliswaar overwint de liefde aan het eind maar tegelijk rest er enkel de dood.
Om zijn Manon te duiden heeft regisseur Alex Ollé een introductiefilmpje gedraaid dat, breed uitgesmeerd over het volledige proscenium, laat zien hoe zij als illegale migrante, gewapend met een kniptang, vanuit Armenië in Frankrijk voet aan wal zet, een baantje versiert in een naaiatelier en hoe haar ouders haar broer aanschrijven met de smeekbede om haar terug te halen. Wanneer Lorenzo Viotti de opmaat geeft tot Puccini’s Manon Lescaut is Manon dus niet op weg naar het klooster maar samen met haar broer op weg naar huis.
De terrasjes aan het busstation van Amiens, ingenomen door studenten, hebben een hoog MacDonaldsgehalte. De steunpilaren voor het afdak zijn gemaakt uit de letters LOVE. Veel leven heeft Ollé in de studentenmenigte niet gekregen. Een regisseur van massatonelen is hij niet. Uiteindelijk slaan de studenten aan het kaarten. Manon gedraagt zich als een kauwgombellen blazende tiener. De eerste verleidingspoging van Des Grieux heeft ze niet eens gehoord vanwege de oortjes die ze in heeft. Als hij later wat doortastender wordt lacht ze zich te pletter om zoveel aandacht. Het zijn scènes van een ontwapenende natuurlijkheid. Lescaut ziet er geen graten in om zijn zuster over te leveren aan de rijke pornokoning Geronte di Ravoir. Afgeleid door het kaartspel bemerkt hij niet eens dat zijn zus plots aan de haal is gegaan met haar nieuwe vriendje.
Jaren verlopen tussen het eerste en tweede bedrijf. De LOVE-letters zijn nu in warm paarse neontinten te zien als uithangbord van Geronte’s softporno walhalla. Hij pleziert er Japanse toeristen met paaldansen. Puccini schreef geen muziek die ook maar enigszins past bij paaldansen en driekwartier in het halfduister naar de yogaoefeningen van lauwwarme paaldanseressen kijken helpt het stuk ook niet vooruit. De Manon van het tweede bedrijf is nog steeds een tiener en geen vrouw die ondertussen geleerd heeft de mannelijke wereld naar haar pijpen te laten dansen. Ze begint heel gemakkelijk te tobben over haar oude liefde. Als die komt opdagen is ze bereid te vluchten maar niet zonder alle geldkoffers van Geronte mee te nemen. Die heeft ondertussen de politie verwittigd.
Joshua Geurrero (Des Grieux) & Asmik Grigorian (Manon) © Barbara Aumüller
Het tweede bedrijf flopt omdat Alex Ollé en Asmik Gregorian blijkbaar niet gewild hebben om Manon naar een ander niveau te tillen : met Manons hang naar luxe zal Gregorian het wellicht moeilijk hebben gehad, voor Ollé paste het niet bij het positieve slachtofferbeeld dat hij voor zijn illegale migrante wilde. Voor hun opwindende reunie-duet tracht het koppel zich een hoekje van de scène eigen te maken. Het geraakt een beetje ondergesneeuwd door de paaldansen. Hoopte Ollé werkelijk met deze erotische figuranten een boost in de erotische verhouding van Manon tot Des Grieux te bewerkstelligen? De finale van het liefdesduet krijgt alle vocale toeters en bellen en Des Grieux komt stilaan onder stoom. Betekenisvol is zijn blik wanneer hij zegt “Que farai di me? “
De inscheping in Le Havre is een zeer voorspelbaar ritueel met politieagenten en Duitse herdershonden. De uitgewezen migranten zitten opgesloten in een kooi. Voor het laatste bedrijf blijven van het decor alleen de LOVE-letters over. Het orkest is nu de macabere ambassadeur van de dood. Joshua Guerrero lijkt zijn stervende metgezel vocaal te willen overklassen maar dan pakt Asmik Gregorian uit met haar beste moment van de avond, een verschroeiend “Sola, perduta, abbandonata”. Magnifiek zoals Puccini en zijn dienstknecht Viotti het orkest laten uitdoven terwijl het draaitoneel langzaam uit ons zicht draait.
De moraal van van dit verhaal zou kunnen zijn : hoed u voor regisseurs die scenografisch uitpakken met love in grote letters maar niet in staat blijken om passie en erotiek binnen te smokkelen in het stuk zelf.
Asmik Grigorian was zopas nog zangeres van het jaar. De stem projecteert goed maar heeft een eerder koel timbre zoals Kristine Opolais. De registerovergangen neemt ze probleemloos. Ik zou de partij nu toch eindelijk eens willen horen uit de keel van een warm getimbreerde sopraan. Wat zij binnenkort in Bayreuth gaat zingen is mij niet bekend.
Joshua Guerrero als Des Grieux interpreteert meer dan zijn tegenspeelster, soms met een snik in de stem. Het is een echte spinto tenor met een eerder donker timbre. “Donna non vidi mai” ging een beetje ten onder aan de mindere akoestiek in het eerste bedrijf. “Guardate, pazzo son” was een hoogtepunt, ook in het laatste bedrijf was hij sterk.
Iurii Samoilov als Lescaut is een natuurtalent, een geboren acteur. Dat wisten we al sinds Die Lustige Witwe. Het wordt tijd om hem weer eens in een grotere rol te zien. We kijken alvast uit naar zijn Guglielmo in De Munt in februari. Sugardaddy’s zijn zelden boeiend in Manon Lescaut. Donato di Stefano als Geronte vormt daarop geen uitzondering.
Lorenzo Viotti maakt van Manon een opera van de twintigste eeuw. De orkestklank is slank, minimaal romantisch, expressief, met nekbrekende agogische versnellingen, zoals de zeer snelle fff-finale in het tweede bedrijf. De prelude tot het tweede bedrijf met de dwarsfluiten in een hoofdrol was prachtig van detail en kleur. Het beroemde intermezzo had de allure van een diepgravende reflexie over de finale van het tweede bedrijf.
Asmik Grigorian als Manon © Barbara Aumüller
1 opmerking:
Fijne, gedetailleerde recensie.
Een reactie posten